Starless & Bible Black - Shape of the Shape

>> woensdag 30 september 2009

Met enig misbaar zet Shape of the Shape de luisteraar in de eerste seconden direct op het puntje van de spreekwoordelijke stoel. Dat buigt echter om in een heerlijk relaxt americana rock ritme. Daaroverheen komen als een frisse verrassing de licht gruizige bluesy, maar tegelijkertijd ook speels jazzy vocalen van Franse voorvrouw Hélène Gautier. Starless & Bible Black debuteerde in 2006 met een gelijknamig album dat meer een folk en roots sfeer kende door veelvuldig gebruik van banjo en dulcimers. Deze opvolger topt dat album met gemak en zo reikt de band uit naar een veel weidser genre.

Ouderwetse jaren ’70 en ’80 elementen worden nu gecombineerd met een spacy invulling van psychedelica die het geheel verrassend soepel naar het eclectische heden trekt. De band heeft een warm en vol geluid dat je stevig omsluit en gedurende het hele album de eenvoudige melodieën in zuigt. Starless & Bible Black heeft duidelijk een voorliefde voor donkere muziek, maar weet deze sfeer zowel een gemoedelijk ontspannen karakter als een haast tastbare dreiging mee te geven. Daardoor is de relatieve rust in de composities op het album ook verraderlijk onvoorspelbaar. Het resultaat doet me enigszins denken aan Cherry Ghost of een zeer ingetogen vorm van de rock van Howling Bells. Dat is zeker geen zaligmakende vergelijking. De uiteenlopende invloeden smelten samen als de dampen uit een koud moeras en een knapperend vuur. Tegenstellingen vinden moeiteloos een gelijke basis op Shape of the Shape. De steelguitars, tremolo en zinderende elektronische elementen klinken daarbij bovendien nooit xenogaam. Starless & Bible Black koestert dan ook een sterke visie op de structuur van de uiteindelijke song. Daarbij kan muzikaal flink worden uitgemeten voor nadruk op de diepe texturen in de arrangementen. Daarnaast weten ze ook soberheid een gepaste plaats te geven in alle rijkdom.

Shape of the Shape is een album met een klassiek gevoel voor drama zonder emoties te laten overheersen. De band smeedde een eigenzinnig geluid met een toegankelijke boventoon en sterk kolkende onderstromen. Daarenboven wordt de band geleid door een zeer begaafde zangeres. De stilistische complexiteit spelen ze weg met een indrukwekkende nonchalance die tot zwijgen stemt. Sierlijk ontvouwt zich een album van een band die dit jaar weleens een onverwachte hoofdrol in de Manchester muziekscene zou kunnen gaan spelen.

Read more...

Carolyn Mark and N.Q. Arbuckle - Let's Just Stay Here

>> dinsdag 29 september 2009

Dit album gaat zowel als concept als luisterervaring volledig over de samenwerking tussen Carolyn Mark and N.Q. Arbuckle. Het samenspel staat centraal. Nadat in 2005 het duo een duet opnam voor een ander project van Carolyn, wisten ze dat ze muzikaal een hoorbare klik hadden. Daarom was de weg van Victoria naar Toronto voor deze muzikanten een eitje. Niets is voor de muzikant fijner dan geestverwanten te vinden waarmee het goed musiceren is. In het geval van dit duo is samen schrijven en spelen hun tweede natuur en dat is te horen. De gevarieerde selectie americana songs hebben een stevige roots rock inslag. Het album bevat drie covers, zes nummers van Carolyn en drie van N.Q. Arbuckle. Let’s Just Stay Here vormt desondanks een solide geheel waarin de twee een notabele stijl neerzetten. De band van N.Q. Arbuckle tekende voor de verdere invulling van de begeleiding, die daardoor ook nog eens aangenaam soepel klinkt. Afwisselend bewegen de songs in de richting van traditionelere country of een rijkere popuitstraling, maar bewaren de continuïteit. Het samengaan van de rokerige rockstem van NQ Arbuckle en de heldere vocalen van Carolyn helpt daar ook bij. De samenwerking houdt nog altijd niet op, want vervolgens werden er nog een viertal gasten bij betrokken. In de studio zal het gezellig druk zijn geweest. Let’s Just Stay Here raakt de kern van goede americana door een zeer oorspronkelijk gevoel op te roepen dat de luisteraar vooral bij het musiceren zelf in plaats van het eindproduct lijkt te betrekken.

Read more...

Jankobus Seunnenga - Uit Angst voor de Holheid

Jankobus Seunnenga, bekend van onder andere Pigmeat en Kobus Gaat Naar Appelscha, maakt met Uit Angst voor de Holheid zijn eerste soloplaat en soloprogramma. Uit Angst voor de Holheid is een bijna spontaan ontstaan project.

Enige tijd terug zette Jankobus al gedichten van Pieter Jelle Troelstra op muziek. De vertalingen van D. A. Tamminga van de Friese gedichten van Gysbert Japicx leenden zich ook goed voor dergelijke behandeling. Het titelnummer is een mooi lied dat Jankobus schreef naar aanleiding van de biografie van François Haverschmidt. Inmiddels zal duidelijk zijn dat Jankobus’ solodebuut bestaat uit muzikale bewerkingen van gedichten van in Friesland geboren poëten. Inspiratie genoeg, want ook grote namen als Slauerhoff en Vestdijk zijn van de Noordelijk afkomst. De ervarenheid van muzikant Jankobus werkt verfrissend. Nostalgische elementen vormen een niet opdringerige gidslijn voor de arrangementen. De plaat roept een onmiskenbaar Nederlandse sfeer, gelukkig zonder teveel aan volksmuziek te appelleren. Luister maar eens naar de heerlijke schampere cadans van Verschil in Aard, de mistige sfeer op Volkswijze en de oude, klassieke invloeden van Ik Roep zijn Naam tegen de Zomerzee. Jankobus is bovendien misschien niet de meest geperfectioneerde zanger, maar zijn dictie maakt het Nederlands een plezierige luistertaal. Hij weet met simpele accenten in zijn dictie de rijke teksten goed te interpreteren. In de meeste gedichten zit daarnaast ook een sterk verhalende trend, hetgeen een mooie, gevoelige en grappige verteltrant oplevert. Het tragikomische Zelfmoordenaar van Paaltjens vormt dan ook een fijne afsluiter.

Jankobus’ soloavontuur is misschien niet voor iedereen weggelegd, maar voor diegenen die bijvoorbeeld een lesje literatuur gemist hebben is deze plaat al onmisbaar. Muzikaal is het geen mijlpaal, maar de diversiteit is groot genoeg om velen te kunne boeien. Jankobus heeft hard en smaakvol werk geleverd en het resultaat mag worden gehoord.

Read more...

Coparck - A Dog and Pony Show

>> zondag 27 september 2009

Al enkele jaren is Coparck een geliefde indieband uit Amsterdam die gewaardeerd wordt voor het cultiveren van een zeer authentiek geluid. Op hun debuut was het gezelschap op muzikale wijze nog enigszins zoekende, maar hun tweede album, Few Chances Come Once In A Lifetime, presenteerde een band van formaat met internationale allure. Het nummer The World of Tomorrow, veelvuldig te horen in een kaasreclame, zette de lijn in naar een groter publiek. Dat maakte de weg vrij voor een definitieve ontdekking met The 3rd Album, hoewel die plaat naar mijn mening zijn voorganger niet per se evenaarde.

A Dog and Pony Show belooft een directere plaat te worden. Dat is in mijn ogen een omslag. Puntige songs waren zeker onderdeel van The 3rd Album, maar het album als medium leek voor de band altijd een belangrijk en uitgebreid document. De focus die een directer album eist, kan eigenlijk alleen maar goed uitpakken bij een gevierde band als Coparck. A Dog and Pony Show stelt dan ook geen moment teleur. Na wat wikken en wegen over een internationale samenwerking kwam de band terug bij producer Reyn in Katwijk aan Zee. Een zeer verstandige keuze, want Reyn was voor een groot deel verantwoordelijk voor hun klankkleur. De kenmerkende sfeer blijft nu schoon behouden, terwijl Coparck een scherpe bocht neemt qua sentiment. Het duurt niet lang of het door voorman Odilo Girod bedoelde ‘yeah-gevoel’ steekt de kop op. Dit wordt niet in de laatste plaats veroorzaakt door de begeesterde wijze waarop hij met zijn herkenbare timbre de songs kleurt. De pakkende hooks zijn net wat scherper aanwezig en de productie lijkt op gepaste plaatsen kaler dan voorheen. Zo laten ze de ruimte aan voortvarende en bedachtzame songs. Een specifieke tierelantijn gunde Coparck zichzelf wel met de mooie trompetsolo van jazzheld Eric Vloeimans op het titelnummer. Over het geheel doet de band zijn diverse en dynamische reputatie in iedere song eer aan.

