S. Carey - All We Grow

>> zondag 25 juli 2010

De S van S. Carey staat voor Sean Carey. Wellicht niet direct een naam die bekend zal klinken, maar de band waar hij deel van uitmaakt, doet dat zeker wel: Bon Iver. Na het vallen van die naam is het overigens gelijk duidelijk dat naast Justin Vernon, Sean Carey zeker een beslissende rol heeft gespeeld in de vorming van For Emma, Forever Ago. Niet dat zijn solodebuut All We Grow dit album kopieert, maar de verstilde en vaak uitgestrekte songs vertonen wel een zekere gelijkenis. Tevens kent het album gedeeltelijk een overeenkomende klankkleur.

De albums van solo bandleden Philip Selway (Radiohead, drum) en S. Carey (Bon Iver, drum, piano) komen dichtbij elkaar uit. Een kleine vergelijking levert op dat beide voor een ingetogen popgeluid kiezen, waarin drums slechts beperkt aanwezig zijn. Waar in Philip Selway’s arrangementen textuur belangrijk is, zijn die, net als bij Bon Iver, voor S. Carey bepalend. Zelfs zodanig dat het risico op experimentele of atmosferische wijdlopigheid bestaat. In het album als geheel zijn die stukken echter een welhaast perfecte voorbereiding voor de gestileerde, minimaal harmonieuze, gezongen melodieën die doorgaans volgen. De betovering van All We Grow bereikt dan zijn hoogtepunten. Sowieso is de titel All We Grow een schitterende bewoording van het stilistische effect van de plaat. S. Carey heeft niet alleen een groeiplaat gemaakt, het geluid lijkt ook op traag tempo met semi-spontane scheuten te groeien. Het is heerlijk hoe de minimalistische, vaak monotoon ritmisch aangezette, patronen vrijelijk een grid leggen voor de lijzige, kabbelende songs en verstrekkende, ruimtelijke soundscapes. De nadruk die op het verloop en de opbouw van de composities ligt, valt misschien te herleiden tot Sean Carey’s klassieke graad in percussie en liefde voor de jazz. De milde invloeden van postrock, jazz en modern klassiek maken grote delen op van zijn stijl.

All We Grow past prima tussen het werk van Bon Iver en Volcano Choir, maar kiest toch zijn eigen pad. S. Carey toont zich vooral een compositorisch talent die de capaciteit bezit zijn werk ook over te brengen. Dat maakt zijn solodebuut een sterke opening.

Read more...

Philip Selway - Familial

Thom Yorke ging hem voor, maar nu is de beurt aan Philip Selway (drummer van Radiohead) om zijn soloproject te lanceren. In zekere zin werd de grondslag daarvoor gelegd in 2001 toen onder leiding van Neil Finn een album werd opgenomen voor het goede doel, waaraan een scala aan bekende namen deelnam. Na een herleving van dit project in 2008, in een iets afwijkende hoedanigheid, trad Philip Selway voor het eerst op als zanger in zijn song The Ties that Bind Us. Dit nummer vinden we terug op Familial, zijn solodebuut.

Na de projecten met Neil Finn vonden nieuwe opnamesessies plaats in Courtyard Studios van producer Ian Davenport. Philip Selway nodigde Germano, Steinberg, Glenn Kotche (Wilco) en multi-instrumentalist Patrick Samsone uit om met hem Familial te maken. Tezamen hebben deze muzikanten rijk verleden in rockmuziek en toch blijft Philip’s album zeer ver verwijderd van dit genre. Familial is veel eerder lieflijk en mooi te noemen met uiterst stille en cerebraal resonerende nummers. Dat staat gelijk in scherp contrast met collega Thom Yorke’s werk. Wat betreft stem en sfeer komt Philip Selway soms in de buurt van Scott Matthew. In alle soberheid en door de iele klankkleur is Familial wel minder expressief. Met de meest excentrische melodielijnen schurkt hij aan tegen bands als Ghost Trucker. Over het geheel spreekt Philip de uiterst ingetogen kant van singer-songwriters als Damien Rice of Doveman aan, ontdaan van alle bombast of orkestratie. De arrangementen moeten het meer hebben van diverse transformerende texturen dan van uitgesproken lijnen. Deze zijn bovendien met licht wervelende en los fladderende tonen en korte harmonieën geaccentueerd. Voor een toonaangevende drummer is het opvallend hoe beperkt de rol van percussie is.

De meeste acts die zich op eigen wijze laten inspireren door het bijzondere werk van Radiohead worden enthousiast onthaald. Die invloed is zo breed uitgewaaierd dat het onmogelijk is deze niet ook te herkennen op Familial. Dit hangt echter niet als een zware schaduw over de plaat heen. Gezien de grotendeels akoestische singer-songwritermethode was Bella Union er natuurlijk als de kippen bij. Als het bovenstaande nog geen aanbeveling was, is dit gegeven ongetwijfeld bepalend.

Read more...

Zoë Keating - Into the Trees

>> zaterdag 24 juli 2010

Enige tijd geleden verklaarde ik mijn liefde aan de muziek gemaakt met hulp van multiphonic loops en performances met live sampling. Toen gaf ik al aan dat celliste Zoë Keating mogelijk de volgende stop zou zijn op die ontdekkingstocht en bij dezen is het zover. De van oorsprong Canadese Zoë Keating heeft een nieuw album uitgebracht onder de naam Into the Trees.

Hoewel ze vele verschillende muzikale projecten onderneemt, is Into the Trees slechts haar tweede soloplaat. Met haar eerste, Cello x 16: Natoma, bereikte ze maar liefst vier keer de nummer één positie op de klassieke charts van iTunes. Er is eigenlijk geen reden waarom Into the Trees een minder leven beschoren zou zijn. Van de besproken artiesten als Julianna Barwick en Owen Pallett is Zoë Keating wel de meest klassieke. Desondanks is nergens te merken dat ze met haar composities een bepaald genre in het bijzonder wil aanspreken.

Werkelijk iedere klank op het album is middels akoestische cello tot stand gekomen en Zoë tekende voor de composities, het spel, de opnames en de productie. Idiosyncratischer kan het haast niet worden. Evenwel is het resultaat natuurlijk vergelijkbaar met anderen. Zo is zeker sinds Apocalyptica de wereld duidelijk geworden dat de cello zich goed laat lenen voor behoorlijk zware en weinig subtiele genres. De invloed van de huidige veelvoud aan pop en rockgenres is merkbaar in Zoë’s composities. Daardoor vormt een ensemble als Rachel’s (eerst een rockband) ook een toepasselijke aansluiting, evenals popmuzikanten Andrew Bird, Owen Pallett en anderen. De door de multiphonic loops en sampling mogelijk geworden herhaling en gelaagdheid doet daarnaast denken aan minimalistisch werk. Into the Trees is echter zeker geen minimalistisch album. Het refereert aan het licht cinematografische en romantische werk van bijvoorbeeld pianisten Dustin O’Halloran en Rachel Grimes gecombineerd met sfeervolle, soms bijna electronische, elementen zoals de ambient composities van Lunz.

