Jóhann Jóhannson - The Miners' Hymns

>> maandag 11 juli 2011

Jóhann Jóhannson’s nieuwe werk, The Miners’ Hymns, ontstond uit een opdracht van BRASS: Durham International Festival 2010 en werd gecomponeerd als begeleiding voor de eponieme film van Bill Morrison. Tezamen vormt het werk een ode aan de mijnwerkersregio in het noordoosten van Engeland en de muzikale component daarin.

Bill Morrison is een filmmaker die bekend is van zijn werk met found footage en The Miner’s Hymns is daarop geen uitzondering. Naar verluidt volgt de soundtrack van Jóhann Jóhannson de film op de letter, hetgeen niet door iedereen op waarde wordt geschat. Luisterend naar alleen de soundtrack is het niet moeilijk voor te stellen hoe de dramatiserende en ruimtelijke crescendo’s als ondersteuning van beelden kunnen dienen. Het zijn geen gemakkelijke composities. Het tempo is laag en de sfeer is onplezierig dreigend. Dat levert echter ook de bedoelde fascinerende vergelijking op met het uitzichtloze, risicovolle, ondergrondse werk in de mijnen. De lange muzikale zinnen omringen de luisteraar met een donkere verblinding in een haast verstikkende greep. Dit zijn an sich geen onbekende stijlkenmerken in Jóhann Jóhannson’s werk.

Als eerbetoon aan de kopermuziektraditie van de kolenmijnindustrie bestaat de bezetting van The Miners’ Hymns voornamelijk uit een flink zestiendelig koperensemble. Het spel van dit ensemble kent een expressieve emotie en de motieven en harmonieën vormen een schoon geheel. Daarnaast is een rol voor het orgel van Durham Cathedral weggelegd. The Miners’ Hymns opent met een aantal prachtige, gedecideerd gespatieerde orgelakkoorden, een atmosferisch patroon dat op gezette tijden terugkeert. Verder zijn de compositie waar nodig aangevuld door percussie en elektronica bestuurd door Jóhann Jóhannson zelf. De galm van de kathedraal werkt dynamisch versterkend in de opnames. Het draagt bij aan het gevoel van immersie en overmacht, hoewel de heldere koperklanken soms een sprankje getemperde euforische opluchting vertonen met name voortgedreven door de percussie.

Waar naar verluidt de componist de op het festival vertoonde film soms te letterlijk heeft geïnterpreteerd, heeft het album een interessante verhalende kwaliteit die mooi wordt vertolkt in de coherentie bezetting. Bovendien vormt dit krachtige sfeerstuk een mooi contrast met voorganger And in the Endless Pause there Came the Sound of Bees.

Read more...

Scott Matthews - What the Night Delivers...

>> zaterdag 9 juli 2011

Gelukkig maakt de meeslepende pop van Scott Matthews een behoorlijk andere singer-songwriter dan Scott Matthew. Met zijn verbluffende debuut Passing Stranger maakte hij een album dat op eenzelfde wijze als Jeff Buckley een weelderige eigenzinnige popvisie koppelde aan goed toegankelijke nummers die zelfs hier en daar op de radio konden verschijnen. Het was opmerkelijk dat na zo’n binnenkomst Scott Matthews met opvolger Elsewhere juist voor een geluid koos dat bewust de ruimte nam voor muzikaal experiment. De bedoeling was niet om goed verteerbare popsongs te schrijven, maar popmuziek te smeden met fijnzinnig gevoel voor compositie. De vergelijking met het bombast van Jeff Buckley bleef op gepaste afstand.

What the Night Delivers... herhaalt geen van beide albums en toont daarmee wederom wat een uitzonderlijk talent Scott Matthews heeft. Natuurlijk mogen we de wereld op blote knieën danken voor die hemels uithalende stem, maar niemand kan voorzien hoe zijn eigenaar die zal inzetten. De subtiel gelaagde weelde van Elsewhere is blijvend van invloed in de songstructuren en toch is tegelijk het juist het medium van de song dat op What the Night Delivers... weer aan aandacht wint. Hoewel het instrumentgebruik niet bijzonder groot is, behouden de zwierige composities ook in de kleinste vorm een ruimtelijke ervaring opgeroepen door de pure kracht in Scotts stem. Overigens vinden we op What the Night Delivers... meer naakte songs, zoals de jazzy ballade Bad Apple en het lieflijk dromende Head First into Paradise. Het kundige gitaarspel is niet altijd de leidraad voor de nummers op What the Night Delivers... en dat opent mogelijkheden voor het naar voren schuiven van andere klankkleuren. Naarmate het album vordert lijkt dat steeds voorzichtiger met de tedere liedjes om te gaan. Waar Passing Stranger bijna overrompelde met emotie en rijke arrangementen, doet het huidige album een flinke stap terug en pakt de luisteraar juist langzaam wiegend in. Het effect is echter bedrieglijk gelijk.

