Caro Emerald - Deleted Scenes from the Cutting Room Floor

>> zondag 28 februari 2010

De warmbloedige band rondom zangeres Caro Emerald komt verrassend genoeg gewoon uit Nederland. Normaal gesproken gaat ze dan ook door het leven als Caroline van der Leeuw. Er is al veel te doen geweest om Caro Emerald’s debuut, met als voorlopig hoogtepunt de presentatie aan Nederland in DWDD. Bovendien schalde het nummer A Night Like This al enige tijd over de radio. De tijd is meer dan rijp om eens te gaan luisteren of al deze lof is verdiend. Deleted Scenes from the Cutting Room Floor drijft op een aanstekelijke tropische big band sound met de nodige nostalgische elementen en relatief zware, ritmische beats. Daarin tilt de begiftigde vocaliste hun sound uit boven het geluid dat ook zeer geliefd is in de lounge. Kritiekpunt is wel dat de geprononceerde invloeden vanuit populaire genres als R&B en soul de songs weinig goed doen, zeker in combinatie met de toch al erg pregnante beats. Internationale aanknopingspunten kunnen worden gevonden in op triphop geïnspireerde acts als Bitter:Sweet en Sharleen Spiteri. Waar deze artiesten goed overweg kunnen met allerhande moderne invloeden die het geluid divers en origineel maken, klinkt Caro Emerald eigenlijk op haar best in de meest klassieke, akoestische vorm. Helaas is daarvoor op het album slechts een bijrol weggelegd. Het is wellicht niet helemaal aan de zangeres te wijten dat de te drammerige arrangementen de nummers op het album enigszins inwisselbaar laten klinken. Wellicht dat het grote succes van dit album, het haalde reeds de eerste positie in de album top 100, nieuw werk iets meer artistieke vrijheid zal laten. Gelukkig is ieder nummer afzonderlijk best lekker en vocaal blijft Caro Emerald ijzersterk.

Read more...

Yen Harley - The Substance of Things

Vanaf het moment dat singer-songwriter Lukas Batteau een verrassende, veelbelovende EP (All Dressed Up and Nowhere to Go) uitbracht, werd uitgezien naar een volledig album. Nu weten we dat dit album voorlopig zal uitblijven. In de voorbereidingen groeide Lukas Batteau namelijk uit tot een volledige band door de samenwerking met drummer Berry Vink, gitarist Rolf Perdok en bassiste Josine van der Splinter. De voor de hand liggende vraag is nu of deze omdoping naar Yen Harley evenveel indruk gaat maken als Lukas zelf. Yen Harley kan in ieder geval zelfverzekerd zijn over de kwaliteit van de vocalen. De band wordt gepresenteerd als een alternatieve jaren ’90 rockband en daar valt weinig op af te dingen of aan toe te voegen. De band klinkt stevig en toegankelijk door de zeer herkenbare sound van een aantal jaren terug. Lukas Batteau weet zijn stem daarvoor ook goed, zij het enigszins eenzijdig, te gebruiken. Het haast overambitieus te noemen referentiemateriaal dat de solo EP opriep kan vrijwel volledig overboord. Dat ervaar ik als een groot gemis. Waar de sobere, strijdbare singer-songwriterstijl van Lukas Batteau mij erg kon bekoren, heb ik relatief weinig aanknopingspunten met de jaren ’90, zeker in deze treffende vorm. Yen Harley blijkt desondanks een voortreffelijke band die al op het debuut zeer goed op elkaar is ingespeeld. Omdat hun sound erg neigt naar een genreband zal daar zeker een publiek voor te vinden zijn. Tegelijkertijd zullen ze er ook luisteraars mee verliezen. De keuze is gevallen. Niettegenstaande de kwaliteiten van de huidige band hoop ik persoonlijk nog altijd op een soloplaat.

Read more...