Zo laveert Zoë Keating de gehele plaat tussen diverse genres en trekt volledig haar eigen plan. Dat levert muziek op die het experimentele en conceptuele stadium met gemak overstijgt. Haar moderne klassiek met een twist zal evenveel luisteraars bevreemden als voor zich winnen. Into the Trees kwam reeds op plaats zeven binnen in klassieke charts zonder enige marketing en die waardering is hoe dan ook terecht.

Read more...

Amanda Jenssen - Happyland

Amanda Jenssen’s faam groeit snel. De jonge Zweedse schrijft met het grootste gemak, zo lijkt het, lekker in het gehoor liggende popsongs en presenteert ze vol verve. Haar album Happyland is alweer haar tweede en weinig staat een aanzienlijk succes in de weg.

Amanda Jenssen laat zich graag inspireren door de jaren jazzy ’30 en ’40. Hoewel ze niet echt gebruik maakt van die bezetting is regelmatig de big band niet ver weg. De urgente kracht en ietwat excentrieke intermezzo’s in de nummers zijn toch echt van deze tijd. Happyland staat vol met dergelijke goed gecombineerde nostalgie profiterend van een frisse blik. Net als bij Caro Emerald hebben we te maken met een sterke zangeres. Gedeeltelijk spreken Amanda Jenssen en Caro Emerald hetzelfde publiek aan, zij het met een stilistisch afwijkende formule. Dat betekent echter ook dat er aan Happyland misschien net even teveel is gesleuteld. Daarom krijgen de nummers ondanks de lekkere, grootse sound soms een gekunstelde uitstraling. Schoonheid is in pure vorm toch het meest overtuigend. Gelukkig heeft Amanda Jenssen veel van het creatieve werk in handen en blijft een oorspronkelijke creativiteit bewaard. Zo weet ze een connectie met de muziek van Claire and The Reasons te bewaren, die voor haar debuut haar inspiratie iets later haalde. Waar de ruimhartige productie achterwege blijft, horen we dan ook het meest van de muzikante. Dan is het vooral haar plezierig buigzame popstem die de luisteraar grijpt.

Het bombast van Caro Emerald sloeg naar mijn idee net te ver door. Op Happyland vinden we rustpunten en daardoor komen mooie en rustige nummers beter door. Die balans maakt van Happyland ook een fijn album voor de serieuze muziekliefhebber, terwijl er voldoende valt te consumeren voor de liefhebber van alternatieve, aanstekelijke zomerpop.

Read more...

Travels - Robber on the Run

>> woensdag 21 juli 2010

Travels is al enkele jaren een goed bewaard geheim. Robber on the Run is reeds hun derde studioplaat en toch de eerste die mij onder ogen komt. Het feit dat Robber on the Run via het excentrieke kwaliteitslabel Own Records komt, helpt. Beluistering toont aan hoe fijn het is dat dergelijke geheimen bestaan.

Robber on the Run bestaat uit elf sadcore miniaturen die allen onder de drie minuten klokken. Binnen die kleine drie minuten gebeurt erg veel dat tot stand komt door bijzonder weinig. Duo Mona Elliot en Anar Badalov stressen zich niet over complexe composities, maar doseren de muzikale middelen met spannende precisie. Daarbij hebben ze het lef om in de haast fluisterende songs uitgesproken atypische middelen als noise en rauwe gitaren te gebruiken. Natuurlijk blijft dit zeer sterk gecontroleerd en zo weten ze zelfs uit relatieve herrie mooie melodieuze elementen te scheppen. Ondanks de korte duur van de nummers geven ze telkens een prachtig geconcentreerde sfeerimpressie. Ze bouwen razendsnel een rustige melodielijn op die ze in de song al zoekend blootgeven en dan direct weer verlaten. Daardoor bevindt de dynamiek op het album bevindt zich meer tussen de verschillende nummers dan in de nummers zelf en krijgt Robber on the Run enigszins het karakter van een conceptplaat. Dat is dan wel een zeer goed beluisterbare conceptplaat, want de duistere schoonheid van akoestische snaren, piano, rockerige synths en gelaagde vocalen weet de luisteraar moeiteloos aan zich te binden.

Waarschijnlijk voldoet Robber on the Run nooit exact aan iemands verwachtingen, maar dat heeft het album ook niet nodig. Travels maakt met hun derde een uitzonderlijk muzikaal document dat juist in de werkwijze een zeer eigen weg kiest.

Read more...

Tristram - Someone Told Me a Poem EP

Tristram is een vierkoppige folkband uit Londen die zich toelegt op het maken van ingetogen doch indrukwekkend fijne liedjes op puur akoestische arrangementen. Gevieren bespelen ze naar eigen zeggen gebruikelijk zeven instrumenten. Daarin zijn de rollen voor getokkel naast de prominent aanwezig cello van Becca Mears smaakmakend. De percussie is gelukkig slechts pragmatisch gebruikt, waardoor de composities plezierig subtiel kunnen blijven. Dat geldt ook voor de even zachte als lichte vocalen. Hoewel Tristram zich op de EP Someone Told Me a Poem regelmatig voordoet als een troubadour op een straathoek, is evengoed duidelijk dat ze als folkgezelschap veel meer in hun mars hebben. Dit gevoel wordt ook uitgedragen door de uiteenlopende thematiek. Even gemakkelijk bestaan onderwerpen als literatuur, James Dean en zombies naast elkaar. Tristram bewandelt daarmee zeker geen platgewalste paden en dat behoudt spontaniteit in het momentum, ondanks de eenvoud waarmee de songs zijn vormgegeven. Someone Told Me a Poem loopt niet te koop met zijn kwaliteiten en is met vier nummers niet meer dan een opwarmer. Dat staat niet in de weg dat de tedere, ontspannende liedjes een diepgewortelde indruk achterlaten. Het verlangen naar meer werk kan beginnen.

Read more...

Cherry Ghost - Beneath this Burning Shoreline

>> zondag 18 juli 2010

Debuutplaat Thirst for Romance was in vele opzichten een opmerkelijk sterk begin van Cherry Ghost. Toch bleef de tot band verworden singer-songwriter hier enigszins onder de radar. De zwart romantische sfeer die bluesy americana invloeden mengde met een typische Britse indiepopinslag leverde enkele schier perfecte ballads op die gerust een aantal maal op repeat gingen alvorens het album als geheel nog eens een speelbeurt te geven. Tot op heden blijft Thirst for Romance een idiosyncratisch genoegen dat zijn houdbaarheid nergens verspeelt. Met die kennis in het achterhoofd rust er een last op de schouders van opvolger Beneath this Burning Shoreline.