Een goed design is de kunst van het weglaten, zegt men wel. Odilo, zelf ook grafisch designer, en band volgden bij dit album deze aanpak. Het resultaat is bijzonder goed geslaagd. Ondanks de kortere duur houd ik er een vergelijkbaar voldaan gevoel aan over als bij Coparcks eerdere werk. De stap voorwaarts is hoorbaar en voelbaar. De recent verworven bekendheid kan hiermee slechts groeien. Iedere nieuwe adept is een ruimschoots verdiende beloning voor hun prestatie.

Read more...

J. Tillman - Year in the Kingdom

>> vrijdag 25 september 2009

J. Tillman is met Year in the Kingdom alweer toe aan zijn zesde album. Het was echter pas met zijn vorige plaat, Vacilando Territory Blues, dat zijn muziek de weg vond naar een groot publiek. Dat had twee voorname oorzaken. Ten eerste is J. Tillman een belangrijk bandlid van Fleet Foxes die met hun EP en album afgelopen jaar een even onverwacht als verpletterend succes behaalden. Daarnaast was Vacilando Territory Blues zijn eerste release op Bella Union, het visionaire indielabel dat in zeer korte tijd niet meer weg te denken is uit de scene voor alternatieve muziek.

Year in the Kingdom volgt zijn doorbraak snel op. Dat is niet alleen een slimme zet, maar op het album het blijkt ook dat J. Tillman muzikaal iets nieuws te melden had. Waar zijn eerdere werk, door zijn direct aansprekende vocalen en intieme sfeer met een rafelig randje omlijst, in de productie en opnames een huiselijk gevoel opriep, wordt Year in the Kingdom gekenmerkt door een opgeschoond geluid. De productie is volledig ontdaan van ontsieringen en zijn geluid neemt veel meer ruimte in. Het geheel krijgt daardoor een andere en veel rijkere uitstraling. Het past wellicht nu nog meer bij het grootse gebaar van bijvoorbeeld Damien Rice. De uiterst fijnzinnige folkcomposities worden gedecideerd uitgezet en komen in alle rust tot volle wasdom. Desondanks hoeft niemand te vrezen voor die prachtige verstilde momenten die J. Tillman puur met zijn licht trillende stem al afdwingt. Daar blijft een diepe oceaan aan emoties achter stuwen. Een ander belangrijk verschil is echter dat de toonzetting van de huidige plaat beduidend opgewekter is dan we gewend zijn. Er zijn vele helder sprankelende momenten die op ieders gezicht een hoopvolle glimlach moeten kunnen toveren. Een fantastisch voorbeeld van deze speelse sfeerwisselingen is de prachtsong Earthly Bodies.

Doordat de productie zo schoon is krijgt J. Tillman anno 2009 haast onaantastbare kwaliteiten. Year in the Kingdom is wederom een bloedmooie plaat die het nieuw gevonden publiek meer dan tevreden moet stemmen. Het album geeft een haast opgelucht gevoel en zal in het alsmaar grauwer wordende najaar, tegen verwachting in, vooral op etherische wijze verlichting bieden.

Read more...

Culture Reject - Culture Reject

Dit eponieme debuut van Canadese singer-songwriter Michael O’Connell zet in een met een lijzig lijntje vocalen en gooit daar verassend en zeer aanstekelijk ritme van percussie overheen. Dat zet de toon voor een album dat een heerlijk eigenzinnige muzikale visie tentoonspreidt. Het heeft even geduurd voordat de lof voor Culture Reject zorgde dat de plaat ook vanuit Amerika de oversteek naar Europa maakte.

Michael’s composities bestaan uit vele, zich rustig voortbewegende, repetitieve lijnen die syncopatisch tegen elkaar worden afgezet. Daardoor wordt er met tempo- en sfeerwisselingen gespeeld in uitermate spannend samenspel. Op dezelfde manier eisen ook voortdurend andere muzikale genres de hoofdrol op. Dat gaat van jazz tot folk tot soul en pure pop. Hij wordt daarin bijgestaan door de opgewekte hoornpartijen van Benji Perosin en Bernardo Padron, de trefzekere bas en percussie van Paul Costello, drums van Dylin North en de lichtvoetige piano, glock en achtergrondvocalen van Karri North. Dat deze muzikanten zo feilloos samengaan in deze authentieke stijlmix zal te maken hebben met Michael’s multi-instrumentale talent. Als soloartiest komt hij simpelweg handen tekort, maar kan daarom zijn bandleden goed aansturen. Het gezelschap staat dan ook als een huis, zij het een zeer veranderlijk exemplaar. Met een bandnaam en titel als Culture Reject is het niet opmerkelijk dat er nauwelijks een afkomst op het geluid is te plakken. Bijzonder is echter dat Michael er goed over waakt dat er weldegelijk een sterke rode draad aanwezig blijft in zijn eclecticisme. Met enige moeite kan ik het typeren als een mix van Martin Hagfors, Sufjan Stevens, Department of Eagles en Broadcast 2000, maar loop al snel vast, omdat het gewoonweg de lading niet dekt. Het zijn slechts momenten van herkenning.

Culture Reject schijnt naast deze uitzonderlijke plaat ook een onverwoestbare live-reputatie te hebben. Aangezien de composities een aangename balans vinden tussen energieke onweerstaanbaarheid en lekkere luistermomenten zal een concert zeker een aanrader zijn. Tot het zover is, zullen we het met dit debuut moeten doen. Dat is bepaald geen straf, want Culture Reject pakt je onverwachts en laat een onuitwisbare indruk achter.

Read more...

Tom Musca - Lucifer My Love

>> donderdag 24 september 2009

De Nederlandse Tom Musca debuteerde in 2005 met A Thousand Lives, een plaat die eigenlijk al de aanzet was tot het huidige Lucifer My Love. Op deze tweede plaat volgt Tom Musca namelijk een duidelijk concept. Hij werkte er drie jaar lang in stilte aan samen met drummer Pimba. Tom maakte de bewuste keuze om de duivel weer zijn status als gevallen engel terug te geven. Die engel begon zijn leven goed, maar eindigde uiteindelijk als duivel. Op het album vind je Tom’s verzoening met het lot en de strijd met zijn bestemming en aan de andere kant juist het loslaten van dat verzet om het leven te kunnen ervaren. Zo spreekt het album de lichte en donkere kanten van het leven aan.

Het was de ontmoeting met zijn tweelingbroer die hem de focus gaf om zijn debuut te maken. Daarna was het de ontmoeting met drummer Pimba die de aanleiding gaf voor het tweede werk. De tweespalten waaruit de albums geboren worden, zijn nu aanwezig in het concept, hoewel natuurlijk niet is gezegd welke kant de donkere of lichte is. Muzikaal is het duidelijk. De muziek gaat van gevoelige singer-songwriter ballades met wonderschone fluistermelodieën tot stevige indierock. Dat laatste lijkt ook zijn stemgeluid grotendeels te typeren. De ongebreidelde kracht in de vocalen doet het prima bij beiden. Dat wil overigens niet zeggen dat Lucifer My Love lijkt op het werk van Justin Currie. De grote diversiteit en de dynamische uithalen in de composities doen veel eerder denken aan Scott Matthews en dan zelfs Jeff Buckley. Tom is echter beduidend minder flamboyant, zonder diezelfde intense uitwerking te missen. Daarnaast zullen liefhebbers van Jeremy Larson of Greg Laswell en Britse indierockbands ook goed uit de voeten kunnen met zijn muziek.

Ondanks zijn uitgesprokenheid blijven er legio raakvlakken en dat maakt de songs uitnodigend. Hij is het label soundscape ontgroeid. Nu vindt de luisteraar in de uitgesponnen breedte van zijn geluid zowel zijn oorspronkelijke creativiteit als de toegankelijkheid.

Read more...

Moss - Never Be Scared/Don't Be A Hero

Met The Long Way Back maakte Moss een heerlijk debuut in de ons zo bekende Excelsior gitaarpoptraditie. Een plaatje waarbij je gemakkelijk kon wegdromen op plezierige melodieën en een olijke cadans, maar dat slechts door een selecte groep liefhebbers werd opgepikt. Die ontwapenende, pure aanpak is verdwenen op opvolger Never Be Scared/Don’t Be a Hero. Jammer voor de genoemde liefhebbers, waaronder ik mezelf reken. Het huidige werk is even slikken. Moss toont echter het talent om de omslag met minstens zoveel overtuiging te brengen.