The Man From Earth, van Richard Schenkman

Het kostte de nodige tijd en moeite om dit filmproject naar het laatste verhaal van Jerome Bixby, de auteur van belangrijke delen van Star Strek en The Twilight Zone, te realiseren. Jerome Bixby startte het verhaal al in de jaren ’60, maar maakte het pas tegen zijn dood in 1998 af. Tien jaar later is The Man From Earth eindelijk een feit. Het betreft wederom een sci-fi verhaal, hoewel niet in traditionele zin. Het budget voor de film was merkbaar klein en hield het verhaal zeer puur. The Man From Earth is een echte praatfilm in de geest van Hurly Burly en Tape, maar minder op de spits gedreven. De plot is mager en behoeft weinig woorden. Te midden van een afscheid onder goed bevriende professoren kondigt John Oldman aan dat hij oorspronkelijk een Cro-Magnon mens was en al 14.000 jaar leeft. Dit gegeven maakt de film evengoed magisch realistisch, terwijl de gehele plot zich in conversatie ontvouwt. Daardoor is The Man From Earth ook een echte acteursfilm; één die weet te boeien. De voornaamste kritiek betreft echter de halfbakken neigingen tot dramatisering. Dit begint met een nogal verkeerd ingeschatte soundtrack van typisch b-film effectbejag. Daarnaast ligt het tempo, ondanks de beperkingen, door het kerngegeven erg hoog. Daardoor vindt ook in de voortdurende conversatie een zekere overdramatisering plaats die personages onwaarschijnlijk maakt. Deze inschattingsfouten vervreemden het publiek van de mogelijkheid van geloofwaardigheid. Desalniettemin, voor degenen die houden van nadenken over verstrekkende hypotheses, biedt het gegeven en de presentatie van de film voldoende vertier en ontlokt aan het eind een zweem emotie.

Read more...

Musée Mécanique - Hold This Ghost

>> zaterdag 27 februari 2010

Een warme hedendaagse nostalgie is de voedingsbodem voor dit knappe debuutalbum van Musée Mécanique uit Portland. Bij het horen van Portland gaan al gauw alarmbellen af, omdat het de thuishaven is van menige excentrieke, eclectische popband. Musée Mécanique blijkt echter van geheel andere orde. Er heerst een elusieve rust op het album die uiterst fijnzinnig en smaakvol wordt opgevuld met een melodieus scala aan ouderwetse instrumenten. Elektronische versterking wordt op polijstende wijze gebruikt in combinatie met diverse zowel sprankelende als wollige akoestische klanken.

De naam Musée Mécanique vindt zijn oorsprong in het gelijknamige museum in San Fransisco. Precies zoals het museum een technische wildernis gladstrijkt, lijkt de band hun songs vorm te geven. Een dun lijntje fragile vocalen houdt constant de aandacht op de rode draad. De veelheid aan middelen wordt daarom nooit overweldigend, maar blijft, zoals bijvoorbeeld Beach House dat weet te doen, gemakkelijk ontspannen en creatief gedecideerd. Hold This Ghost doet een klein beetje denken aan spooksprookjes van Ghost Trucker’s debuut met een vleugje harmonische romantiek van Mara Carlyle en een dromerige atmosfeer die het verontrustende nostalgisch futurisme van de film Delicatessen vredig had kunnen doen lijken. Hold This Ghost is een speciale collectie luisterliedjes met de ingetogen schittering veroorzaakt door een scherp oor voor detail. In die zin kan ook het Amsterdamse Dita Parlo ter vergelijking worden genoemd.

Musée Mécanique brengt om iedere hoek subtiel een nieuwe verrassing en voorkomt een bepaald genrekarakter. De eenvoud waarmee de songs aan het album lijken te zijn toevertrouwd, is onbetwist het resultaat van de muzikale vriendschap waarin bandleiders Sean Ogilvie en Micah Rabwin zich sinds in jeugd in onderdompelen. Folk, (elektro)pop en alt country bekleden roulerende hoofdrollen in de nauwkeurige balans. Het duo voelt elkaar feilloos aan en dit zorgt voor een memorabele luisterervaring die een serene uitwerking heeft op de zwelgende toehoorder. Hold This Ghost is geen album dat opschudding veroorzaakt, maar voegt zich wel onmiddellijk tussen persoonlijke favorieten.