Openingsnummer We Sleep on Stones neemt alvast veel zorgen weg. Het karakteriseert het geluid van Cherry Ghost met voortgezette zelfverzekerdheid in de bepalende stijlen. Twee toergenoten zijn uitstekend geschikt om het geluid te beschrijven. Cherry Ghost’s songs houden vaak het midden tussen een zwaar en donker romantisch klinkende Doves met een americana noir kwinkslag van duister Bill Callahan werk. Tegelijkertijd is ook Elbow niet ver weg. De meest opvallende ontwikkeling zit dus niet in een stijlomslag, maar in de groei van het bandgeluid. Die groei is subliem opgetreden. Cherry Ghost heeft alle verlegenheid van zich afgeschud om het theatrale drama en de euforische hoop van al hun songs verder te verscherpen. De wijze waarop het grootsere geluid wordt ingezet, behoudt en verdiept de complexiteit van de arrangementen. Bovendien klinken deze uitzonderlijk helder waardoor, ondanks stevig aangezette lome lagen en diep rommelende ritmes, alle instrumentale details naar voren springen. Dat levert een perspectivisch geluid op dat de obscuur verweerde vocalen en onderstromen schitterend complementeert. Zanger Simon Aldred toont zich wederom een onbetwiste meester. Cherry Ghost charmeert als een romantisch sprookje iedere song opnieuw, maar is daarin bedrieglijk met zwarte thema’s als godslastering, verlies en spijt. Ondanks variërend opgewekt klinkende ritmes en hoopgevende, verleidelijke melodieën lijkt Cherry Ghost zelfs niet altijd het beste met ons voor te hebben.

Beneath this Burning Shoreline is in feite een opvolger uit het boekje. Thirst for Romance maakte een diepe, blijvende indruk en kon daarvoor leunen op het eenmalige verrassingseffect. Beneath this Burning Shoreline geeft de luisteraar echter precies hetzelfde unieke eurekagevoel. Cherry Ghost komt in rap tempo in het zicht van eigenzinnige Britse indiefavorieten en doet dat vooral door hun eigen weg te volgen. De hulp van Dan Austin (o.a. Doves en Massive Attack) heeft de incanterende eigenschappen van het album volstrekt onweerstaanbaar gemaakt. Hopelijk lokt dat ook de ongelovigen uit te luisteren. Beneath this Burning Shoreline is dubbelzinnig weldadig.

Read more...

Simons Ensemble - Simons Conducts Simons

Op dit album vinden we een groeiende trend terug in de klassieke muziek om als maker ook bij de uitvoering van het werk betrokken te blijven. De albumtitel laat daarover geen twijfel bestaan. Componist, dirigent en violist Marijn Simons bekleedt voor het ensemble, dat naar hem is vernoemd, de rol als dirigent. Als componist van de drie stukken die het album bevat, brengt hij op deze wijze direct zijn visie over in het spel.

Het is onmiskenbaar duidelijk dat de stukken op Simons Conducts Simons zijn gekenmerkt door een sterke jazzinslag. Deze invloed is ook doorgevoerd in de bezetting door het Simons Ensemble. Zo hebben daarin klarinet, vibrafoon, piano, viool en contrabas een voorname plaats. The Legend of Kwahkaazuh (fonetische verbastering van het Roemeense woord voor bosbessen) was van origine bedoeld als solo pianostuk. De wijze waarop het stuk dromerige impressies met de intuïtieve expressie van jazz combineert, doet bij vlagen denken aan een moderne interpretatie van het werk van Ravel. Interessant is dat Simons de inspiratie voor zijn composities vindt in het dagelijks leven, zowel als gerichte commentaren en oudere muziek. Getuige van dat laatste is Bas Continues (verbastering van het barokke Basso Continuo). Five is wellicht het meest avant-gardisitische stuk op het album. Oorspronkelijk geschreven voor een combinatie van synths, samples, delen improvisatie en akoestische compositie, is deze nieuwe bewerking voor het Simons Ensemble omgezet naar een volledig akoestische bezetting. De oorspronkelijke versie was bedoeld voor gebruik in theaters, terwijl de huidige versie met het album in gedachte is gemaakt. Deze methode bracht Simons tot nieuwe inzichten in de mogelijkheden van ensemblemuziek.

De drie werken op Simons Conducts Simons hebben allen een sterk afwijkend karakter, verbonden door het ensemble. Het geheel dat daardoor ontstaat, geeft een interessante kijk op het werk en de werkwijze van Simons als componist en dirigent. Bovendien betreft het een uitvoering van schitterende kwaliteit waarin gemakkelijk genietbare composities worden afgewisseld met uitdagender werk.

Read more...

Karl Jenkins - Gloria, Te Deum

>> vrijdag 16 juli 2010

Hedendaagse korale muziek laat zich nog altijd veelvuldig inspireren door oude Christelijke tradities. Karl Jenkins is één van de meest opgevoerde levende componisten en nog velen anderen zullen zijn werk onbewust kennen uit films en dergelijke. De werken op het huidige album zijn evenwel bedoeld als op zichzelf staande klassieke composities.

Opmerkelijk aan deze plaat is dat op 11 juli 2010 de wereldpremière van Gloria plaatsvond in de Royal Albert Hall, uitgevoerd door The Really Big Chorus. Direct daarna was dit album reeds te koop, terwijl het hier de eerste opnames betreft die de National Youth Choir of Great Britain en de London Symphony Orchestra (olv Jenkins zelf) laten horen. Deze ongebruikelijk samenloop maakt dat de Christelijke hymnes die aanzetten tot deze werken in bijzonder moderne vorm worden gepresenteerd. Volstrekt volgens Jenkins aard krijgt Gloria wereldlijke elementen mee door gebruik te maken van teksten uit diverse religieuze en culturele tradities. Ook in de bezetting zelf zijn accenten daarvan terug te vinden. Jenkins klassieke werken zijn zwaar getekend door het plichtmatige cinematografische melodrama dat uit ander werk bekend is. Dat zorgt er in dit geval voor dat de huidige koralen uiterst toegankelijk en meeslepend zijn.

Alle lof die hem ten deel valt, is dan ook volledig terecht, hoewel de vernieuwing misschien slechts kan worden gezocht in zijn idiosyncratische metafysica en de feilloze expressie van emoties. Gloria en Te Deum zijn prachtige, dromerige luistercomposities met onderliggende diepgang en creatieve grootsheid.

Read more...

