Le Loup - Family

>> donderdag 31 december 2009

De tweetaligheid van bandnaam en titel doet misschien anders vermoeden, maar Le Loup is afkomstig uit Washington DC. Van politieke geluiden is op Family gelukkig geen sprake. Voor het schrijven van deze plaat volgde de vijfkoppige band, met Sam Simkoff (in wiens slaapkamer de band werd geconcipieerd) als stralend middelpunt, hetzelfde pad als Bon Iver voor For Emma, Forever Ago.

Al snel blijkt dat het in de blokhut van Le Loup waarschijnlijk niet koud was en men niet ingesneeuwd raakte. Family trakteert namelijk op overwegend open en opgewekte heerlijkheden. Het mag duidelijk zijn dat het Nederlandse project In A Cabin With gedegen grond heeft voor zijn aanpak. Op Saddle Mountain opent de band met bedachtzame, sacrale klanken die snel afglijden naar donkerder atmosferen. Verrassend genoeg kleedt de band deze vervolgens scherpzinnig aan met speelse veelal op wereldmuziek geënte folklijnen. Daarmee toont Le Loup gelijk zijn ware aard. De band past probleemloos bij de eclectische, nieuwe folkgeluiden uit de VS waar we momenteel maar geen genoeg van kunnen krijgen. De wereldlijke inslag doet denken aan The Acorn en Vampire Weekend. Percussie is ook een wezenlijk onderdeel van hun karakter. Daarnaast vallen de vocalen op, want hierin is een vergelijking met Fleet Foxes nooit ver weg. Dat is niet op zodanig voor de hand liggende manier dat ze hun eigen gezicht verliezen. Fleet Foxes koos stilistisch duidelijk voor andere richtingen en juist de combinatie met de speelse imborst van Le Loup zorgt voor een totaal andere ervaring. Bovendien is dit al het tweede studioalbum van de groep, waardoor originaliteit minder makkelijk kan worden betwist.

Family is een plezierige plaat die de juiste snaren weet te raken. Het is minder direct en toegankelijk dan zijn muzikale evenknieën en zal daardoor in termen van succes diverse anderen voor zich moeten dulden. Voor de liefhebber die op zoek is naar variatie in dit groeiende genre is Le Loup een welkome aanvulling.

Read more...

Johnny's Landing - Johnny's Landing

Johnny’s Landing is sinds 2005 een Haagse indieband die telkens weer een stapje verder probeert te komen in de Nederlandse muziekwereld. Ten dele lukt dat aardig en dat is vooral te danken aan de flinke dosis lef en visie die de band tentoonspreidt. Wellicht dat hun podiumoptredens een ander beeld geven, maar op deze EP blijft de kwaliteit van Johnny’s Landing toch op een betrekkelijk laag peil steken. Dat is vrijwel volledig te wijten aan de muzikale uitvoering.

De drie songs op deze EP moeten het duidelijk van de vocalen hebben, want de arrangementen blijven erg vlak of dof klinken. Het is niet ondenkbaar dat de wollige mix van de plaat de oorzaak is van de afstandelijke klank, maar bovendien benadrukt dit ook de star, ritmische arrangementen. Het instrumentarium klinkt daardoor grotendeels plichtmatig en weinig energiek. Openingsnummer Dear Patron is de luisteraar nog even te slim af met de helder afstekende pianopartij, het duurt echter niet lang voordat de combinatie met percussie tot een eentonig gebonk afzwakt. Samen met de gejaagde vocalen blijft Dear Patron slechts een matige spiegeling van An Pierlé.

In de overige songs speelt zangeres Dominique Dijkhuizen met jazzy uithalen. Haar vocalen vormen in de basis de belangrijkste factor voor de identiteit van de band. Helaas was Dominique niet in vorm toen deze plaat werd opgenomen. De jazzy aandoende vocalen tonen vooral haar technisch zwakke kanten. Met enige regelmaat valt er een valse noot, die zeker niet kan worden verward met karaktervolle dissonantie. Het vele glijden en vibrato komt dat niet ten goede, want daardoor blijkt nog maar weer eens duidelijk dat Dominique op zoek is naar zuiverheid en dat slechts gedeeltelijk weet te lokaliseren. Op de momenten dat ze dit weet te corrigeren krijgt ze de luisteraar soms op het randje van vertedering, maar iedere emotionele diepgang wordt algauw door technisch gebrek verstoord. Johnny’s Landing weet dit op geen van de drie nummer te boven te komen, waardoor de band vooral kan worden geroemd om het onderliggende concept, maar niet om zijn muzikale prestaties.