Dit derde album is door de directere aard van de nummers gemakkelijker luisterbaar dan Elsewhere. De ingetogenheid zorgt voor een besloten atmosfeer die de aanwezigen onmiddellijk betrekt bij de ervaringen die Scott Matthews ze toevertrouwt. Deze zeer persoonlijke benadering zal wellicht bij sommigen wat ongemakkelijk aanvoelen, maar wie zijn hart opent vindt zich ongetwijfeld al snel dankbaar in de greep van deze exceptioneel muzikale man.

Read more...

Scott Matthew - Gallantry's Favorite Son

Ook voor hun derde album hebben Scott Matthew en Scott Matthews afzonderlijk van elkaar besloten deze in kort tijdsbestek van elkaar uit te brengen. Als liefhebber van beiden is het verschil meer dan duidelijk, maar naar buitenstaanders toe blijft dat toch verwarrend. Naar verluidt vreesde de introverte troubadour Scott Matthew het opdrogen van de inspiratie. Op Gallantry’s Favorite Son is daar weinig van te merken.

De flamboyance die nog van belang was op het debuut verdween reeds met de onvolprezen voorganger There is an Ocean that Divides. Gallantry’s Favorite Son neemt het pikdonkere sentiment van dat album over. De songs hebben veelal een ferme, diepe basis, maar blijven de kenmerkende eenvoud houden die Scott Matthew’s eigenzinnige stijl zo opmerkelijk maakt. Het gebruik van melodie is ingetogen, maar behoudt een doeltreffende spontaniteit en timing. Scott Matthew onderdrukt constant de snik die achter iedere muzikale zin kan worden verwacht en weerhoudt zich ervan uit de band te springen. Muzikale versierselen zorgen vooral voor atmosfeer en minder voor decoratie. De onderwerpen ontspringen wederom aan een uiterst individuele belevingswereld waarvoor Scott Matthew waarschijnlijk slechts door weinigen wordt benijd, ondanks de artistieke uitingen waar die de voedingsbodem voor vormt. In de poëtische lyriek is geen plaats voor optimisme. Zelfs verjaardagslied Felicity stemt tot melancholie en hij maakt zelfs van de atypisch zonnige westcoast cadans van The Wonder of Falling in Love een fascinerend stuk muziek.

Ook na drie albums veroorzaakt iedere hartenkreet van Scott Matthew, gezongen als een luide fluistering, nog voor een brok in de keel. Technisch bleven ook de interessante contrasten tussen de muzikale en melodische eenvoud en de metrisch onverewachts gedrapeerde vocalen die de luisteraar telkens weer één en al aandacht maken. In de meeste opzichten borduurt Gallantry’s Favorite Son dus geruststellend voort op de paden die deze even aandoenlijke als charmante muzikant eerder insloeg. Alle gemaakte beloftes worden ingelost. Daarnaast vernieuwt Gallantry’s Favorite Son juist vooral in de inzet en structuren van de vocalen.

De nieuwe ballades voegen een essentieel hoofdstuk toe aan een bijzonder oeuvre dat bij iedere beluistering emotionele reacties teweeg brengt. Scott Matthew blijft ongetwijfeld te excentriek voor het grote publiek en daardoor zal de haast spirituele intimiteit van zijn performances hopelijk beschermd blijven.

Read more...