Rich Bennett - On Holiday

Midden in de zomer is het perfecte moment om een plaat getiteld On Holiday uit te brengen. Het betreft de opvolger van Music for Underwater Supermarkets van Rich Bennett. Het vakantiegevoel beperkt zich bepaald niet tot de titel. On Holiday is een heerlijk lome plaat en soms zelfs zwoele plaat. Deze warme kant wordt afgwisseld met stijlelementen die een rilling van spanning door je lijf sturen. Ontspanning en pakkende ritmiek vormen dus niet de enige wegen. Desondanks kan worden gesteld dat de singer-songwriterliedjes onder sterke invloed van lounge-pop staan. Daarnaast kent On Holiday nostalgische psychedelische momenten waarin ook de retro electropop van onder andere Stereolab en Seeland in doorschemert. Voor de vocalen maakt Rich Bennett gebruik van collega singer-songwriter Rebecca Pronsky uit Brooklyn. De ietwat schelle stem van Rebecca contrasteert op lichte wijze met de donkerdere tonen van Rich. Deze onderliggende spanningen maken van On Holiday een zeer onderhoudende plaat. Rich Bennett liet zich op zijn debuut nog inspireren door de muziek die wordt gedraaid in lifts, supermarkten en wachtkamers. Dat laat nog altijd sporen na op On Holiday, maar ook zijn rijke verleden als rocke en popmuzikant in uiteenlopende bands tekent zijn schrijfstijl. Overwegend is de sfeer dromerig en reislustig met een kristallen, melancholische ondertoon. Daarin schuilt de jazziness waarvan ook Zero7 zich bediende. De maanverlichte nacht op de hoes spreekt boekdelen. De toegankelijk gelaagde complexiteit die Rich creëert, verhult bij eerste beluistering nog veel interessante vondsten. Daarom is dit een lounge-droom-electro-pop plaat die deze zomer vaker de weg naar de speler terug zal vinden dan oppervlakkige alternatieven.

Read more...

Perfume Genius - Learning

>> woensdag 14 juli 2010

De muziek van Perfume Genius, oftewel Mike Hadreas, lijkt te zijn geboren uit het grote aandeel ellende dat hem ten deel is gevallen. Zo kreeg hij op zijn jonge leeftijd al te maken met misbruik, verslaving en zelfmoord. Het album artwork lijkt te symboliseren hoe Mike Hadreas zich verstopte voor deze problemen, maar ook, middels de muziek, zijn gezicht weer laat zien. Het nummer Learning leidde de omslag naar creativiteit in, waarna een periode volgde waarin hij constant aan het schrijven was. De liedjes laten een spookachtig folkgeluid horen in typerende timide singer-songwriterstijl met een tegelijk tedere en angstaanjagende sfeer. Het titelnummer opent het album met een extreem eenvoudig lijntje van pianoakkoorden dat van Sufjan Stevens afkomstig had kunnen zijn. Verder profileert de plaat zich met een zeer blikkerige lo-fi productie die tezamen met de folky eenvoud Peter & the Wolf in herinnering roept. Mike Hadreas lucht als Perfume Genius zijn hart en die oprechtheid alsmede de onstopbare drang om liedjes te schrijven maken Learning een aangrijpend album. De pure muzikaliteit is hieraan enigszins ondergeschikt geraakt, hoewel zijn sobere folkpop met vergruisde vocalen een zekere charme heeft die de interesse van de luisteraar vasthoudt.

Read more...

Timothy Andres - Shy and Mighty

>> maandag 12 juli 2010

Het toepasselijk getitelde album Shy and Mighty bevat tien werken voor twee piano’s. De jonge Amerikaanse componist Timothy Andres zelf en pianist David Kaplan nemen plaats achter de toetsen. Andres volgt daarmee een procedé dat nog altijd vele malen gebruikelijker is in de popmuziek dan in het klassieke genre, in navolging van jonge avant-gardisten als Nico Muhly en Ólafur Arnalds. Gedurende zijn studie begon Andres zowel als pianist als componist op te vallen door zijn enorme kundigheid en visie. Met Shy and Mighty maakt hij zijn debuut.

Zelf geeft hij aan de tien werken als een geheel voor het medium album te hebben geschreven. Hij liet zich hiervoor inspireren door Olivia Tremor Control’s Black Foliage en Boards of Canada’s Music Has the Right to Children. Shy and Mighty is daardoor hoorbaar een geheel gevat in compositorische bewegingen. Daarbinnen vormt in groeiende mate de erkenning voor Andres’ eigen stijl. Ingetogenheid en bravoure gaan in iedere compositie hand in hand. Aandacht voor zware romantiek, cinematografische muziek, ambient sferen en een lichte influx van minimalistische patronen vormen de matrix voor spannende contrasten die op elusieve wijze vanuit de bezetting van twee piano’s spontaniteit bewaren. Het dubbele pianospel is geen eenvoudig formalistisch vraag en antwoord. De twee partijen vullen elkaar aan. Complementerend maken ze de composities extra leeg waar dat gewenst is en extra vol als meer textuur is gevraagd. Zoet romantische melodielijnen worden afgezet met krachtige, alarmerende akkoorden. De ritmiek is soms op het drammerige af, maar behoudt voldoende lichtvoetigheid om niet drukkend te worden. De toondichtheid in de toccata van Antannae en de speels dreigende transformatie in How Can I Live in Your World of Ideas? zijn tekenende voorbeelden van Andres’ licht vernieuwende werk. Waar anders dan het vooruitstrevende Nonesuch zou een album als Shy and Mighty beter thuis zijn?

Zijn debuut is doorspekt van ideeën die hij dichtbij en ver weg vond in heden en verleden. Het resultaat wordt gevormd door muziek waarin onverwachte samenkomsten verrassende beelden schetsen. Shy and Mighty is ongetwijfeld de opmaat voor een creatieve carrière.

Read more...

Holmes - Have I Told You Lately that I Loathe You

De Zweedse band Holmes laat met Have I Told You Lately that I Loathe You zien geen eendagsvlieg te zijn. De zeer verdienstelijke poprock interpretatie van americana is bij hen in goede handen. Nu is in de afgelopen jaren al vaker gebleken dat americana in noordelijk Europa, inclusief ons eigen land, soms volgelingen voortbrengt die de bakermat de loef afsteken. Have I Told You Lately that I Loathe You is ook zo’n een indrukwekkend goede plaat. Americana vormt een goede voedingsbodem, maar is zeker niet de enige inspiratiebron op het album. Holmes kan een behoorlijk vol en stevig geluid neerzetten en hoewel de meeste songs geen hoger tempo aannemen dan dat van slowcore kan worden verwacht, bezit de plaat een cadans die meer dan eens pakkend uit de hoek komt. De genoemde aspecten in combinatie door de gedragen, nasale stem van voorman Kristoffer Bolander maken een heerlijk melancholische combinatie die met tussenpozen de vergelijking aankan met Saybia, Audiotransparent en Washington. Niet de minste namen en wat mij betreft hoeft Holmes dan ook niet langer genoegen te nemen met een plaats in de marge. Overwegend is Have I Told You Lately that I Loathe You minder beklemmend dan de titel doet vermoeden en laat zelfs lui, ontspannen luisterballades veelvuldig toe. Dat houdt de hoeveelheid overlap met vergelijkingsmateriaal betrekkelijk klein. Met dit album consolideert Holmes zich op overtuigende wijze.