Kennelijk is de groep omgevingsgevoelig. De aanleiding voor het relatief stevige en zeker ook veel donkerdere geluid op Never Be Scared/Don’t Be a Hero, kan worden gezocht in hun verblijf in en nabij Londen. De distantiëring van een boerderij buiten de stad, universele pubtalk, de chaos van Londen en Pheonix op de autoradio vormen gezamenlijk de basis voor een volstrekt andere muzikale richting. Het betreft nog steeds een rasechte gitaarpopplaat met een aangenaam creatieve kwinkslag, maar het had zo een andere band kunnen zijn. Constante factor is de heldere stem van Marien Dorleijn die in deze nieuwe songs een wat klaaglijk scherp randje krijgt. Het tempo is opgeschroefd, de percussie en ritmes zijn pregnanter aanwezig. Doordat deze continu aanwezig zijn, krijgt het album een bezwerend karakter. Buiten het kader van het album als geheel zouden de songs ook zeker als opzwepend kunnen worden betiteld. De productie en mixing hebben duidelijk oog gehad voor de ontwikkeling van geaccentueerd niveauverschil in de gelaagdheid van de structuren. Muzikale versieringen en tierelantijnen zijn er zat, maar deze krijgen nooit de overhand waardoor wordt gezorgd voor een goede balans. In het solide nieuwe geluid is wel de signatuur van de band terug te vinden door de degelijkheid die besloten ligt in respect voor het verleden.

Never Be Scared/Don’t Be a Hero is vooruitstrevend voor de band en tegelijkertijd een behoudend album gebleven. Dat is prettig, want dit betekent dat de verdedigingswal die ik bij opening optrok, gedurende het album verandert in een wijds openzwaaiende poort. Moss heeft met hun tweede album in één keer hun klankpalet verdubbeld en dat opent alleen maar nieuwe wegen voor een dynamische toekomst.

Read more...

Jenn Grant - Echoes

>> woensdag 23 september 2009

Soms gaan mijn handen jeuken als ik zie hoeveel moois Nederland zonder al te veel aandacht passeert. Echoes, van Jenn Grant, is weer typisch zo’n plaatje waarvan je nog eens flink aan het krabben slaat. Eerlijk is eerlijk, mij was het toch ook bijna overkomen. Gelukkig van het schijfje nu de weg naar mijn speler en zo kan ik nu berichten over het heerlijke kleinood dat dit tweede album is.

Na haar debuut Orchestra for the Moon heeft Jenn Grant in presentatie gekozen voor een glamoreuzere opzet. Haar stem is al even verleidelijk als haar portret. Het eerste deel van het album gebeurt er weinig dat de visuele spanning evenaart. Fijne melodieën en een kabbelende begeleiding, waarbij de grote invloed van americana opvalt, beheersen het beeld. Naast de americana invloeden kunnen ook nostalgische verleidsters Clare and the Reasons en Stephanie Dosen worden genoemd, vooral omdat Jenn regelmatig toevlucht zoekt in ouderwetse songstructuren. Zo ontstaat er het beeld van een gemakkelijk luisterplaatje, totdat de donkere, krachtige en klaaglijke klanken van I Was Your Woman door de speakers komen. Plotseling krijgt Jenn’s geluid een stuk meer kleur en worden haar vocalen beduidend expressiever. Ook de begeleiding neemt een creatieve spurt. Het is misschien niet de verleiding die de verpakking lijkt te beloven, maar het is muzikaal zeer smakelijk. De composities blijven echter prettig toegankelijk, bij een vrijwel onveranderlijk laag tempo.

Hoewel Echoes misschien geen toonbeeld is van originaliteit is Jenn Grant verre van een dertien in een dozijn singer-songwriter. Het was al zo dat men voor goede Canadese singer-songwriters niet ver hoefde te zoeken. Denk maar eens aan de zeer originele platen van Hayden. Aan de kwalitatieve muzikale exportlijst kan met een gerust hart een nieuwe naam worden toegevoegd: Jenn Grant.

Read more...

Richard Walters - The Animal

>> zondag 20 september 2009

Aan dit album ging slechts de ijzingwekkend mooie EP Pilot Lights vooraf. De speurneuzen die deze EP was opgevallen, werden in de tussentijd zoet gehouden met enkele singles, maar nu komt aan het wachten eindelijk een eind. Ook voor Richard Walters zelf duurde het lang. Ondertussen is hij zelfs van universiteitsstad Oxford naar de grootse liefdesstad Parijs verhuisd. Een verandering van omgeving die hoe dan ook niet onopgemerkt kan blijven.

Op The Animal heeft hij zijn kunstige singer-songwritertalent ongelimiteerd de sporen gegeven. Dat betekent een bescheiden, schitterend album vol breekbare songs van onvoorstelbare pracht. De luisteraar bevindt zich al snel onder de betovering van de lichte klanken in zijn bezwerend heldere stem die soms haast gebeden lijkt te prevelen. De ene song is zo mogelijk nog mooier dan de andere. Dat viel andere professionals in deze wereld ook al op. Zo vond All at Sea al de weg naar de soundtrack van CSI: Miami en Brittle Bones is te horen in de film The Butterfly Tattoo. Vermoedelijk zullen dit niet de laatste keren zijn dat anderen inspiratie vinden in zijn muziek of beseffen dat het bepaalde gevoelens perfect complementeert. Richard Walter weet namelijk met groot gemak verschillende emoties op te roepen. Zoals het Richard gegeven is, kennen deze emoties vrijwel altijd een grensoverschrijdende intimiteit. Hoewel er ruimte is voor stemmige accenten van elektrische gitaar en percussie, blijven zijn rustige composities sober. Het trage, contemplatieve tempo hoort daar onlosmakelijk bij. Het kostte Richard enkele jaren om ons van dit werk te kunnen laten genieten. Het rijpingsproces heeft daarom ook veel tijd gekregen. Nu bevindt Richard Walters zich direct tussen gewaardeerde musici als Damian Rice, Jacob Golden, Scott Matthews en Sleeping States. Voor het Nederlandse publiek is het aardig om ook Blaudzun hier te noemen. Vrees echter niet voor een herhalingsoefening. The Animal komt daar niet eens bij in de buurt.

Het is moeilijk te zeggen of The Animal ook zo persoonlijk is als het klinkt. De bezwering duurt eigenlijk te kort, maar is zeldzaam mooi. Richard Walters wordt op dit moment door de critici definitief opgemerkt als authentieke muzikant die geen genre of tijdsgeest nodig heeft. Zijn aangrijpende muziek doet louter verlangen naar toekomstig werk.

Read more...

Sonja van Hamel - Winterland

Na tien jaar en vier veelgeprezen albums is het Nederlandse elektropopduo Bauer in ruste. Hun indrukwekkende laatste plaat betrof een samenwerking met het bekende Metropole Orkest, The Bauer Melody of 2006 genoemd. Nu jaagt de vrouwelijke helft van het duo, Sonja van Hamel, een solocarrière na. Winterland vormt daarvan het eerste album. Het is niet verwonderlijk dat na tien jaar in een succesvolle band, waaraan inmiddels drie jaar ervaring met het schrijven van filmmuziek en musiceren met Amerikaanse collega’s is toegevoegd, Winterland een plaatje is om te zoenen.

Bauer had een zeer eigen geluid dat zeker nog altijd bij Sonja aanwezig is. Intussen hebben zich daar andere invloeden aan toegevoegd. De elektronica heeft een ondergeschikte rol gekregen zonder dat de composities bepaalde typerende Bauer elementen verliezen. Een volstrekt andere inspiratiebron vond ze o.a. in Sufjan Stevens, Aimee Mann, Hanne Hukkelberg, die allen hun sporen nalaten. Bovendien ontlokt de ontspannen sfeer en het loom dromerige tempo een vergelijking met select werk van Zero 7. De singer-songwriter aanpak doet mij ook denken aan Bart Davenport. In mijn ogen zijn deze artiesten niet eens zo ver verwijderd van het oorspronkelijke Bauer geluid. Daarom klinkt de mix van invloeden uitzonderlijk aangenaam, terwijl het zijn creativiteit behoud. Sonja kan op Winterland haar persoonlijke interesses nastreven. Dat leidt ook tot de ruime aanwezigheid van songs uit de film Winterland van Dick Tuinder. Sonja’s gave voor het componeren van filmmuziek spreekt dan ook uit het album als geheel. Samen met de medearrangeur van het Metropole Orkest project, Martin Fondse, zijn ook voor de desbetreffende nummers subtiele arrangementen voor strijkkwartet en blazers geschreven. Deze zorgen op een klassiek aandoende manier voor extra afwisseling.