Read more...

Corbelijn - Corbelijn

Corbelijn klinkt overwegend als een singer-songwriterplaat, maar betreft de eerste spruit van een Delfts trio. Voorman Jean-Marie Tournier imponeert vanaf de eerste klanken met zijn krachtige, donkere stem. Zijn sonore klanken hadden ook bij een volle rocksound niet misstaan. Corbelijn koos echter voor een ingetogen geluid waarbij gitaar en drums een dynamische onderlaag vormen.

Op de meest potente momenten doet hun sound terugdenken aan het soloavontuur van Justin Currie. Het is vooral deze diepe en zware kant van Corbelijn die de plaat interessant maakt. In de vocalen vindt de luisteraar een herkenbaar continentaal sentiment, terwijl de stijl eerder Brits aandoet met typische Amerikaanse slierten erin. Het net niet langzame ritme, gedragen door de drums, lijkt in Mist, Solo en Bigby Nederlandse roots te kennen. Verder krijgt het geheel muzikale kleur door het gebruik van folkversieringen in de melodie. Corbelijn zoekt inspiratie op toegankelijke plaatsen en daardoor heeft de plaat de neiging op veel alternatieven tegelijk te lijken. Desondanks ontwijken ze gemakkelijk kritiek die kopieergedrag suggereert. De songs klinken oprecht en opvallend genoeg om niet zo gemakkelijk te worden neergesabeld. Jean-Marie’s stem, die het grootse gebaar van bijvoorbeeld Editors’ Tom Smith raakt, blijft een onmisbare troef voor de band. Zolang Corbelijn trouw blijft aan de geprefereerde diepe klanken. Zodra dat gewicht wordt verlicht en opengewerkt, worden enkele schoonheidsfoutjes zichtbaar en toont zich soms de relatieve onervarenheid van de band. Veel daarvan wordt treffend opgevangen door de prima opnames en productie van Excelsior-bekende Frans Hagenaars.

De begrenzingen in het musiceren temperen helaas wel de potentie voor verfraaiende variatie op het album. Toch blijft Corbelijn ook als plaat overeind. Er is ruim voldoende capaciteit en oorspronkelijkheid aanwezigheid om een stevig portret af te leveren van een fijne Nederlandse band in de groei. Het ligt in de lijn der verwachting dat verdere rijping van de band en de nodige optredens zullen zorgen dat de onbedoelde imperfecties op een volgend album juist zullen worden ingeruild voor intentioneel karakter.

Read more...

Links, van Froukje Tan

>> woensdag 30 december 2009

Deze film van Nederlandse regisseuse Froukje Tan ging op het IFFR in première en bezit internationale overtuiging. De soundtrack van de Easy Aloha’s in combinatie met de klinisch, fotografische beelden van Froukje zorgen voor een contrastrijke kijkervaring, zoals in Paul Thomas Anderson’s Punch Drunk Love. De combinatie van achtervolgende camerabewegingen en statische beelden draagt daar grotendeels aan bij, evenals de absurdistische vertelling. Het tragikomische gegeven is ook terug te voeren op de meer klassieke cinema, maar de uitstraling van Links is onmiskenbaar modern. Een mooie hoofdrol is weggelegd voor acteur Jeroen van Koningsbrugge. Ik heb weinig met zijn TV-werk, maar Froukje Tan weet hem perfect in toom te houden en het maximale uit zijn, hier getemperde, spel te halen. Door de prima prestaties in de vele dubbelrollen, van tegenspelers Lotte Verbeek en anderen, levert dit een boeiende spanning op. De wereldvreemde vogel Dexter ontdekt in de film dat veel van zijn scherp gereguleerde wereld het resultaat is van een onopgemerkt gebleven mentale aandoening. Als de zich opstapelende problemen niet langer te ontkennen zijn, gaat hij in behandeling en moet opnieuw leren leven met zijn conditie. De visuele beperking leende zich uitstekend voor de beeldtaal in film. Bovendien laat de schone rust in de regie voldoende ruimte open voor karakterontwikkeling. Dat zorgt voor een minstens zo intense alsook interessante prent.