Read more...

Good Old War - Good Old War

De weg geëffend door het succes Fleet Foxes kan de eponieme opvolger van Good Old War wellicht de groepen bereiken die achterbleven bij hun debuut. De bandnaam is overigens geen directe reflectie van de inhoudelijke kant van de band, maar een verbastering van de namen van de drie bandleden (Keith Goodwin, Tim Arnold, Daniel Schwartz). De eerste tonen van Good Old War laten gelijk merken dat de heren ervaren krachten zijn. De songs steken bijzonder goed in elkaar. De band weet op heldere wijze contrasten te maken tussen de kenmerkende samenzang die de vergelijking met Fleet Foxes oproept en dof gedempte percussie en druk doch vriendelijk vingervlug getokkel. Afwisselend zijn de liedjes opgewekt en lyrisch. Ze spelen met veel gevoel voor harmonie en variëren kundig in de melodielijnen. Die hoge mate van verzorgdheid geldt voor de korte muzikale intermezzo’s en de volledige songs. Overigens kopieert Good Old War zeker niet de specifieke, idiosyncratische sfeer van Fleet Foxes. Grotendeels blijft de alt. americana als inspiratiebron overeind. Ze sluiten ook gemakkelijk aan bij Noah and the Whale, Le Loup of Bodies of Water en dus passen ze ondanks de nostalgische goed in de hedendaagse folkbewegingen. Good Old War is een leuke aanvulling die precies genoeg eigenheid en vakmanschap bezit om niet onder te sneeuwen in dit drukke genre.

Read more...

Doveman - The Conformist

The Conformist volgde relatief snel op de onverwachtse voortzetting van Doveman’s debuut The Acrobat in het van ambient soundscapes doordrenkte With My Left Hand I Raise the Dead. Gezien het feit dat deze tweede in ons land al weinig reacties wist te ontlokken, verging het The Conformist niet anders. Ook aan mijn aandacht is het album aanvankelijk ontsnapt. Nu niet langer.

The Conformist is een natuurlijker opvolger van de verstilde, nevelige popsongs op The Acrobat dan With My Left Had I Raised the Dead was. Die observatie is geenszins een kwalitatief oordeel. Het maakt wel dat The Conformist weer de ingrediënten bevat om de liefhebbers van onafhankelijke en excentrieke singer-songwriters aan zich te binden. Dat hoeft Doveman niet eens volledig op eigen kracht te doen. Voor The Conformist leenden vele bekendere indie-artiesten hun kunsten. Zo zijn (niet uitputtend) The National, Sam Amidon, Beth Orton, Dawn Landes, Norah Jones, Martha Wainwright en pianist/componist Nico Muhly te horen. Hun rollen zijn weliswaar beperkt (de dames komen niet verder dan extra vocalen), maar hun aanwezigheid en invloed lijkt Doveman wel scherper te hebben gemaakt. De schetsmatige melodieën die The Acrobat kenmerkten, zijn nu concreter vormgegeven. De banjo van Sam Amidon weet afwisselend een stempel op de songs te drukken. Nog altijd spelen in de uitgebreide arrangementen dwarrelende flarden van alternatieve lijnen en klanken de belangrijkste rol. Door de sterk geaspireerde stem van Doveman blijft een schemerige sfeer het album overheersen. Bij vlagen klinkt The Conformist opgewekter door geaccentueerde ritmiek, maar een drukkende, koude atmosfeer karakteriseert wederom de schrijfstijl. De wanhopige ondertoon is echter naar de achtergrond verdreven.

Het vergrote zelfvertrouwen staat de band rondom singer-songwriter Thomas Bartlett goed. Doveman blijft ook in het popgezelschap van The Conformist de basis van soundscapes, klassieke muziek en jazziness hoog in het vaandel dragen. Daarmee is wel zijn tot op heden meest toegankelijke album gemaakt en hopelijk zullen op zijn minst de opvallende samenwerkingen nu de liefhebber overhalen eens te luisteren.

Read more...

I Am Kloot - Sky At Night

>> vrijdag 9 juli 2010

Er zijn van die bands die al jaren constant op hoog niveau presteren en daarmee een vaste, doch bescheiden plaats in de muziekwereld hebben weten bevechten. I Am Kloot ontvluchtte de hype en bekleedt inmiddels een creatief vrije positie. Gedurende hun hele muzikale loopbaan delen ze al een mooie vriendschap met de mannen van Elbow, die zich ook al eerder met een I Am Kloot plaat bemoeiden.

Sky At Night volgt snel op een leuke collectie rarities onder de naam B. Dit nieuwe studioalbum bevat wederom invloeden van Elbow. De productie was in handen van Craig Potter en Guy Garvey. De ietwat orkestrale aankleding met lyrische strijkers en andere versierselen is daarvan een resultaat. De samenwerking van de bands loopt zodanig in oog dat er stemmen opgaan dat I Am Kloot het recentelijke, en veel te lang uitgebleven, massasucces van Elbow zouden kunnen gaan volgen. Het zou zeker verdiend zijn, hoewel het weinig aan Sky At Night toevoegt te verzanden in speculaties. I Am Kloot heeft een behoorlijk eigenzinnig geluid en de mannen van Elbow weten beter dan daaraan te toornen. Sky At Night zoekt dus geenszins directe gelijkenis met The Seldom Seen Kid. Het blijft van a tot z een typisch I Am Kloot album. De prachtig ingetogen en afgeronde sound die het huidige werk tekent, is wel een ontwikkeling. Er zijn door de productie iets vollere arrangementen en het album kent een opmerkelijk soepel en evenwichtig verloop. Ondanks het meesterschap dat zich daarin karakteriseert, is zelfs de kanttekening te plaatsen of de balans niet belangrijker is geworden dan het sentiment. Het mag het luisterplezier evenwel niet deren. I Am Kloot maakt popsongs in een tijdloze stijl die zich nog altijd moeilijk laat vergelijken met heden en verleden. Altijd schuilt er een rauw randje in de anderszins opmerkelijk laid back liedjes. Het is die dubbele moraal die de muziek van I Am Kloot al ruim tien jaar zo interessant maakt. Het terugnemen van gas op Sky At Night voegt daar een nieuwe emotie aan toe.

Sky At Night vergroot in diverse opzichten alle reeds bestaande ingrediënten van de band op een manier die inderdaad geschikt is voor zwoele, gedempte nachtelijke sferen. Of het succes nu volgt of niet, er is reden genoeg om I Am Kloot diep in de gelederen te sluiten.

Read more...

Justin Currie - The Great War

>> woensdag 7 juli 2010

Na langdurig succes met Del Amitri koos Justin Currie met What Is Love For voor een solocarrière. Een aantal jaren later verwelkomen we de opvolger van zijn even indrukwekkende als innemende debuut.