Winterland laat een singer-songwriter horen met een gerijpt talent voor prettige, eigenzinnige liedjes. De souplesse waarmee deze ten gehore worden gebracht maakt haar muziek nog eens bijzonder toegankelijk. Deze combinatie is slechts weinigen gegeven. Daarnaast koestert Sonja, evenals enkele Nederlandse collegae, een talent voor grafisch ontwerp, hetgeen te bewonderen is in het illustratieve artwork van het album. Winterland is een niet te versmaden totaalpakket dat het verlies van poplieveling Bauer ruimschoots goedmaakt. De solostart van Sonja van Hamel komt met een zeer warme aanbeveling.

Read more...

Port O'Brien - Threadbare

Na de release van hun bejubelde debuut All We Could Do Was Sing bevrijdde het duo, visser Van Pierszalowski en bakker Cambria Goodwin, zich van het alles overstijgende ritme der seizoenen in Alaska. Inmiddels opereert de band vanuit het Californische plaatsje Cambria, nomen est omen, en het nieuwe werk volgde ook op de euforische wereldwijsheid van langdurig toeren. Threadbare beloofde dus een zonnig en opgewekt album te worden, totdat Cambria het verlies van haar broer te verwerken kreeg.

Zoals vaak met ingrijpende gebeurtenissen beïnvloeden deze het creatieve proces. Op Threadbare worden de agressieve, cathcy lofzangen dus grotendeels vervangen door introspectieve ballades die een intieme opzet kennen. Veel van dit werk kwam dan ook tot stand in een huiskamerstudio. De subtielere kwaliteiten van Port O’Brien, die zich minder profileerden op het debuut, treden op het huidige album op sombere wijze op de voorgrond. Toch is ook Threadbare weer een ambigu album. Na verlies en verdriet komt ook verwerking en strijdbaarheid. Voor de songs die deze hoop en hernieuwde levenslust uitdrukken, toog de band naar een studio in Los Angeles. Stevige percussie zorgt dat deze songs meer ruimte innemen. De muzikale ervaring die de band de afgelopen tijd heeft opgebouwd, doet de kwaliteit van de songs goed. Threadbare volgt eenvoudigere lijnen en weet op die manier het onterechte eclecticisme van het eerste album te vermijden.

Het geheel is sfeervoller en consistenter, zij het minder direct en onbevangen. Gezien de plaats en tijd in hun ontwikkeling is dat een fijne zet. Het ligt in de lijn der verwachting dat hierop volgend werk weer flink zal uitwaaieren. Threadbare tekent de groei van een band die geleidelijk opbloeit.

Read more...

Megafaun - Gather, Form & Fly

>> zaterdag 19 september 2009

Bij het horen van de naam Megafaun gaan er waarschijnlijk niet direct belletjes rinkelen en dat moet snel veranderen. Met groot respect voor alle bestaande stromingen, weet deze band americana in een eigenzinnige vorm te gieten. Een vorm die uitnodigt en afstoot, maar altijd de luisteraar aan zich bindt. Megafaun is in feite het trio dat is overgebleven uit de opgeheven band DeYarmond Edison waar ook Justin Vernon (Bon Iver) in speelde.

De inspiratie begon ooit bij de broertjes Cook tijdens een jazzkamp, maar is inmiddels uitgegroeid tot een grote liefde voor de Amerikaanse muziekhistorie. Ze opereren met een alternatief klankpalet gedragen door een rijk en divers instrumentarium. Daaruit ontstaat etherische americana met opluisterende, energieke traditionele elementen, het gezicht gericht op vernieuwing. Het klankpalet bestaat uit kabbelende folklijnen, dissonante, kakofonische samenkomsten, harmonische koortjes opgebouwd uit ijle vocalen en percussie zorgt voor openende signalen. De opmerkelijke folksuite kent verder minimalistische pianopartijen en een heerlijk tokkelende Appalachische banjo. Ondertussen zoekt Megafaun graag het experiment op. Op Gather, Form & Fly worden deze woorden letterlijk meermalen geïnterpreteerd. Het levert een mix op van traditionele ballades, vooruitstrevende musique conrète en prachtige momenten van mysterie die zich niet laten catalogiseren. Dat Megafaun bestaat uit begiftigde muzikanten blijkt ook uit de subtiel geïmproviseerde intermezzos. Emotief slalomt Gather, Form & Fly er lustig op los. Bezinning buigt moeiteloos om in frivoliteit, niemendalletjes of diepzinnige somberte.

Onlangs verscheen het debuut van Volcano Choir, het nevenproject van voormalige collega Justin Vernon. De drang voor experiment daar vormt een goed uitgangspunt voor een typering van Megafaun. Daarnaast zullen ook liefhebbers van Winterpills en Fleet Foxes van deze plaat genieten. Ergens tussen de rust van The Accidental en de wildernis van Akron/Family is dit een authentiek geluid dat danig imponeert.

Read more...

Emily Loizeau - Pays Sauvage

>> vrijdag 18 september 2009

De Frans-Engelse Emily Loizeau is absoluut geen Frans zuchtmeisje. De stem waarmee ze de Franse en Engelstalige songs zingt, heeft een scherpe kraak en een ver reikend volume waarvan je moet leren houden. De muziek op dit tweede album past dan ook beter bij namen als Herman Düne en Moriarty. Die eerste werkte in diverse rollen aan vijf nummers op het album mee.

Pays Sauvage is het tweede album van Emily Loizeau. Haar debuut was van een volstrekt andere orde. Dat ontwikkelde zich over een lange periode binnen een select groepje op het podium. Het succes dat ze daarmee oogstte zorgde voor mee creatieve vrijheid en een eigen huisje in de Ardèche. Pays Sauvage is niet langer een rudimentair, rauw album, maar wordt gekenmerkt door een inspirerende sfeer gehuld in rijke arrangementen. Aan de basis staan traditioneel troubadourschap, alt. country en folk noir. In combinatie met de stevige expressie van haar stem resulteert dat in een album dat zwanger blijkt van sentiment en frivoliteit. Hoewel de songs geregeld biografische thema’s raken, is Pays Sauvage toch geen echte singer-songwriter plaat. Emily Loizeau gebruikte haar vrijheid om een grote groep muzikanten uit te nodigen, maar haar kleine huisje bleek te klein. Zodoende vonden de clashes plaats in de studio. Ze zorgde ervoor dat zij niet constant het middelpunt van de aandacht was. Alle genodigden konden zo ook daadwerkelijk bijdragen leveren aan het geheel. Daarom noemt Emily Pays Sauvage haar hippieplaat. Toch zijn het grotendeels Emily zelf en haar twee vaste bandleden, cellist Olivier Koundouno en drummer en gitarist Cyril Avèque, die hun stempel op het album drukken. Daarnaast staat als een paal boven water dat Pays Sauvage nooit het bijzondere en prachtig gevarieerde werk had kunnen worden zonder de genoemde aanpak. De akoestische songs zullen met hun schitterende tijdloosheid en krachtige karakter nog lang in de muziekwereld nagalmen.

Read more...

The Asteroids Galaxy Tour - Fruit

>> dinsdag 15 september 2009

Het wachten op de nieuwe Air duurt niet lang meer, de venijnige nieuwe Zero 7 krijgt langzaamaan wat aandacht, maar wie graag een opgewekt, pittig elektropop alternatief heeft, kan ook met The Asteroids Galaxy Tour uit de voeten. In navolging van pakkende plaatjes van Passion Pit, Junior Boys en Bachelorette hebben Scandinaviërs vaak de bijna onhebbelijke neiging om alle genres nog eens even door een perfectionerende zeef te laten glijden. De Denen achter The Asteroids Galaxy Tour deden precies dat. De fijne, lichtgekleurde stem van zangeres Mette Lindberg is een fantastische troef, vooral wanneer ze je ondeugend uitdaagt. De spacy, elektronische klanken geven het album een diep dromerig sausje. Uiteindelijk is het de basis van onweerstaanbare ritmes en catchy rifjes die je geheid overhalen. Een stevige groove en aangepaste rockelementen helpen verder bij de ontwikkeling van een eigen sound. The Asteroids Galaxy Tour won snel aan bekendheid door het nummer Around The Bend dat werd gebruikt in de Ipod Touch commercial en ook op de gelijknamige EP te vinden was. Inmiddels hebben ze met hun dansbare nummers al menige zaal plat gespeeld. Fruit geeft je weinig rust, maar vermoeit gelukkig nergens. Alleen in het slotnummer lijkt de band eventjes hun directe punch te verliezen; een klein minpuntje op een ontzettend lekkere plaat.