Read more...

jj - n° 3

>> vrijdag 26 februari 2010

De Zweedse band jj wist de ogen van de muzikale wereld op zich te richten door snel achtereen n° 1 (eerste single) en n° 2 (hun geroemde debuutplaat) uit te brengen. Daarom maken ze nu hun debuut op het kwaliteitslabel Secretly Canadian met hun tweede album, niet verrassend n° 3 geheten. Driemaal is scheepsrecht en met de juiste promotor achter zich kan de band groeien naar een grotere toekomst. n° 2 werd een echt zomeralbum genoemd en n° 3 gaat hoe dan ook een winteralbum worden. Het geluid past daar echter prima bij. jj’s pop klinkt over de hele linie onderkoeld, maar laat dit je niet bedriegen. De elektronische klankdekens en drums spreiden een heerlijk wollige deken voor je uit. n° 3 is een album waarin het prima nestelen is. Saaiheid wordt behendig ontweken door creatief gebruik van synths, elektronica en versierselen, terwijl in de ritmiek diverse spannende dingen gebeuren die knipogen naar R&B, soul en Caraïben. Daardoor krijgt het album diep van onderen toch een warme gloed. Hier kan een aardige vergelijking worden gemaakt met Alaska in Winter, hoewel jj’s mix een stuk subtieler is en eleganter in elkaar zit. Dit album laat de luisteraar de keuze of hij wil dromen of dansen, hetgeen onverwachts lekker uitpakt ondanks de op het eerste gehoor iele sfeer.

Read more...

Jens Carelius - The Beat to the Travel

Dit album opent alsof het er altijd al was; een lijzig liedje met een vriendelijk kabbelend gitaartje en een zacht geknepen stem. The Beat of the Travel van Jens Carelius blijkt direct al een treffende naam te dragen. Het belooft een plaat vol typische, aangename singer-songwriterliedjes, die juist in momenten van reizen en wachten hun pracht tonen door gemakkelijk in de omgeving op te gaan. De daarop volgende nummers kennen wel een iets vollere body met een lome cadans in de gedempt aangezette ritmes. Op dat moment vertoont zich de ware aard van Jens Carelius. Hij haalt de mosterd vooral op de Amerikaanse prairie in vorm van folk, country en blues waar een milde scheut psychedelische rock overeen gegoten wordt. De vergelijking met Cat Stevens wordt wel gemaakt. Die interesse in americana is andere Noren ook niet vreemd en blijkt een goede combinatie met de noordelijke kou. Die koele tempering is een zegen voor Jens’ niet al te krachtige stem. The Beat of the Travel is zijn tweede plaat en beweegt zich tussen het ontspannen alternatieve luisterliedje en creatieve americana singer-songwriterpop.

Read more...

Baby Dee - A Book of Songs for Anne Marie

Baby Dee is een muzikaal multitalent. Niet alleen brengt ze al tien jaar singer-songwriter platen van constante stijl en kwaliteit uit, ze speelt daarop ook voortreffelijk harp, piano en accordeon. Stilistisch valt haast niet zonder aan Antony and the Johnsons te denken naar Baby Dee te luisteren. Het is opvallend dat zowel Antony als Baby Dee zijn terug te voeren op een verleden met de Britse band Current 93. Ondanks de reeds zes releases op haar naam heeft ze altijd minder in de belangstelling gestaan dan de onwaarschijnlijke publiekslieveling Antony Heggarty. Luisterend naar haar platen is dat begrijpelijk, maar niet te vergoelijken. Antony bereikte een groot publiek door steun en samenwerkingen met grote namen, terwijl Baby Dee veel meer geïsoleerd opereert. Eerder produceerde ze ook haar albums zelf. Dat is op A Book of Songs for Anne Marie niet het geval. Haar androgyne geluid is ongetwijfeld het resultaat van haar transseksuele geaardheid. Het past ook in het excentrieke beeld dat referentiemateriaal biedt, zoals werk van Marc Almond & Michael Cashmore, Antony and the Johnsons en in mindere mate Scott Matthew. Ze werkte eerder ook samen met Antony en toerde met Marc Almond en The Dresden Dolls.