De krachtige bronzen tonen van Justin’s stem zijn uitermate geschikt voor zwaarder werk, maar tonen zich op The Great War opnieuw charmant in de bijna classicistische songs. Dat is bedoeld in de meest vleiende zin. Popartiesten als Tim Christensen en Tom Baxter hebben ook de plezierige gave om songs te schrijven die met huidige sentimenten meegroeien, terwijl ze een tijdloze klasse bewaren die ze direct aangenaam bekend doet klinken. Justins vocalen maken van iedere song sowieso iets bijzonders. Bovendien blijkt de ex-rocker een grandioos gevoel voor melodie te hebben. The Great War is steviger van opzet dan het voornamelijk door rollende ballads gevulde debuut. Daar passen rootsy ritmes in en pakkende pop hooks, maar ook scheurende scherpgekante rock. Het geheel klinkt daardoor ook minder liefdevol dan het hoopvolle What Is Love For.

Hoewel de herboren singer-songwriter het nu zonder het verrassingseffect moet stellen, staat ook deze tweede plaat als een huis. Er zijn een paar schitterende uitschieters die we wellicht nu al als typische Justin Currie songs kunnen bestempelen, zoals You’ll Always Walk Alone, het intens duistere The Fight to be Human en de dromerige romantiek in The Way That it Falls. The Great War bevestigt dus voornamelijk wat het debuut al aangaf: Justin Currie is als singer-songwriter minstens zoveel waard als voorman van een band.

Read more...

Ólafur Arnalds - …and they have escaped the weight of darkness

>> dinsdag 6 juli 2010

De muzikale carriere van componist Ólafur Arnalds nam een zeer vroege vlucht met Eulogy for Evolution en in zekere zin zou kunnen worden gesteld dat …and they have escaped the weight of darkness pas de echte opvolger is van dat fenomenale album. Er ging echter een ruime serie andere werken en samenwerkingen (Kiasmos) aan vooraf. Daarmee liet hij horen dat de verstilde werelden die hij op Eulogy for Evolution creëerde ook heel andere verschijningsvormen kunnen aannemen.

…and they have escaped the weight of darkness gaat duidelijk voort op het oorspronkelijke pad en gaat niet gebukt onder het juk van experimentele formats (Found Songs) of een opdracht (Dyad 1909). Dit nieuwe album laat Ólafur Arnalds wederom in volledige creatieve vrijheid horen. Hij schreef de composities en arrangementen om vervolgens ook het album zelf te produceren. Tevens nam hij plaats achter piano en toetsen, terwijl de overige instrumenten door anderen worden ingevuld. Dat hij heeft geleerd van zijn vorige projecten is wel te merken. Niet in alle composities blijft de bezetting beperkt tot klassieke orkestraties met subtiele elektronische accenten. Door toevoeging van drum en bas kunnen de composities uitmonden in een aanzwellend bandgeluid. Minimalistische patronen vormen nog altijd een voornaam onderdeel van zijn werken, die hij graag ook ontbloot tot een minimaal instrumentarium. Zo ontglipt hij aan formalistische bezettingstradities en weet hij de arrangementen een van een eigenzinnige dynamiek te voorzien.

…and they have escaped the weight of darkness blijft in eerste instantie een modern klassieke plaat. Toch vindt Ólafur Arnalds gemakkelijk aansluiting bij elektronische soundscapes en ambient pop. Hoewel musiceren op dit scheidsvlak in het hedendaagse niet langer ongewoon is, beheerst Ólafur Arnalds de kunst buitengewoon goed. Dat mondt uit in een bijzonder intrigerende voortzetting van zijn oeuvre die een steeds krachtigere grip krijgt op de luisteraar.

Read more...

49 Swimming Pools - Triumphs and Disasters, Rewards and Fairytales

>> maandag 5 juli 2010

Het Franse 49 Swimming Pools is de nieuwe uitlaatklap van singer-songwriter Emmanuel Tellier. Samen met zijn muzikale vrienden Etienne Dutin (gitaar) en Fabien Tessier (drums, etc.) vormt hij nu een band. Dat Emmanuel in zekere zin een oude rot is in het vak (Engelstalige muziek), maakt dat 49 Swimming Pools direct solide en enigszins vertrouwd klinkt. Dat moet echter niet worden opgevat op nostalgische wijze, want hoewel hij zijn meeste albums met andere bands in de jaren ’90 maakte, is daar niets van te merken.

49 Swimming Pools klinkt eerder als een getemperde, folky Arcade Fire met een singer-songwriterkarakter. Het debuutalbum Triumphs and Disasters, Rewards and Fairytales kent ook enkele raakvlakken met het recente Musée Mecanique en Avi Buffalo. De Franse aanpak van indiefolk pop en rock is enigszins herkenbaar in Tazio & Boy, The Delano Orchestra en Cocoon. Soms komt er bij 49 Swimming Pools een bitterzoet electropoprandje bovendrijven vaak ingeluid door electronische beats. De muziek wordt afwisselend opgevuld door opmerkelijke muzikale accenten of ontwikkelingen waarin allerhande invloeden kunnen terugkomen. Dan kan de band zelfs behoorlijk stevig klinken of plotseling een totaal ander instrumentarium naar voren laat komen. Dat maakt dat Triumphs and Disasters, Rewards and Fairytales een spannende luisterervaring biedt en haast een uur lang blijft boeien. Deze concentratie op het album zelf betekent tegelijkertijd dat er slechts een handvol songs zijn die geheel op eigen benen een bijzonder moment creëren. The Goodbye Song en The Devil Says zijn daar voorbeelden van. 49 Swimming Pools zal geen aardverschuiving veroorzaken, maar is zeker geen niemendallerige plaat.

Read more...

The Miserable Rich - Of Flight & Fury

Helaas moeten wij hier nog tot september wachten op een release van Of Flight & Fury, het tweede album van de uitzonderlijke Britse kamerpopband The Miserable Rich. Hun debuut 12 Ways to Count blies mij met alleen de schoonheid van de uitstekende stijlmix en superieure instrumentbeheersing direct van de sokken. Fabelachtig mooi noemde ik het album en de verwachtingen zijn dan ook hooggespannen voor deze opvolger.

Lang laten ze de luisteraar niet in spanning. Binnen een paar minuten is het al duidelijk dat Of Flight & Fury geenszins onderdoet voor 12 Ways to Count. De band (of ensemble) heeft erkend dat hun klassiek akoestische benadering van folky pop een schot in de roos was. Derhalve borduurt Of Flight & Fury blakend van zelfvertrouwen op de ingeslagen weg voort. De belangrijkste ontwikkeling is wellicht de nog voller aandoende klank van het album, waarin lichte orkestraties wederom kunstige rollen opeisen. Zo weten ze met het luchtige lied Chestnut Sunday in de finale te verrassen met Bolero-achtige patronen in de strijkers. Er bevindt zich een grootse zwier in de liedjes. Deze houden afstand van bombast, doordat ze veelvuldig zijn ontstaan vanuit relatief eenvoudige funderingen. Naast de duidelijk op folk en kamermuziek geënte afkomst, die ook het Willkommen Collective kenmerkt, glijden zo af en toe ook knipogen naar excentrieke popmuzikanten als Patrick Watson, Owen Pallett en Guillemots (eerste album) langs.