Read more...

The Swell Season - Strict Joy

Het duo achter The Swell Season bestaat uit Glen Hansard (The Frames) en Marketa Irglova (klassiek pianiste). Door hun muziek en acteerrollen in de film Once werd de vereniging definitief bezegeld. Dat kwam vooral omdat deze film leidde tot een Oscar voor de song Falling Slowly. De film gaat over een toevallige ontmoeting tussen twee muzikanten in Dublin waarna een album en een liefde volgt. Hoewel de suggestie wordt gewekt dat het de biografie van The Swell Season zelf betreft, is de werkelijkheid anders. De samenwerking met Glen’s band The Frames begon via Marketa’s vader, promoagent in Tsjechië.

Met de opdracht voor Once in het vooruitzicht leidde de professionele samenwerking tot het eponieme debuut uit 2006. Het grote succes van de film leverde een flink publiek op dat ook de muziek zeer waardeerde. Intussen groeide de relatie tussen de twee hechter, maar of er sprake is van liefde blijft gissen. Naast het werk voor The Frames werd er getoerd en geschreven, hetgeen samenkomt op Strict Joy. Een samenwerking met producer Peter Katis (The National, Interpol) op aanraden van gastmuzikant Thomas Bartlett (Doveman) resulteerde in deze prettig verzorgde plaat. Gevuld met popliedjes van een hoog niveau waar ontspannen ballades een plezierige afwisseling vormen met uitdagendere songs.

Van Marteka’s klassieke scholing is weinig over. Dan resteert The Frames als inspiratiebron, maar het duo voorkomt dat hun samenwerking teveel lijkt op ander werk. Zo biedt het een creatieve ingang voor beiden. Toch zijn de toegankelijke popliedjes van The Swell Season niet zo opvallend als de aan hen gerelateerde namen. Ook Strict Joy staat vol ingehouden pop in de bekende thema’s: liefde, hoop en verlies. De ijzersterke sfeer en het feilloze niveau zorgen ervoor dat The Swell Season het op eigen kracht vergaarde succes verdient.

Read more...

Signe Tollefsen - Signe Tollefsen

Wil je als singer-songwriter een kans krijgen is talent en moed alleen niet voldoende. Toen Signe Tollefsen haar talent mee de deur uitnam om een ‘openluchtconcert’ te geven in het Vondelpark trof ze daar ongewis een Amerikaan met connecties in de muziekwereld. Onder de indruk van haar songs bleef een uitnodiging niet lang meer uit en zo toog Signe Tollefsen naar Los Angeles om enkele nummers op te nemen. Daarvan vinden we de gevoelige ballades You, Me & the Brewers en My Old Man terug op dit geestdriftige, doch mooi bescheiden debuut. In de afgelopen jaren verhuisde de half-Amerikaanse Signe van Engeland naar Nederland om aan het Amsterdams conservatorium te studeren. Ze won de publieksprijs van de Grote Prijs van Nederland en deelde het podium met grote namen als Alela Diane, Ane Brun en David Sylvian. Na deze namen kan een label als folk noir in een americana sierlijst op een instemmende knik rekenen. Het is de krachtige en nu al doorleefde stem van Signe die de hoofdrol opeist. René van Barneveld vult goed aan op diverse gitaren en er is fijnzinnig gebruik gemaakt van een enkele strijker, blazers en percussie. Als Signe echter niet een zeer authentiek songschrijfster was en interpretatie van de songs niet zo innig was geweest, had het debuut middelmatig kunnen blijven. Daarentegen kunnen we deze fantastische singer-songwriter nu ongereserveerd omarmen.

Read more...

Zero 7 - Yeah Ghost

>> maandag 14 september 2009

Na twee heerlijke albums vol loungy elektropop, kwam Zero 7 op hun vorige album tot een samenwerking met José Gonzales. Naar mijn smaak was dit album wat flauw, maar het project werd vanwege het grote succes van hun nieuwe partner vrijwel overal juichend ontvangen. Dat Zero 7 ook daadwerkelijk niet voor één gat te vangen is, bewijzen ze op hun huidige plaat, Yeah Ghost.

Het label experimenteel was ondanks hun volstrekt eigen sound nooit echt van toepassing op deze Britten, maar Yeah Ghost brengt daar overtuigend verandering in. Dat blijkt al bij de instrumentale openingssequentie die doet denken aan het excentrieke Broadcast. Het album vervolgt met een voor Zero 7 ver bovengemiddeld pittig ritme en ongebruikelijk scherp gecontrasteerde vocalen. Als een verrassing sijpelen op een gegeven moment toch die typische, loungy kenmerken door. Op Yeah Ghost worden grootste werelden geschept die zwaar op elektronische beats en vervormingen leunen. Variatie vinden we zowel in de bezetting als in de composities. In de arrangementen van Swing zorgt de Caraïbische steel drum voor herinneringen aan het debuut van Delays. Het jazzy baslijntje in Pop Art Blue doet op zijn beurt denken aan het debuut van Guillemots. Daarmee slaat Yeah Ghost een brug naar andere genres in de muziek. Tegendraadse beats maken een ordelijke chaos, die over het algemeen feller, pregnanter klinkt dan we van Zero 7 gewend zijn. Daarnaast blijven opvallende vocalen en bekoorlijke melodieën nog altijd onlosmakelijk verbonden met hun stijl. De specifieke sfeer op Zero 7 albums werd altijd al grotendeels bepaald door de vocalisten die meewerkten, hetgeen het gezelschap meer een collectief dan een band maakt. Dat Zero 7 hun loopbaan zien als een accumulatief leerproces wordt duidelijk in Everything Up, waarvoor zowel The Garden als Simple Things de schetsmatige blauwprint legden.

Tot nu toe wordt Yeah Ghost gemengd ontvangen. Hoewel begrijpelijk, is die lauwe reactie niet terecht. Ze braken drastisch met traditie, maar vergaten ook het verleden niet. Het belangrijkste verschil met de zo gemakkelijk te consumeren platen van voorheen is dat net iets meer moeite nodig is om in die onweerstaanbare, meeslepende groove te komen. Vanaf dat moment dwingt Zero 7 echter slechts respect af voor hun lef.

Read more...

Chris Garneau - El Radio

>> zaterdag 12 september 2009

Chris Garneau’s debuut, Music for Tourists, werd als ingetogen folkpopplaat warm onthaald, vooral omdat de gelijkenis met de muziek van Sufjan Stevens voortdurend werd aangehaald. El Radio is zijn tweede album en Chris blijkt een prachtige vorm van zelfverzekerdheid te hebben gevonden. De gelijkenis met Sufjan Stevens is bij vlagen even ver weg als dichtbij en kan ook weleens worden vervangen door Damien Rice of Antony & the Johnsons.

Een snijdend sentiment sijpelt en stroomt door zowel de rijke als zeer sobere composities. Zelfs in de kleinste momenten lijkt El Radio een onverklaarbare grootsheid te hebben. Gezien het feit dat het album is ingedeeld volgens de vier seizoenen is dit grootse gebaar toch op zijn plaats. Deze indeling roept associaties op met projecten waarin muzikanten hun hand jammerlijk overspelen; zo niet Chris Garneau. Van een schuchter talent is op deze plaat echter geen sprake meer. Bovendien is op de plaat totaal geen clichématige invulling van de vier seizoenen te vinden. April Showers zijn eerder treurige hoosbuien die een gevoel van machteloosheid veroorzaken. In Il Fait Chaud is niets te vinden van zorgeloze, zonnige vrolijkheid, maar kent een repetitieve eenvoud in de begeleiding die bedachtzaam emoties tempert. De sombere droefenis krijgt bij In Autumn ook een zekere weerbaarheid die de liedjes daarvoor misten. Winter Songs is het melancholische slotstuk van verstilde geborgenheid. Door al deze delen heen overheerst een thematische rode draad. El Radio is een echt album in de schoonste en delicaatste zin van het woord.

De songs van Chris zijn doordachte pronkstukjes waarin hij meewarig op speelse melodieën wonderlijke, donkere verhalen vertelt. Met de classicistische knipoog van een operette houdt hij de genreclash van folk, pop, americana en volksmuziek verrassend luchtig. In een overwegend traag tempo ontvouwen zich prachtige, doch simpele lagen muziek die tezamen sfeerverhogende harmonie bereiken. Chris’ stem zal, net als Sufjan en Antony, niet direct door iedereen worden gewaardeerd. Laat dat echter niemand weerhouden om met dit authentieke singer-songwritertalent kennis te gaan maken. El Radio borduurt voort op de patronen die op Music for Tourists werden uitgezet. Nu wordt pas goed duidelijk hoe uitgesproken Chris Garneau zelf is. De wijze waarop hij een eclectische bezetting in de bloedmooie songs naar zijn hand weet te zetten, dwingt respect af. Als de luisteraar de tijd neemt, zal dat ontzag plaatsmaken voor onvermoeibare bewondering.