Esmerine - La Lechuza

>> vrijdag 8 juli 2011

In bepaalde kringen hebben de bands Godspeed You! Black Emperor en Thee Silver Mt. Zion grote faam vergaard. Toch zullen in die kringen nog steeds velen niet weten dat percussionist Bruce Cawdron en celliste Beckie Foon al tien jaar lang daarnaast vooruitstrevende neoklassieke muziek maken als Esmerine. La Lechuza is het eerste album van de groep rondom dit tweetal in maar liefst zes jaar. Het is opgedragen aan de verleden jaar overleden singer-songwriter Lhasa de Sela, eveneens een opmerkelijke muzikante. In meerdere opzichten is La Lechuza vernieuwend voor Esmerine. De groep is gegroeid met onder andere harpiste Sarah Pagé en percussionist Andrew Barr. Andere bijdragen komen van Colin Stetson en Sarah Neufeld (Arcade Fire, Bell Orchestra).

Hoewel de ontwikkeling eerder een evolutie betreft dan een omslag is het effect aanzienlijk. Neoklassiek is een subgenre dat weliswaar geleidelijk aan aanhang wint, maar toch behoorlijk exclusief blijft. La Lechuza slaat echter middels deze lofrede een brug naar een ruimer publiek. Enkele composities die hun plaats op dit album hebben gevonden, volgen voor een belangrijk deel de regels van de onafhankelijke en eigenzinnige popsong. Het is dan ook weinig opmerkelijk dat juist Patrick Watson (bovendien een goede vriend van Lhasa) gastvocalist is. Esmerine’s muziek is veel ingetogener dan Watson’s eigen stijl en zijn vocalen zijn dan ook betrekkelijk bescheiden aanwezig. Het effect, zoals gezegd, is echter aanzienlijk. La Lechuza toont Esmerine in de grootse rijkdom aan klanken sinds de oprichting. Lhasa is niet alleen aanwezig in geest, maar postuum ook in de creatieve richtingen die voor dit album werden gekozen. De uitbreiding van de band is mede aan Lhasa’s visies te danken. Met die invloed zijn gelijk de soms volkse ritmesecties en wereldlijke accenten in de composities verklaard. Juist door de neoklassieke jas van Esmerine raken deze voldragen en krijgt het volkse een prachtige diepte die raakt aan de dramatiek in Lhasa’s eigen werk. Overigens horen we zelfs Lhasa zelf nog terug op het slotnummer, een niet eerder uitgebrachte versie van Fish on Land.

Esmerine beweegt zich in de kringen van Rachel’s, Clogs, de atmosferische werken van Balmorhea en zelfs iets van de intense nieuwe jazzklanken van het Portico Quartet. Het blijft daarin meer een dynamisch ensemble dan veel werk van minimalistische neoklassieke componisten. La Lechuza is een zachtjes kabbelend en tegelijk onverzettelijk meeslepend album waarin met name de nummers met medewerking van Patrick Watson ook ieder pophart zullen doen smelten. Het is nergens eenvoudig effectbejag, maar schittert telkens in fijnzinnig opgebouwde structuren en sequenties. La Lechuza is evengoed een mooie emotionele elegie als een fiere stap in een creatieve ontwikkeling.

Read more...

Doelstelling van deze blog

Meer aandacht voor het (nog) onbekende. In tenui labor of toch niet?

Mededelingen

Donderdag 1 juli: deze week weer een frisse herstart verwacht.
Kort reces tot 13-05-10.
Na een kort reces vandaag (24-02-10) weer aan de post. Inmiddels is deze blog twee jaar geworden!
Gedurende december zullen er minder recensies worden geschreven
21-31 augustus: tijdelijk even geen recensies ivm een kort reces
Zondag 14 juni: Creative Commons licentie BY NC ND van toepassing op alle inhoud
Woensdag 3 juni: zoekfunctie en auteursrechtenonderdeel toegevoegd
Dinsdag 19 mei: template aangepast, hopelijk verbeterd
Vrijdag 15 mei: nieuw template; ontwikkeld door Ourblogtemplates.com, 2008

Auteursrechten

© Copyright Benjamin N. Vis

Uitgezonderd waar anders vermeld, is op alle inhoud van deze blog een Creative Commons Attribution 3.0 License van toepassing. Deze is hieronder gespecificeerd als CC BY NC ND. Voor meer informatie klik op de links aldaar.

  © Blogger templates Inspiration by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP  

Creative Commons License
werk van Benjamin N. Vis, Nieuwe Geluiden is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Geen Afgeleide werken 3.0 Nederland licentie.