Tussen de ontspannende momenten van glimlachende zorgeloosheid zijn ook beklemmender composities te vinden die de albumtitel wellicht beter uitdrukken. De diversiteit in de songs groeit alsmaar verder naarmate het album vordert. The Miserable Rich toont daarin lef dat hun bestaande formule met zekerheid vernieuwt. Zeer recentelijk erkende ik in Punch Brothers een geniaal gezelschap dat de americanabodem moeiteloos ontsteeg door hun vooruitstrevende muzikale superioriteit. The Miserable Rich musiceert vergelijkbaar, maar verlegt hun accent naar de pop. Dat maakt dat ondanks de sterk gewortelde folk en klassieke tradities Of Flight & Fury misschien nog toegankelijker is dan bijvoorbeeld Antifogmatic. Het is zonder meer een fenomenale prestatie om verder te evolueren op deze eigenzinnige wijze zonder daarbij af te zwaaien van mogelijk publiek. De heldere en buigzame stem van voorman James de Malplaquet doet daarvoor ook wonderen.

Prachtige ballades, strijdlustige songs en geëngageerde interludes maken het album tot een overdonderend geheel. Met Of Flight & Fury bezorgt The Miserable Rich ons een opvolger die zowel de liefdevolle band met 12 Ways to Count versterkt alsook op meesterlijke wijze nieuwe avonturen aangaat: een onmiskenbaar mooi juweel.

Read more...

Pattern is Movement - All Together

All Together is een album uit de relatief oude doos. Het stamt uit 2008 en is gedurende zijn bestaan bij ons grotendeels onzichtbaar gebleven. Er zijn twee opmerkelijke dingen aan de band. Namelijk, in 2008 werd Pattern is Movement tot de beste ‘bear band’ uitgeroepen. Ten tweede hun stijl.

Pattern is Movement bestaat in essentie uit slechts twee man: Andrew Thiboldeaux en Chris Ward. Daarnaast zijn er een handvol gastrollen. Ondanks de beperkte bezetting heeft Pattern is Movement een zeer vol en rond geluid. Daarin valt ten eerste de overheersende rol voor percussie en vocalen op. Naast traditionele percussie worden ook andere instrumenten regelmatig op percussieve wijze bespeeld. Vervolgens bestaat een belangrijke troef van de band uit hun songstructuren. De vocale en instrumentale lagen werken van sterk ritmische segmenten naar meeslepende omslagen in prachtige lyrische harmonieën. Dat is een combinatie die gedurende de hele plaat niet gaat vervelen. Integendeel, All Together weet in de tien songs die het bevat steeds verder te fascineren. Namen als The Dodos en Vampire Weekend kunnen hier naast een avantgardistische grootheid als Radiohead worden genoemd als typering. Tegelijkertijd is de licht experimentele inslag en de bij vlagen excentrische bezetting van voldoende complexiteit om ook te knipogen naar bijvoorbeeld Department of Eagles. Desondanks wordt All Together vooral gekenmerkt door een stevige, stuwende kracht ingegeven door de stampende percussie en geluidsmuren. Het is dus daarbinnen dat de mooie muzikale momenten elkaar opvolgen. Stijl of geaardheid, beide redenen zijn meer dan afdoende om dit bijzondere plaatje te gaan ontdekken.

Read more...

Katalin Varga, van Peter Strickland

>> zaterdag 3 juli 2010

Jarenlang probeerde Peter Strickland het via de officiële kanalen, maar het lukte hem maar niet voet aan de grond te krijgen voor het maken van zijn eigen film. Daarom nam hij uiteindelijke het heft in eigen hand met hulp van een erfenis en startte het project Katalin Varga. Daarvoor toog hij naar het voornamelijk door Hongaren bewoonde Transylvanië in Roemenië. In het verhaal wordt Katalin Varga door haar man met haar zoon verstoten als die erachter komt dat zijn zoon niet de zijne is. Órban is verwekt in een verkrachting. Katalin gaat vervolgens met haar onwetende zoon op weg om zich te wreken op de schuldenaars. Wat ze aantreft blijkt echter niet wat ze verwachtte en de onvermijdelijke wraak loopt geheel anders dan gepland.

Hoewel de film een gemoedelijk verloop heeft, zit het venijn in de stiltes die een wrang einde inleiden. Katalin Varga heeft een zeer beklemmende sfeer die veelal puur visueel wordt opgeroepen. Een serie van shots die de diepte van het perspectief veranderen bepalen grotendeels het metrum. Katalin Varga is het bewijs dat een volledig onafhankelijk gemaakte film zeer goed kan uitpakken en is een uitstekend begin voor Peter Strickland.

Read more...

Punch Brothers - Antifogmatic

Vaak schaamteloos onder de country te vinden, is deze plaatsing wel een zeer platte weergave van het uitzonderlijke vermogen van Punch Brothers. Mede om die reden is hun debuut mij tot nog toe onbekend gebleven, maar Antifogmatic, geproduceerd door de opvallende Jon Brion, gaat daar zeker verandering in brengen. Geen wonder dat hun platen worden uitgebracht op het kwaliteitslabel Nonesuch dat ook bekend staat om zijn vooruitstrevendheid.

Antifogmatic laat een gezelschap horen dat zeker zijn americana roots niet verbergt, maar daar bijzondere kunststukken mee ten gehore brengt. Punch Brothers speelt en componeert als een uiterst begeesterd kamerensemble. Compositie is van enorm belang ondanks dat er nog altijd voornamelijk liedjes ontstaan. Een sterke visie buigt springerige ritmes om in complexe samenklanken en verzachtende harmoniën. De technische beheersing van de groep ligt op torenhoog niveau. Mede daarom is Antifogmatic een album dat alleen maar beter wordt naarmate je het beter leert kennen. Het is een waar plezier om dieper in de songs te kruipen en telkens nieuwe patronen te ontdekken. De dynamische performance is daarnaast meeslepend en aanstekelijk. Tenslotte blijken de songs weliswaar veelal uit liefdesverhalen te bestaan, maar deze zijn tenminste atypisch te noemen door hun originele invalshoeken. Het hele plaatje klopt. Punch Brothers komt wel met waardevol vergelijkingsmateriaal in bijvoorbeeld Abigail Washburn, Ben Sollee, Andrew Bird, Zapp String Quartet, Mara Carlyle en The Miserable Rich, hetgeen in het totaal niet afdoet aan de oorspronkelijkheid van de creaties. Dergelijke mogelijke medestanders kunnen ook alleen maar een fijne opsteker zijn.