In de basis zijn haar songs eenvoudig en kennen een sobere bezetting. Slechts in de details vinden andere instrumenten hun weg naar een vergrotend dramatisch effect. Dit versterkt slechts het ietwat theatrale narratief dat in haar stem besloten ligt. Ondanks haar Amerikaanse afkomst doet haar muziek meer dan eens denken aan klassiek klinkende bewerkingen van traditionele Britse liederen. Dat neemt niet weg dat de klassiek aandoende, akoestische aanpak juist gemakkelijk aansluit bij de ontwikkelingen in de alternatieve folk en pop van de eenentwintigste eeuw. A Book of Songs for Anne Marie is wederom een mooie en zachtaardige plaat met gevoelige songs die een introspectief karakter lijken te hebben. De pure bezetting en het fijnzinnig spel van de sobere arrangementen geven ook dit album de kenmerkende captiverende intimiteit mee die knap tegenwicht geeft aan band en bombast van stijlverwant Antony Heggarty.

Read more...

Owl City - Ocean Eyes

>> donderdag 25 februari 2010

Al geruime tijd luistert men in Amerika naar dit album van Owl City, oftewel singer-songwriter Adam Young. Het plaatje is gevuld met makkelijk in het gehoor liggende en hitgevoelige synthpop. Op TV kunnen wel al even kijken naar de clip van single Fireflies. Dat het album nu ook in Nederland is uitgebracht is dan ook geen verrassing. Het popgehalte is bijzonder hoog en het lichte en vlotte stemgeluid van Adam komt duidelijk over door de scherpe productie. Eenvoudig rijmende teksten maken dat de liedjes makkelijk zijn mee te zingen vanaf de eerste draaibeurt. Met sommige teksten zou je zelfs een zeer jong publiek nog kunnen amuseren. Pakkende refreintjes en opgewekte ritmes doen de rest. Ocean Eyes is het tweede album van Owl City en vestigt de naam stevig in de wereld van de lichtvoetige pop. Verrassend genoeg gebruikt het daarvoor middelen die aan de kant van de connaisseurs en pioniers op scharen serieuze muziekliefhebbers kunnen rekenen, zoals Grandaddy, Phoenix en Air, terwijl het de rustigere kant van de elektropop met bijvoorbeeld The Go Find laat liggen. Van ontspannen lounge is absoluut geen sprake en het blijft (gelukkig) ook weg van de overgelukkige niemendalletjes van Mika. Het treft dus de juiste balans; het wint het grote publiek door het onmiddellijk bekende geluid en zal de fijnzinnige kenner waarschijnlijk niet storen. De songs zijn prima in elkaar gezet, niet het toonbeeld van originaliteit, maar op het hele album merk je steeds duidelijker dat het een zich herhalend, toegepast kunstje betreft. Desondanks is Ocean Eyes een lekker popalbum die het gemiddelde loze moment danig kan verzachten.

Read more...