Read more...

Boy Omega - The Ghost that Broke in Half

De Zweedse Martin Henrik Gustafsson (aka Boy Omega) produceert op aanzienlijk tempo nieuwe platen. Hij heeft al vijf albums in even zoveel jaar op zijn naam gezet. Daar komen dan nog EP’s bij. The Ghost that Broke in Half presenteert dus zeker geen muzikaal groentje. Voor mijzelf betreft dit echter een introductie.

Dit keer is de afkomst geen voorbode van de stijl; geen donkere en ijzige (freak)folk of typerende perfectiepop. Boy Omega brengt ons een flinke collectie eclectische electropop waarachter een stevige dosis combinatie-experiment schuilt. The Ghost that Broke in Half past daarmee beter tussen namen als Deastro en Lackthereof, en andere vooruitstrevende collegae uit Portland, maar schuwt ook het knutselgehalte van Loney, Dear niet. Lo-fi wordt het album overigens nergens. Bij beluistering van het album bekruipt me het gevoel dat Martin wellicht beter de productiviteit iets naar beneden kan schroeven. Hoewel de songs op zich ruim voldoende inzicht en originaliteit tonen, lijkt de afwerking daarvan beneden peil. Over het algemeen gebruikt Boy Omega een grote hoeveelheid middelen, maar weet daar niet per se een groter effect mee te bereiken. Ook ontbreekt het door de plaat heen aan voelbaar sentiment, terwijl de nummers daar wel om lijken te vragen. Pas over de helft van de looptijd weet hij daarin te groeien en variëren. Vervelend, want het lijkt erop dat met de juiste rijping en invulling de selectie songs beter had kunnen zijn. Aan de andere kant toont Martin zich een noemenswaardig, geoefend muzikant en componist. Hij weet zijn songs goed op te bouwen en kan met klanklagen en ritmes de luisteraar goed boeien. Daarmee luister je The Ghost the Broke in Half zonder tegenzin uit, maar er had wel meer ingezeten.

Read more...

Paul Armfield - Blood, Fish & Bone

Bij eerste kennismaking is Blood, Fish & Bone een relatief onopmerkelijke plaat. Onopmerkelijk niet in de zin van saai, maar in de zin dat alles goed zit. Het album zet in als een typische man-met-gitaar singer-songwriter plaat, maar weet algauw te overtuigen van zijn bredere kwaliteiten. De subtiel en rustig uiteengezette songs doen niet vermoeden dat ze uit de strot komen van de ruig ogende, bebaarde Paul Armfield. Zijn verleden als boekwinkelmanager lijkt dat beter te verklaren.

Blood, Fish & Bone sluit aan bij roots en folkgenres, maar doet geen van beide op traditionele wijze. Die donkere, bronzen eigengereidheid past goed bij het singer-songwriterschap. Vaak is er sprake van kabbelende songstructuren die haast vergelijkbaar zijn met het verstilde The White Birch. Toch blijkt het onopmerkelijke plaatje al gauw opvallende trucs verborgen te houden. Het meeslepende, donkere Sloe Gin is daar een aansprekend getuige van. In het vervolg, What Would Susan Do?, begint Paul’s kopstem plotseling erg te lijken op Guy Garvey’s (Elbow) vocalen. Op zijn beurt weet Run met een feilloos ritme, waarin een mooie rol voor percussie en dynamiek is weggelegd, te imponeren. Niet iedere song laat dergelijke indrukken achter, maar geen enkele song stelt teleur. Wie goed luistert ontdekt ook minuscule, originele vondsten in de spaarzaam variërende arrangementen. Die worden perfect gedragen door de mooie selectie muzikanten waarmee Paul zich omringt. Geen enkele klank wordt geïntroduceerd zonder daar later wat mee te doen en telkens maximaliseert Paul het effect daarvan. Zo weet hij op dit tweede album met een langzaam maar zeker vorderende tred stilistisch steeds verder te intrigeren.

Hetgeen een onopmerkelijke singer-songwriter plaat leek bij aanvang, blijkt na afloop stevige sporen te hebben nagelaten. De ook niet vanzelfsprekende teksten dragen daaraan zeker bij. Paul Armfield heeft de verstandige zet gemaakt niet langer tussen de boeken te verstoffen, maar het gezelschap van andere, voormalige Britse troubadours op te zoeken en daar een besliste eigen draai aan te geven.