Read more...

Dolores O'Riordan - No Baggage

>> vrijdag 11 september 2009

Ondanks haar solodebuut uit 2007 zullen de meesten de naam Dolores O’Riordan vooralsnog kennen als de charismatische stem van The Cranberries. Are You Listening? volgde in redelijke grote mate nog het geluid dat ze met The Cranberries achter zich liet. Ook No Baggage is eigenlijk onmogelijk te beluisteren zonder aan The Cranberries te denken. Gelukkig hadden The Cranberries een geluid dat niet per se aan een muzikaal tijdperk te koppelen was. Daardoor klinkt ook Dolores’ solowerk niet direct ouderwets. Grote ontwikkelingen hebben echter ook niet plaatsgevonden.

Het is wederom een redelijk fel rockende popplaat die meer klinkt als een volwaardige band dan een singer-songwriter product. Dolores’ manier van zingen is kennelijk zo eigen dat deze niet blijft bij haar voormalige band. Hoewel de lyrische, melodische uithalen naar de achtergrond zijn verdwenen, zijn haar vocalen uit duizenden te herkennen. De intimiteit en intensiteit die ze met haar stem kan bereiken, zijn desondanks goed te bewonderen op Lunatic. Onder het rockende gewelf gaan eigenlijk relatief simpele popliedjes schuil die een minder uitgesproken karakter hebben dan voor kenners misschien wenselijk zou zijn. In de liedjes zijn wel sporadisch elementen uit de traditionele folk van thuisland Ierland gebruikt. No Baggage is een sarcastische titel, want de rode lijn op dit album bestaat nu juist uit diepe, emotionele ontboezemingen met zware thema’s.

Ondanks het Ierse sentiment raakt het mij allemaal niet echt. Dat was met The Cranberries wel anders. Over de helft van het album krijgt de muziek iets meer eigen karakter, zoals in de ballad Stupid of nummers als Be Careful en Throw Your Arms Around Me. No Baggage wint op die momenten aan diversiteit en felheid. Nu is het ook een moeilijke taak om als soloartiest na groot succes met een band een nieuwe carrière op te bouwen. Was het andersom geweest was de kritiek vast minder zwaar. No Baggage is best een sterke plaat, maar toch vooral geschikt voor liefhebbers die The Cranberries ontzettend missen.

Read more...

Wye Oak - The Knot

Nog niet zo lang geleden berichtte ik hier al over de schone miniatuurtjes op het vorige Wye Oak album, If Children. Nu zijn Jenn Wasner en Andy Stack alweer terug met The Knot. Met de 460 jarige historie van een boom als inspiratiebron zal Wye Oak niet snel klaar zijn met liedjesschrijven. De metaforische albumtitel is de andere leidraad in dit nieuwe werk. In een paar maanden tijd is het geluid van het duo niet enorm verandert, maar lijken de songs wel scherper te zijn neergezet. Ook zijn de songs als geheel meer volgroeid, hetgeen ruimte geeft voor ontwikkelende composities. Hieruit blijkt dat het gezelschap zijn stijl heeft geaccepteerd en niet langer zoekende is naar de grootste zeggingskracht. De americanabasis komt vrijwel in iedere song nog duidelijk naar voren. Dat zit niet alleen in het instrumentarium, maar ook in de sfeer en tempo’s tot aan de leidende gitaarpartijen. Overigens betekent dit niet dat Wye Oak erop is gebrand conventies te volgen. Zonder te reiken naar sterk afwijkende stijlkenmerken, koestert Wye Oak op The Knot een eigen karakter. Warme, sfeervolle lagen kunnen moeiteloos omslaan in onvervalst rauwe uitwassen en andersom. Aan deze tweespalt, waarin interesse voor harmonie en melodie altijd hun belang behouden, ontleent Wye Oak zijn bestaansrecht. Uit deze americana folkrock volgen nu plezierige platen die kwaliteit bieden zonder enorm op te vallen.

Read more...

Years - Years

>> donderdag 10 september 2009

Years is het verrassende en uitzonderlijke soloproject van Do Make’s en Broken Social Scene’s Ohad Benchetrit. Een goedgekozen naam, want het voorbijgaan van de tijd lijkt centraal te staan in de enigmatische composities op het album. Intriest drama gaat hand in hand met momenten van wonderschone verwondering en getemperde euforie. Tussen de bedrijven door en zijn drukke gezinsleven bracht Ohad veel tijd door in zijn thuisstudio en achter de PC om dit wonderlijke werk te maken.

De rijk gelaagde composities zijn gevormd in minimalistische, repetitieve patronen die de melodieën sturend dooraderen. Soepel akoestische gitaarspel is de degelijke basis waarop zijn muziek is gebouwd, maar ook daaraan is eindeloos gesleuteld om de klanken precies te laten uitdrukken wat de compositie doet bloeien. Gelukkig gaat hij zeer smaakvol om met elektronische kunstgrepen. Enkele getalenteerde gastmuzikanten tillen de spanning en uitvoering naar een hoger plan. Zo zijn Mike Barth (trompet), Julie Penner (viool), Milos Popovic (accordeon) en Justin Small (zang) op het album te horen. Het geheel heeft het karakter van een dynamische in elkaar overvloeiende soundscape die als een soundtrack wereldwijze belevenissen begeleidt. Toch zijn daarbinnen ook vaster omlijnde elementen (nummers) te ontwaren die meer de regels van een lied lijken te volgen, hoewel alleen in A Thousand Times A Day daadwerkelijk gezongen wordt. Ohad zelf zei over het creatieve proces dat hieraan ten grondslag lag dat hij het ervaren heeft als filmregisseur Peter Jackson, die zei: “you never really finish you just run out of time”.

Op het meeslepende Years zijn de conventionele regels van de tijd niet van toepassing. De composities broeien ook na afloop nog door. De schitterende orkestraties weten de afstand tot het dagelijks leven zo te verkleinen dat het een schier oneindige ervaring wordt die zijn aardse schoonheid nooit verliest. Years komt uit onverwachte hoek, maar is daarom zeker niet minder welkom.

Read more...

Lenka - Lenka

>> woensdag 9 september 2009

De naam Lenka behoort Australische singer-songwriter/actrice Lenka Kripac toe, maar voor mij riep het direct associaties op met het El Salvadoraanse/Hondurese volk, de Lenca, waar ik een tijdens mij studie kennis mee maakte. Deze antropologische gedachtesprong was voldoende om eens goed naar haar debuut te gaan luisteren. Getekend door het grote Sony was het vrij duidelijk dat van haar singer-songwriterpop verwacht wordt dat het een breed publiek aanspreekt. Niets is minder waar. Het duwtje werd al gegeven door de songs die in diverse soundtracks terechtkwamen. Zoals vaak geldt voor beginnende singer-songwriters die onder een grote paraplu terechtkomen, is er veel gesleuteld aan de opvulling van de arrangementen en een uitgebreide productie. Gelukkig betekent dat niet dat de kern van de songs daaraan ten onder is gegaan. Het betekent wel dat Lenka moet opboksen tegen heftige golven instrumentale drukte. Dat komt de beleving van de vaak eenvoudige, pure popliedjes niet altijd ten goede. Een fijn gevoel voor melodie en duidelijke interesse van de typerende klankkleuren uit diverse genres en decennia popmuziek maken dat het elftal opgewekte uitspattingen op het album niet verveelt. Jammer genoeg blijft het geheel net iets te ruim binnen conventies om echt opzien te baren. De potentie voor het brede publiek ligt daarin besloten. Voorzichtig kan een vergelijking met Sara Bareilles of A Fine Frenzy worden gemaakt. Wie zin heeft in een rondje makkelijk verteerbare, ambachtelijke pop of behoefte heeft aan wat lichte emoties zit met Lenka altijd goed.

Read more...

Firekites - The Bowery

>> dinsdag 8 september 2009

De nieuwste telg van het eigenzinnige Own Records komt uit Australië. Aan de basis staan Tim McPhee en Rod Smith, maar om de band te completeren putte ze uit een indrukwekkende voorraad muzikanten vanuit de onafhankelijke Australische muziekscene. Leden van The Herd, The Instant, Pivot en Charge Group zijn van de partij. Own Records vindt zijn acts in ver weggestopte genres en Firekites is daarop geen uitzondering.