Ben Sollee & Daniel Martin Moore - Dear Companion

In plaats van een persoonlijke opvolger bundelen twee van Kentucky’s grootste hedendaagse talenten in de popmuziek hun krachten op dit bijzondere album. Ben Sollee wist te imponeren door zijn opvallende songschrijverschap dat hij combineerde met zeer kundig cellospel. Daniel Martin Moore bleek als singer-songwriter zijn vervullende en ingetogen stemgeluid voor zich te kunnen laten spreken in klassiek aandoende, pure songs. De roots die deze twee bescheiden grootheden delen vinden nu volmondig hun weg op deze plaat. Geen van de twee heeft een uitgesproken hoofdrol, maar de traditionele klanken van de Appalachen is als een constante onderstroom aanwezig. Het creatieve cellospel vormt een mooie afwisseling met behoudender songs. Het veel lichtere geluid van Ben Sollee combineert verrassend mooi met het zachtere brons van Daniel Martin Moore. Gelukkig overheerst het rootsgeluid nooit zodanig dat er geen sprake meer is van hedendaagse pop. De folkinvloeden geven Dear Companion juist verdieping en, waar nodig, een uitnodigende zwier. Subpop voegt met deze samenwerking een nieuw pareltje aan zijn uitzet toe. De vraag is natuurlijk wel of de heren voortaan gezamenlijk of ook nog apart hun muzikale wegen zullen bewandelen.

Read more...

Peter-Anthony Togni - Lamentatio Jeremiae Prophetae

Sinds 1989 is Peter Togni actief als freelance componist van voornamelijk klassieke muziek. Koormuziek vormt een groot onderdeel van zijn oeuvre. In zijn composities doorklinkt vaak een persoonlijke visie op het sacrale. Met deze opname van het stuk Lamentatio Jeremiae Prophetae komt dit zeer concreet naar voren. Het verhaal van de verscheurde profeet Jeremiah uit het Oude Testament staat centraal en wordt als profeet van het hedendaagse aangehaald. Het bijzondere van dit werk is bovendien dat Togni de getalenteerde basklarinettist Jeff Reilly vrijheid laat voor improvisatie naast de formelere klanken van het Elmer Iseler Singers koor. Als organist speelde Togni al geregeld met het Sanctuary Trio en sinds 2009 ook met het Peter Togni Trio zich richtend op uitvoeringen van jazz classics, eigen werk en jazzbewerkingen van klassiek. Deze achtergrond meenemend is het niet verrassend dat Peter nu met Lamentatio Jeremiae Prophetae debuteert op het ECM label, dat zowel de jazz als klassiek liefhebbers al 40 jaar op hun wenken bedient. Herhaaldelijk doet Lamentatio Jeremiae Prophetae denken aan de gelegenheidssamenkomsten van Jan Garbarek met het Hilliard ensemble. Ook deze platen op het ECM label kenden een opmerkelijke combinatie van improvisatie en compositie. Lamentatio Jeremiae Prophetae is echter merkbaar als een geheel geschreven en kent daardoor ook duidelijke narratieve ontwikkeling. Togni zelf geeft aan dat hij gaandeweg het koor als Jerusalem ging beschouwen en de basklarinet als de stem van Jeremiah, hetgeen goed is terug te horen. Ook de prachtige sopraan van Lydia Adams valt op. Zij tilt de kleur van de compositie naar een sprankelend hoger plan. Het stuk werd opgenomen in Togni’s huidige woonplaats Halifax, Nova Scotia in de All Saints Cathedral. Die ruimte geeft het afwisselend alarmerende en sussende stuk een plezierig gearticuleerde klank. Peter Togni beteugelt in dit mooie en contemplatieve werk twee uiteenlopende stijlen op een complementaire manier.

Read more...