Read more...

Jónsi & Alex - Riceboy Sleeps

Al ruim tien jaar luisteren grote groepen muziekliefhebbers met gepast respect naar Sigur Rós. De IJslandse band heeft altijd zijn eigen stijl behouden, maar maakte ook grote ontwikkeling door. De roots en de ontwikkeling zijn beiden terug te horen in het duo Jónsi & Alex in de persoon van Sigur Rós-lid Jón Þór (Jónsi) Birgisson. Samen met Alex Somers (muzikant en visueel kunstenaar, stichter van de band Parachutes) maakte hij de haast meditatieve, minimalistische avant-garde plaat Riceboy Sleeps. De desolate, ijzige vooruitstrevendheid uit het hoog noordelijke eiland kan telkens weer rekenen op een warm onthaal op het continent, maar rondom dezelfde club progressievelingen vinden we bijvoorbeeld ook het minder bekende IJslandse akoestische gezelschap Amiina.

Naar verluidt delen Jónsi & Alex meer dan muzikale genegenheid. Die tederheid is terug te horen in de liefderijke rust van de uitgestrekte composities. Op Riceboy Sleeps wordt de basis van de inmiddels kenmerkende klanken weer opgezocht en tot weelderige, klassieke ambient soundscapes gevormd. Heel anders dan het meer vocaal gedreven Sigur Rós, waar Jónsi juist zingt. Zijn falsetto speelt in dit duo maar een beperkte rol. In principe is, ondanks de anders verwachtende stijl, er weinig echt nieuws onder de zon. Hetgeen Jónsi en Alex ons brengen, is alleen wel erg goed in zijn soort. De klanktapijten zijn eerder fluffig dan glad en scherp als ijs. Dat maakt dat je tijdens Riceboy Sleeps heerlijk kan afdwalen naar dromerige oorden. De muziek beweegt zich natuurlijk op de achtergrond. Het dringt zich nergens op met drammerige dynamiek. Als in een vloeiende beweging zwelt het op en ebt het weg. Deze gevierde klankkunstenaars zijn erin geslaagd om uit verschillende beproefde recepten met bekende middelen een schitterend fris dialect te creëren.

Read more...

Lyenn - The Jollity of my Boon Companion

Fred Lyenn Jacques is officieel één van onze zuiderburen, maar kan niet worden losgezien van zijn Britse roots en uitgebreide muzikale dolingen in Europa, het Verenigd Koninkrijk en de VS. Het resulterende brouwsel is een ongereserveerd avant-gardistisch popexperiment met een uiterst eigenzinnig geluid. Binnen de vooruitstrevendheid blijven echter duidelijk conventionele invloeden bestaan.

De composities blijken slechts aan de oppervlakte rauw en fragmentarisch. De veel subtielere, onderliggende rode draad pikt de luisteraar gelukkig snel op. Vanaf dat punt is het goed mogelijk de vele gitzwarte lagen van het tegenstrijdig getitelde, sombere The Jollity of my Boon Companion te waarderen. Naast alle genrefundamenten die variëren van improvisatiejazz en americana-folk tot gepolijste pop en consternerende, harde rock, komen ook wel enkele artiesten ter vergelijking boven drijven. Daaronder bevinden zich zeker koningen van de donkerte als Woven Hand en Smog, maar ook avant-gardisten als David Sylvian en Marc Almond of een singer-songwriter als Sam Amidon. Als laatste vormen ook de landgenoten van Dez Mona een vatbaar aanknopingspunt. Lyenn zingt met een opmerkelijk lichte stem voor dit sfeergenre, maar die vocalen krijgen een bejaagde klankkleur door de scherp krassende randjes. Diezelfde krachtige scherpte kan worden teruggevonden in de meest expressieve en ongeremde songs. Daarin komt ook het improviserende karakter van Lyenn’s multi-instrumentale werkwijze goed naar boven. Het is opmerkelijk dat The Jollity of my Boon Companion ondanks die los gedefinieerde inslagen dergelijk samenhangend geheel vormt.