Het geluid van de band past comfortabel tussen de ambient pop soundscapes van Khale en de lo-fi folktronic van TaughtMe. Buiten hun eigen stal kunnen ook Sleepings States of Bon Iver genoemd worden. Firekites is echter minder loom en leunt iets zwaarder op percussie. Het zijn heerlijke songs die dagdromen verlengen en intensiveren. Opvallend zijn ook de vioolpartijen van Jason Tampake. Vaak vormen de dubbele, trefzeker tokkelende gitaarpartijen van Tim en Rod de basis voor de composities. Bij hun stijl past ook een subtiel gevoel voor elektronica. Waar dat gepast is, worden elektronische ruis en samples ondersteunend gebruikt om extra gelaagdheid in de texturen aan te brengen. Firekites bestaat, getuige de aandacht die in de composities wordt gestoken, niet alleen uit eenzijdige songschrijvers. Dat zorgt ervoor dat ook instrumentale nummers op The Bowery te vinden zijn. Deze doen regelmatig minimalistisch aan door de hoge mate van repetitie.

De titel van dit album, The Bowery, verwijst naar de verlaten danszaal waarin de nummers zijn opgenomen. Van dansbare muziek is echter totaal geen sprake, maar de desolate ruimte lijkt een positief effect te hebben gehad. Het is altijd heerlijk een band te ontdekken die dergelijk bijzonder werk aflevert, waar je bij voorbaat geen enkel idee van had. Firekites maakte met The Bowery een album dat waarschijnlijk een goed bewaard geheim gaat blijven en dat komt hun talent slechts ten goede.

Read more...

Nurses - Apple's Acres

Gezien de unieke aard van Ghost Trucker’s album Grand Mystique lag het niet bepaald voor de hand de dat ik een album zou tegenkomen dat van begin tot eind een adept lijkt van vergelijkbare muzikale overtuiging. Toch is dat precies de typering die past bij Apple’s Acres, na een zelf uitgebracht debuut, het tweede album van Nurses. Van origine bestond Nurses uit het duo Aaron Chapman en John Bowers, maar sinds ze zich in Portland vestigden kwam percussionist James Mitchell de gelederen versterken.

Ten opzichte van Grand Mystique kan worden gesteld dat Apple’s Acres in de arrangementen een beduidend scherper klankpalet gebruikt. Ook hier kenschetsen de vocalen (van Aaron Chapman) voor een deel het geluid. Afgezien van zijn opmerkelijke timbre, zijn het invloeden van Arcade Fire, Muse en Windmill die deze vocalen kenmerken. De rijkdom van Nurses toont zich echter vooral in de orkestraties. Naarmate de composities intenser worden, krijgen de orkestraties een klassieke klasse met alle dynamische nuances daarbinnen. Combineer dit met het bloeddoorlopen realistische melodrama dat Apple’s Acres zijn toegankelijkheid geeft en een prettige balans tussen Parenthetical Girls en Ticonderoga volgt. De complexiteit van hun geluid vindt zijn oorsprong in tegendraadse ritmes, vreemde loopjes, een wonderlijke rijkdom aan geluidjes en samenkomsten in mysterieuze, dromerige harmoniën. Het is een uitdaging om telkens weer alle dartelende melodielijnen te blijven ontwaren. Deze muziek is uiterst minutieus gecomponeerd, maar heeft desondanks de organische uitstraling van de strakomleinde chaos van een psychedelische jamsessie. Zo kan het dat Apple’s Acres zowel lichtvoetig als overweldigend overkomt. Hoewel vrolijkheid niet direct aan Nurses is besteed, kent het album zeker niet het donkere gemoed dat misschien wordt verwacht. In al het klankgerichte experimenteren blijven speelse open plekken passeren.

Liefhebbers van het enigmatische werk van Soy Un Caballo, Sweet Billy Pilgrim, Get Well Soon of TaughtMe zullen in Nurses een welkome aanvulling vinden op de groeiende parade eigenzinnigen. De conventieschuwe genrepatronen definiëren zich op deze zeldzame parels in hun eigen recht. Als dan het gepaste melodrama een ingang naar persoonlijke emoties is, wordt Apple’s Acres een onwerkelijk genot.

Read more...

The Black Atlantic - Reverence for Fallen Trees (In A Cabin With)

>> zondag 6 september 2009

Wachten duurt altijd lang, maar de motor van het In A Cabin With project van Maarten Besseling werkt op hoge toeren. De nieuwste spruit is het project van The Black Atlantic. The Black Atlantic bracht enige tijd terug een EP uit met de titel Send This Home. De vier songs op die plaat gaven blijk van ideeën met potentie. Toch was ik niet direct lyrisch. Nu, onder de dwingende vleugels van het IACW project, hoef ik op Reverence for Fallen Trees niet langer gereserveerd te reageren. Zoals een gewoonte wordt met IACW albums is het resultaat nooit direct wat je verwacht. De etherische, ijselijke schoonheid van Reverence for Fallen Trees evenaart veel van de grote namen in de alternatieve, (freak)folk van dit moment.

The Black Atlantic onderging voor dit album een kleine metamorfose, waarin voorman Geert van der Velde zijn muzikale talenten met ogenschijnlijk weinig moeite snel uitbreidde. Ook vond singer-songwriter Kim Janssen, die onlangs nog indruk maakte met zijn debuut op Volkoren, permanent onderdak bij de Groningse band. Daarnaast zijn natuurlijk weer vele gastmuzikanten, waaronder Leo Maymind (Spanish Prisoners) en Peter Silberman (The Antlers) op Reverence for Fallen Trees te horen. Dit heeft geresulteerd in een inspirerende en verbluffend mooie symbiose. Het geluid van The Black Atlantic is veel diverser en rijker geworden, maar kiest voor een weg van voortdurende ingetogenheid. Daarin is ruimte voor vriendelijke vormen van experiment en het cultiveren van uitgestrekte soundscape texturen. Gelukkig is nergens getracht alle kleine ruwe rammeltjes weg te poetsen, waardoor de muziek ondanks zijn aard een zekere tastbaarheid bewaart. Naast Audiotransparent is Groningen nu een exceptioneel slowcore gezelschap rijker.

Onze internationale collegae van Slowcore vergeleken het album, opgenomen in een blokhut in de bergen van de staat New York, al met Bon Iver’s For Emma, Forever Ago dat de vrucht was van een vergelijkbaar procedé. Dit geeft niet alleen aan wat je van dit album mag verwachten, maar ook dat de aansprekende werkwijze van IACW gestaag aan bekendheid wint. Deze sessie met The Black Atlantic is een prachtige pleitbezorger voor een mes dat altijd aan twee kanten snijdt.
Gratis te downloaden op In A Cabin With

Read more...

Marcisz - Songs from Red Brick Road

>> vrijdag 4 september 2009

Erwin Marcisz zal bij ingewijden wellicht bekend zijn als één van de mannen achter de Belgische powerpopformatie Mint. Een soloplaat was nooit het vastomlijnde plan, maar op basis van een aantal gehometapede liedjes was een album kennelijk het logische vervolg. Het is niet moeilijk om blij te zijn met die beslissing. Verwacht echter niet het soort muziek dat Mint maakt. Door enkelen werd Songs from Red Brick Road al omschreven als hoe liedjes klinken voordat een hele band ermee aan de haal gaat. Die omschrijving is treffend, maar wekt de suggestie dat het album een onaf product zou zijn. Goed, bewust is er geen werk verzet om alle imperfecties in de uitvoering alsook de opnames weg te poetsen. De geluidjes op de achtergrond horen bij Marcisz’s zolder waar het album verder vorm kreeg. Zo waren slechts een paar microfoons en een 4-track voldoende voor de opnames. Het organische rauwe randje dat daardoor onderdeel is van zijn stijl, mist het beoogde effect niet. Songs from Red Brick Road klinkt menselijk en onverhuld oprecht. Door de opgelegde beperkingen in de arrangementen profileert het album zich met een pure eenvoud. Waar stem en gitaar onvoldoende bleken, zijn spaarzaam andere klanken gebruikt. Zo klinkt het resultaat kaal, doch uitnodigend open. De essentie van een singer-songwriterplaat is gekoesterd. Flarden van folk en pop vormen een nostalgisch aandoende basis, waardoor een naam als Jeremy Jay bij beluistering door het hoofd schiet. Bovendien richt het album zich bewust op een kinderlijke naïviteit die de eenvoud van de oorspronkelijke melodieën siert. Die kinderlijke blik doet denken aan Levy, maar dan zonder alles eigenlijk. Songs from Red Brick Road is een fijn plaatje dat ons terloops de bron van de popmuziek toont: liedjes schrijven.

Read more...