Zelfs wie geheel geen voorliefde voor traditionele of moderne americana heeft, zal de grote gave van Punch Brothers inzien. Zij zelf laten zich in ieder geval slechts door stijlen inspireren en zeker niet beperken. Antifogmatic is zonder reserveringen een geniale plaat die ik zelfs met een gerust, doch voorzichtig hart een meesterwerkje durf te noemen. Wat kunnen deze mannen musiceren!

Read more...

Leddra Chapman - Telling Tales

Let op de naam Leddra Chapman, want deze Engelse singer-songwriter zou weleens groot kunnen worden. Dat heeft overigens niet in eerste instantie met vernieuwend talent te maken, maar wel met het feit dat de marketingmotor al enige tijd op volle toeren draait. Nog voor haar debuut en daarmee mogelijk succes volledig is te overzien, heeft ze al een ambassadeurschap van het merk Quicksilver binnen.

Laat echter de stuwende wansmaak der commercie niet bepalen of Telling Tales het beluisteren waard is. Wie houdt van de sentimentele en leuke eclectische popsongs die singer-songwriters als Maria Mena en A Fine Frenzy maken, hebben met Leddra Chapman waarschijnlijk een plezierige aanvulling in handen. Leddra’s album staat vol met geperfectioneerde folk-popsongs die erg gemakkelijk wegluisteren. Soms ligt het minder authentieke, doorgeproduceerde popgeluid er wat bovenop, dit is wellicht te wijten aan producer Peter-John Vettese (o.a. Melanie C, Sia). Tegelijkertijd tillen het pure geluid van haar vocalen en de soms verrassend eigenzinnige folkinstrumentaties de liedjes naar een hoger plan. Hoe groot het commerciële succes zal zijn, is even afwachten, maar een leuk plaatje is Telling Tales in ieder geval al wel.

Read more...

Aqualung - Magnetic North

>> vrijdag 2 juli 2010

Met Magnetic North is singer-songwriter Matt Hales, aka Aqualung, toe aan zijn vijfde album. Een muzikaal avontuur dat begon met twee bijzonder sterke albums die zijn onafhankelijke visie op pure popsongs toonden en met de afgelopen twee albums de oversteek maakte naar steeds vollere, stevigere en toegankelijkere ‘mainstream’ pop. Aqualung op Magnetic North wegzetten als mainstream doet hem echter wel tekort.

Opmerkelijk is hoe dan ook dat Aqualung steeds groter wordt, maar die ontwikkeling voornamelijk in de VS lijkt plaats te vinden en in Europa uitblijft. Gedeeltelijk is dat begrijpelijk. De wijze waarop hij met emotierijke performances en de klaaglijke uithalen van zijn stem zijn songs vormgeeft, past goed bij de vaak overdreven sentimenten waar Amerikaanse pop zich van bedient. Het blijft Matt sieren dat hij ervoor waakt die grens te passeren. Desondanks kunnen de ontwikkelingen in zijn sound de afgelopen jaren daarvan niet worden losgezien. Het eigenzinnige niveau van de eerste twee albums wordt dan ook niet meer gehaald. In plaats daarvan horen we nog altijd de signatuur van Aqualung, maar dan in ontspannen weg te luisteren popsongs met een groots gebaar. Het is zijn gave gemoedtoestanden uit de drukken en zijn gevoel voor perfectionistische melodieën die ook Magnetic North weer tot een zeer sterk album in zijn soort maken. Naast een typische Aqualung stijljuweel als Sundowning, vinden we ook weer een samenwerking van Matt met Paul Buchanan in 36 Hours. Garden of Love op het album Memory Man was eerder al een overtuigend voorbeeld van hun gezamenlijke kracht. Ook Kim Oliver en broer Ben Hales zijn herhaaldelijk als co-auteurs te bewonderen. Deze constante factoren in het creatieve proces maken voor gefundeerde ontwikkelingen en herkenning.

De teleurstelling van het anthologische Words and Music blijft uit. Magnetic North brengt wederom twaalf nieuwe, fijne popsongs die Matt’s singer-songwritertalent erkennen.

Read more...

Taxandria, van Raoul Servais

Taxandria werd gemaakt in 1994 en wordt nu uitgebracht op DVD. Welverdiend, want het is een bijzonder cinematografisch werk. De Belgische regisseur Raoul Servais bedacht het concept en werkte het uit tot een opmerkelijke fantasiefilm. In Taxandria ontvouwen zich twee parallele werelden waarin jonge troonopvolgers de hoofdrol spelen. Prins Jan ontdekt tijdens een clandestiene studiereis de droomwereld Taxandria met hulp van de mysterieuze vuurtoren wachter. Vervolgens ontstaat een subversief sprookje dat duidelijk niet voor de jongsten is bedoeld en volwassenen ook zal boeien. Servais gebruikt naast gebruikelijk speelfilmtechnieken ook uitgebreide decorstukken, tekeningen en animatie (François Schuiten). Het magisch realisme dat hierdoor vorm krijgt, doet qua sfeer denken aan een kruising tussen Mel Stuart’s Charlie and the Chocolate Factory, Monty Pyton en Nuit Noir van landgenoot Olivier Smolders. Een onwaarschijnlijke combinatie die wonderwel werkt, maar meer aandacht heeft voor de symbolische boodschap dan humor. Ondanks de wellicht wat nostalgische uitstraling en het simpele verhaal is Taxandria een interessante kijkervaring.

Read more...

Doelstelling van deze blog

Meer aandacht voor het (nog) onbekende. In tenui labor of toch niet?

Mededelingen

Donderdag 1 juli: deze week weer een frisse herstart verwacht.
Kort reces tot 13-05-10.
Na een kort reces vandaag (24-02-10) weer aan de post. Inmiddels is deze blog twee jaar geworden!
Gedurende december zullen er minder recensies worden geschreven
21-31 augustus: tijdelijk even geen recensies ivm een kort reces
Zondag 14 juni: Creative Commons licentie BY NC ND van toepassing op alle inhoud
Woensdag 3 juni: zoekfunctie en auteursrechtenonderdeel toegevoegd
Dinsdag 19 mei: template aangepast, hopelijk verbeterd
Vrijdag 15 mei: nieuw template; ontwikkeld door Ourblogtemplates.com, 2008

Auteursrechten

© Copyright Benjamin N. Vis

Uitgezonderd waar anders vermeld, is op alle inhoud van deze blog een Creative Commons Attribution 3.0 License van toepassing. Deze is hieronder gespecificeerd als CC BY NC ND. Voor meer informatie klik op de links aldaar.

  © Blogger templates Inspiration by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP  

Creative Commons License
werk van Benjamin N. Vis, Nieuwe Geluiden is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Geen Afgeleide werken 3.0 Nederland licentie.