De elusiviteit van het album, die zo af en toe solide grond vindt in een ingetogen lied, hult de vrijzinnige singer-songwriter in enigmatische mysteriën. In die nevelige, scheppende atmosfeer opereert hij op het scherpst van de progressieve snede. Het zal niet verbazen dat niet al zijn vruchten kunnen rekenen op onvoorwaardelijke liefde, desondanks dwingt het uitdagende album dat simpelweg af. The Jollity of my Boon Companion is niet geschikt voor zwak gestelden, net als dat zijn heerser alleen in vrijheid, met excentrische moed, tot deze schepping had kunnen komen.

Read more...

Tim Christensen - Superior

De Deense singer-songwriter Tim Christensen brengt met Superior zijn derde soloplaat uit. Voordat hij solo het podium beklom, speelde hij met de formatie Dizzy Mizz Lizzy. Tussen de tijd dat het laatste album ons bereikte en het huidige zitten maar liefst zes jaren. We waren de goede man dus even uit het oog verloren, maar het lijkt erop dat Superior momenteel menig jaarlijstje bestormt. De redenen daarvoor worden al gauw duidelijk als je Superior aan je speler toevertrouwt.

De plotse overgang tussen het rustige openingsnummer One of these Days en het explosieve Hard to Make You Mine geeft een geweldige ouverture aan een schitterende plaat van een rasechte moderne troubadour. Dergelijke rocky omslagen kenmerken de vele volgelingen van grootheid Jeff Buckley. Maak echter niet de vergissing om daarmee een verdere vergelijking te starten; collegae als Ben Christophers en Jeremy Larson zijn dan evengoed te noemen. Er zijn onverholen jaren ’80 en ’90 invloeden aanwezig die Tim Christensen’s stijl kleuren, zoals erg duidelijk blijkt in India. Geniet daarnaast bijvoorbeeld van de fantastisch, classicistische liefdesballade Wonder of Wonders die als een dromerig, sussend slaaplied te beluisteren is. Tim heeft een heldere tenor die met prachtige flexibiliteit de mooi verzorgde melodieën omwindt. Bovendien zijn de teksten met een plezierige lyriek geschreven.

Superior is een album dat de vormfactor van het popliedje zo goed bespeelt dat perfectie constant nabij ligt. Daarbij moet je niet op zoek gaan naar vernieuwende originaliteit, maar zoek je die in het reeds aanwezige talent. Tim Christensen heeft daar terdege kennis van genomen en zich de kunsten van zijn eigen kunnen meester gemaakt. Dat levert een overweldigend goed popalbum op dat de tand des tijds zonder problemen moet kunnen doorstaan. Ook overgeleverd aan een massapubliek of de radio zou de oorspronkelijkheid van zijn oprechte songs fier overeind moeten blijven. Het is maar weinigen gegeven muziek te maken die beide kanten van het spectrum van liefhebbers weet de bedienen. Laten we hopen dat een volgende plaat van deze compromisloze singer-songwriter niet nogmaals zes jaren op zich laat wachten.

Read more...

Chop Shop, van Ramin Bahrani

Regisseur Ramin Bahrani wordt al enige tijd getipt als één van de nieuwe, grote regisseurs van de VS. Zijn vorige film, Man Push Cart, kreeg de nodige erkenning. Bahrani bedient zich van een documentaireachtige stijl die goed past bij de desolate onderwerpen in het moderne grootstedelijke leven die hij kiest. Man Push Cart kende een afstandelijke registratie en een mager verhaal, waardoor de film zich voortsleepte bij gebrek aan dynamiek. Desondanks bleef het een indrukwekkende prent. In Chop Shop focust Bahrani op het leven van de twaalfjarige Alejandro op een autokerkhof aan de randen van Queens, New York. Ondanks zijn treurniswekkende bestaan, weet Alejandro met jeugdige, naïeve ambitie zijn leven betekenis te geven en neemt het daarbij ook nog op voor zijn oudere zus. In een wereld waar wetten en regels weinig bepalen, begrenst illegaliteit de mogelijkheden van levensonderhoud niet. Ook Chop Shop is in sobere stijl gefilmd, maar is narratief duidelijker ontwikkeld dan Man Push Cart. Daardoor weet de film de kijker beter aan zich te binden. De uitzichtloze setting krijgt tegenwicht van positieve aspecten. Uiteindelijk blijken deze opklaringen niet opgewassen tegen de eindeloze cirkel van tegenslagen in deze ongekende kant van de gezichtsbepalende wereldstad New York.