Wild Beasts - Two Dancers

Het onwerkelijke debuut Limbo, Panto klonk bijzonder geïnspireerd en deze zeer snelle opvolger geeft aan dat de inspiratie van Wild Beasts nog lang niet op was. Toch lijkt er in korte tijd wel degelijk een sterke ontwikkeling te hebben plaatsgevonden. Limbo, Panto struikelde haast over zichzelf heen van overdaad, terwijl Two Dancers gas terug neemt en zichzelf wat meer tijd gunt. Dat levert rustigere en ruimtelijke nummers op waarin nog altijd de etherische falsetto’s letterlijk en figuurlijk de boventoon voeren. Wederom zijn daar ook de inmiddels herkenbare zwierige melodieën die vaak worden gedragen door zware, strijdbare percussie, pittig de ritmes accentuerend. Deze nieuwe lijn sprak al uit de mooie single Hooting & Howling. De toon voor Two Dancers was daarmee gezet. Het album komt donkerder en meer overdacht over, hoewel de albumtitel juist het springerige van het debuut lijkt te suggereren. Het tweekantige titelnummer doet daar zelfs nog een stemmig en meewarig schepje bovenop. De klaaglijke donkertes die komen bovendrijven typeren de verbreding van hun geluid op deze tweede plaat goed. Toch heeft Wild Beasts ook zijn clowneske fratsen niet verleerd. Een vluchtige blik op de teksten zegt daarvoor genoeg. Dit zorgt voor een prettig dualisme op het album dat daardoor een wijze uitstraling krijgt. Door de relatieve versobering zal het voor sommigen misschien makkelijker zijn om van Two Dancers te houden dan van Limbo, Panto. Voor mij is het vooral heerlijk om te horen dat de eigenzinnige stijl van Wild Beasts niet beperkt blijft tot een gimmick. Op dit album speelt een sterk gegroeide band die controle neemt over zijn troeven. Wild Beasts is misschien een acquired taste, maar voor diegenen die er een oor voor hebben is Two Dancers een zeldzame traktatie.

Read more...

Templo Diez - Merced

In drie albums tijd heeft de Haagse band Templo Diez onder leiding van zanger en songschrijver Pascal Hallibert een uitgesproken stijl ontwikkeld. Deze stijl is gebaseerd op een stevige en kundige basis van altcountry en country noir zonder zich als buitengewoon Amerikaans te profileren. Op de voorgaande plaat, Winterset, tastte de band duidelijk de verbreding naar verschillende muzikale genres af. Deze ontdekkingstocht neemt een vlucht op het huidige album, Merced, zoals ze het zelf zien; het slotstuk van een drieluik. Ondanks dat Templo Diez er nooit op uit lijkt te zijn bijzonder toegankelijke muziek te maken, kwam de eerste twee delen veel lof toe. De captiverende stem van Pascal heeft dan ook de aanlokkelijkheid van een verderfelijk verleider. Tegen zijn enigszins theatrale sentiment valt niet te vechten. Grotendeels leunden de verdiensten van Templo Diez op die kenschetsende stem, maar op Merced is inmiddels veel meer aan de hand.
Waar aanvankelijk vergelijkingen met Sparklehorse, Woven Hand, Calexico en Iron & Wine voor de hand liggen, kent hun geluid vooral geestverwanten hier in de lage landen. Bij onze zuiderburen vinden we immers het schuchter gepresenteerde Krakow en het melodramatische Dez Mona, terwijl in Groningen de slow-core kunstenaars van Audiotransparent resideren. In het daartussenin gelegen Den Haag, benut Templo Diez met sluikse blik de iets verkleinde afstand naar het Amerikaanse westen. Door het lage tempo en de langgerekte melodieën monden Templo Diez’s nummers vaak uit in soundscapes. Daarin zijn bij vlagen enkele wereldlijke invloeden in te bespeuren. Onder de rijke texturen gaan gruizige postrocklagen schuil die de uitgestrekte velden met gecontroleerd geweld overspoelen. Dit heeft echter een revitaliserend effect, want uit deze vruchtbare velden ontspruit ook het even bekoorlijke als bezwerende Shangri-la. Uit dit nummer spreekt de prachtige afwisseling tussen de heldere, vrouwelijke vocalen van Gloribel Hernández en de diepe stem van Pascal. Gloribel zorgt voor innig gekoesterde opklaringen in de zwaarmoedige sfeer van het schemerdonker. Zoals gebruikelijk voor Templo Diez straalt ook Merced een zekere tijdloosheid uit, in zowel de muziek als het sobere artwork. Het is te hopen dat Merced’s voortreffelijke slot van het drieluik niet betekent dat Templo Diez in de toekomst ophoudt te zoeken naar nieuwe hoogtes. Hun muziek is geliefd gezelschap voor eindeloze roadtrips en zo liggen er voor Templo Diez zelf nog vele bestemmingen in het verschiet.

Read more...

[Bonus download] Richard Walters

>> donderdag 3 september 2009

Reeds in oktober afgelopen jaar steeg de spanning in afwachting van een debuutalbum van Brits talent Richard Walters. Inmiddels is het nog altijd geen feit, maar men heeft mij beloofd dat het eind deze maand toch echt zo ver gaat zijn. Voor wie alvast kennis wil maken met zijn diepe, sfeervolle muziek en geweldige vocalen is een gratis download beschikbaar gesteld voor lezers van Nieuwe Geluiden. Deze is hier te vinden: Richard Walters' Flooded Valley Het betreft de mooie song Flooded Valley, de b-side van de eerste single True Love Will Find You In The End. Overigens is al één nummer van het aankomende album The Animal, All At Sea, geselecteerd voor de soundtrack van CSI: Miami. Richard Walters lijkt dus op weg naar een vliegende start, na wat vertraging.

Read more...

Athlete - Black Swan

>> woensdag 2 september 2009

Nadat het Engelse Athlete in 2003 onze aandacht greep met een schitterend debuut vol enorm pakkende songs, werkten ze hard aan hun sound. Opvolger Tourist was ingetogener en emotioneel krachtig, waardoor de band definitief uit de marge stapte. Vervolgens werd Beyond The Neighbourhood echter erg wisselend ontvangen. Er ligt dus een zekere druk op deze nieuwe plaat. Het openingsnummer van Black Swan, Superhuman Touch, wordt geleid door pompende elektronica. Nu waren zwierige synths altijd al subtiel aanwezig in Athlete’s arrangementen, maar Superhuman Touch voelt hierin intuïtief goedkoop aan. Het hoge volume en gebrek aan dynamiek helpen ook niet. Onverwachts volgt echter een divers album waarin de rust meermalen weerkeert. Hiervoor zorgen klassieke, sentimentele popballades als Love Come Rescue en Rubik’s Cube. Joel Pott’s kenmerkende stem en stijl van zingen spelen gelukkig weer een belangrijke rol. Athlete’s geluid is doorspekt van ritmische melodielijnen die mooi worden geaccentueerd doordat de vocalen soms met een staccato breuk zijn afgekapt. Met het typerende, iets loom aanvoelende tempo van Athlete wordt op Black Swan constant een vloeiende sound met een licht tergende ondertoon gesmeed. Het is de heren niet na te dragen dat ze in herhalingen vallen. Tot nu toe heeft ieder album heeft een eigen karakter waarin het talent van de band zegeviert.

Read more...

Doelstelling van deze blog

Meer aandacht voor het (nog) onbekende. In tenui labor of toch niet?

Mededelingen

Donderdag 1 juli: deze week weer een frisse herstart verwacht.
Kort reces tot 13-05-10.
Na een kort reces vandaag (24-02-10) weer aan de post. Inmiddels is deze blog twee jaar geworden!
Gedurende december zullen er minder recensies worden geschreven
21-31 augustus: tijdelijk even geen recensies ivm een kort reces
Zondag 14 juni: Creative Commons licentie BY NC ND van toepassing op alle inhoud
Woensdag 3 juni: zoekfunctie en auteursrechtenonderdeel toegevoegd
Dinsdag 19 mei: template aangepast, hopelijk verbeterd
Vrijdag 15 mei: nieuw template; ontwikkeld door Ourblogtemplates.com, 2008

Auteursrechten

© Copyright Benjamin N. Vis

Uitgezonderd waar anders vermeld, is op alle inhoud van deze blog een Creative Commons Attribution 3.0 License van toepassing. Deze is hieronder gespecificeerd als CC BY NC ND. Voor meer informatie klik op de links aldaar.

  © Blogger templates Inspiration by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP  

Creative Commons License
werk van Benjamin N. Vis, Nieuwe Geluiden is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Geen Afgeleide werken 3.0 Nederland licentie.