Read more...

FrYars - Dark Young Hearts

>> zondag 27 december 2009

Eindelijk weer eens een indiebandje met een knisperend vers geluid. Natuurlijk komt dat geluid uit de Engelse hoofdstad en is het gevormd door het extreem handig reformeren van een grote hoeveelheid invloeden. Daarmee past dit debuut van FrYars prima tussen de pakkende debuutplaten van bijvoorbeeld The Hoosiers en Franz Ferdinand. Daarnaast zetten hints van excentriekelingen als The Tiny, Badly Drawn Boy en Beck de toon. Er is echter meer gelijkenis met die laatste twee, want FrYars is tegen verwachting in eigenlijk geen band, maar singer-songwriter Ben Garrett.

Natuurlijk laat dit talent zich omringen met een band voor de volle expositie van zijn geluid. Tezamen klinken de opvallende, tegendraadse songs een stuk interessanter dan, pak ‘m beet, Kaiser Chiefs en consorten. De mogelijkheid van die vergelijking toont echter wel aan hoe lekker, soepel en toegankelijk het album Dark Young Hearts is. FrYars heeft een geluid dat wordt gevoed door speelse, ritmische lijnen die regelmatig zijn samengesteld uit rare geluiden. Daarin smelten techno- en electropopeffecten samen. Enkele malen is er sprake van een fijne, nostalgische diepgang, die dan doet denken aan een relatief vrolijke versie van het jaren ’80 geïnspireerde Grand National. In dit zonnig aandoende, uiterst aanstekelijke muzikale pakketje zitten slimme songteksten verpakt. Deze schijnbaar zorgeloze aantrekkingskracht verbloemt enigszins de donkere thema’s die worden aangesneden, hetgeen Dark Young Hearts ook een goede winterplaat maakt. Die thema’s worden sterk gedragen door Ben’s ietwat zwaarwichtige stem, die mijns inziens prima kan wedijveren met Editors en Depeche Mode. De vocale dynamiek versterkt overigens ook de grillige ondertoon door zo af en toe een pleziergi vreemde falsetto toon te laten schallen. Uiteindelijk is het grootse, spookachtig najagende Morning een perfecte afsluiter van het voortvarende album. Ben Garrett, ofwel FrYars en band, zullen in de toekomst nog menig hoofd laten draaien.

Read more...

The Unthanks - Here's the Tender Coming

Een groep als The Unthanks lijkt wellicht atypisch voor Nieuwe Geluiden. In principe betreft het een traditionele folkformatie, maar dat blijkt slechts uiterlijke schijn. Hoofdlid Rachel Unthank opereerde tot voor kort onder de naam Rachel Unthank & the Winterset en werd met hun album The Bairns genomineerd voor de prestigieuze Engelse Mercury Music Prize. Dat had waarschijnlijk niet gebeurd als hun muziek alleen aan traditionele folk zou appelleren. Here’s the Tender Coming is een album gevuld met traditionele composities. De interpretaties daarvan die The Unthanks spelen zijn echter indrukwekkend verregaand. Hoewel de basismelodieën goed herkenbaar blijven, zijn de arrangementen alles behalve standaard. Rachel’s stem leent zich goed voor traditionele klanken, maar de songs op Here’s the Tender Coming klinken totaal nieuw. Naast alle vormen van nu-folk, freakfolk en folktronics, is de aanpak van The Unthanks een schitterende onverwachtse oase van zuiverheid. Met het grootste respect vormen ze ouderwetse klanken om in frisse moderne composities die bovendien zeer sfeervol en toegankelijk zijn. De celtic cadans vloeit goed samen met cinematografische klassieke harmonieën en licht jazzy ritmes. Naast die invloeden laten ook pop en scheuten van alle hedendaagse folkinvloeden van zich horen. Zo kan The Unthanks soms haast klinken als de complexe geluidsmuren van Sufjan Stevens. Vergelijkingen met andere originele folkavonturiers met experimenteel akoestische inslag blijven gelden. Zo zijn Lisa Knapp, Amiina, Ben Sollee en Abigail Washburn te noemen. Here’s the Tender Coming is subtiel gecomponeerd en begeesterd uitgevoerd; een waar genot om naar te luisteren voor een onverwacht breed publiek.

Read more...

Tim and Sam's Tim and the Sam Band with Tim and Sam - Summer Solstice

>> zaterdag 26 december 2009

Deze tweede kerstdag is goed voor nog een introductie middels een miniplaatje van Tim and Sam’s Tim and the Sam Band with Tim and Sam. Deze ietwat lachwekkende bandnaam is ongetwijfeld een reactie op de vele bandnamen die een naam of persoon met een band combineren, zoals het voorgaande Erland & the Carnival of het overbekende Antony & the Johnsons. Deze trend doet zo langzamerhand denken aan de vele ‘the’ bandjes die enkele jaren geleden en eigenlijk nog steeds de kop opsteken. De reactie daarop was het bondige The The en nu hebben we Tim and Sam’s Tim and the Sam Band with Tim and Sam. Tot zover deze analyse. Summer Solstice bevat een drietal instrumentale nummers met een heerlijke, organische flow. De belangrijkste invloeden zijn toch zeker wederom folk, maar door de overwegend akoestische, instrumentale aanpak ligt ook symfonische klassiek voor op de tong. Het grootse gebaar dat daarin schuilt komt goed tot zijn recht in de Elbow cover One Day Like This. Liefhebbers van Grizzly Bear en aanverwanten of Andrew Bird zullen met Tim and Sam goed uit de voeten kunnen. Inmiddels is ook een volwaardiger EP uit en een album in de maak.

Read more...

Erland & The Carnival - Was You Ever See

Aan de vooravond van het nieuwe jaar waarin ook hun debuutplaat zal verschijnen brengt Erland & The Carnival ons een kiene EP met een drietal nummers. Achter de naam Erland & The Carnival schuilt gitarist en singer-songwriter Erland Cooper, woonachtig op de Orkney Eilanden. De leden van zijn band staan echter lang niet zo ver van ons af. Zo is er Simon Tong (van The Verve, The Good, The Bad, The Queen) en drummer David Nock (van The Fireman (Paul McCartney)). Samen maken ze heel plezierige, creatieve catchy popsongs doorspekt van een fijnzinnig gevoel voor psychedelica. In Was You Ever See zit een heerlijk jaren trillend ’60 geluid met korte, afgekapte loopjes. Vooral in de pakkende syncopatische zanglijnen vallen die extra op. Toch zijn de invloeden vanuit de freakfolk en knutselachtige akoesmatische muziek mogelijk nog wel belangrijker. Een vleugje bombast à la The Last Shadow Puppets en voornoemde The Good, The Bad, The Queen zijn zij ook niet vreemd. Erland & The Carnival klinkt door het geheel verrassend ontspannen, waardoor er eerder het gevoel van een popballade dan een urgente rockband blijft hangen. Deze EP introduceert één van de vele bands om naar uit te kijken in het nieuwe jaar.

Read more...

Doelstelling van deze blog

Meer aandacht voor het (nog) onbekende. In tenui labor of toch niet?

Mededelingen

Donderdag 1 juli: deze week weer een frisse herstart verwacht.
Kort reces tot 13-05-10.
Na een kort reces vandaag (24-02-10) weer aan de post. Inmiddels is deze blog twee jaar geworden!
Gedurende december zullen er minder recensies worden geschreven
21-31 augustus: tijdelijk even geen recensies ivm een kort reces
Zondag 14 juni: Creative Commons licentie BY NC ND van toepassing op alle inhoud
Woensdag 3 juni: zoekfunctie en auteursrechtenonderdeel toegevoegd
Dinsdag 19 mei: template aangepast, hopelijk verbeterd
Vrijdag 15 mei: nieuw template; ontwikkeld door Ourblogtemplates.com, 2008

Auteursrechten

© Copyright Benjamin N. Vis

Uitgezonderd waar anders vermeld, is op alle inhoud van deze blog een Creative Commons Attribution 3.0 License van toepassing. Deze is hieronder gespecificeerd als CC BY NC ND. Voor meer informatie klik op de links aldaar.

  © Blogger templates Inspiration by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP  

Creative Commons License
werk van Benjamin N. Vis, Nieuwe Geluiden is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Geen Afgeleide werken 3.0 Nederland licentie.