Philip Glass - A Madrigal Opera

In de wereld van de minimalistische muziek zwaait Philip Glass voor menigeen al jaren de scepter. Hij is een waar meester in het op de spits drijven van verschuivende tonale patronen. Deze eerste opname van A Madrigal Opera vertoont duidelijke verschillen met veel van zijn bekendere werken. De compositie stamt uit 1980 en is gecomponeerd onder invloed van de ontwikkeling van madrigalen in vroeg zestiende-eeuws Italië. Aanvankelijk betrof dit louter vocale muziek van twee- en driestemmig tot zesstemmig later. In de latere periode kon die worden aangevuld met een solo-instrument. Uit deze seculiere muziek kwam de opera voort. In de jaren ’70 ontpopte Glass zich van een minimalistische componist tot een atypisch operaschrijver. In 1980 leidde een opdracht voor het schrijven van een traditioneel georkestreerde opera tot een herontdekking van akoestische expressiviteit in zijn muziek. Philip Glass revisiteert beide stijlen in deze zesstemmige ‘kameropera’ die wordt bijgekleurd met viool en altviool. Door gebrek aan inhoud blijft het werk abstract, terwijl de relatie van muziek en emotionele expressie duidelijk aanwezig is. Er is geen libretto om het te concretiseren. Veel van Glass’ reductionisme is nog aanwezig in de muziek, maar de tegen elkaar opwerkende muzikale lijnen boren nieuwe dieptes aan in de zeggingskracht uitgaande van de aard van de compositie. Ondanks Glass’ kenmerkende repetitieve toondichtheid zijn er momenten waarop A Madrigal Opera kan worden vergeleken met Arvo Pärt’s sacrale tintinnabuli composities die gebruik maakten van gregoriaanse invloeden. Deze opname volgt enkele uitvoeringen van andere gezelschappen. De Finnen spelen het stuk op een ietwat slepende wijze, waardoor de dynamiek getemperd blijft. Het benadrukt de structuur van de compositie, maar een strakkere uitvoering had wellicht tot meer contrast geleid. Het is goed dat dit bijzondere stuk van Glass nu aan plaat is toevertrouwd. Het geeft een interessant en mooi beeld van een componist in transitie.

Read more...

Atlantis, van Digna Sinke

>> woensdag 24 februari 2010

Met weinig middelen zet regisseuse Digna Sinke op zeer scherpe en elegante wijze haar eigen script neer. Bekende beelden van Nederlandse landschappen en moderne taferelen worden zodanig vastgelegd dat het geheel een futuristische uistraling krijgt. Dat past bij de sci-fi-achtige plot waarin de overheid van de toekomst de samenleving in een geformaliseerd keurslijf van geluk en positiviteit dwingt en alles van vroeger tot het vergeten verleden behoort. De protagonist betreft een subversief, doch verlegen meisje van 13 dat door haar gedrag steeds meer te weten komt over de kanten van de wereld die inmiddels uit het zicht verdreven zijn. Zo komt ze ook steeds meer te weten over wat haar te doen staat in de toekomst, hetgeen niet strookt met de opgedrongen ordening van het geluk. Het filosofische en metafysische verhaal drijft grotendeels op de fragmentarische opmerkingen die worden gemaakt door de personages. Helaas lijken die maar half in hun woorden te geloven, waardoor de uitspraken vaak blijven steken in cryptische profetieën. De krachtige cinematografische stijl en de prachtige enscenering overstemmen dit minpunt echter vorstelijk, waardoor Atlantis alsnog een plezierige film blijkt.

Read more...

Erland & The Carnival - E & TC

>> vrijdag 12 februari 2010

De band rondom Erland Cooper, woonachtig op de Orkney Eilanden, die leden bevat van The Verve, The Good, The Bad, The Queen (Simon Tong) en The Fireman (drummer David Nock), komt na de EP eind vorig jaar snel met een volledig album genaamd: E & TC. De rommelige opening van Love is a Killing Thing is ten opzichte van het eerder gehoorde enigszins een teleurstellend. De band revancheert echter op de rest van het album.

Hun formule omhelst precies wat ze al eerder prijsgaven: een grote invloed uit de jaren ’60 met de nodige psychedelische orgeltjes waarin de catchiness vaak met een vleugje bombast wordt gebracht. Hoewel Erland & The Carnival zichzelf beter beteugelt dan bijvoorbeeld The Last Shadow Puppets en meer getemperd is dan de geveinsde grootsheid The Good, The Bad, The Queen, zijn er zeker gelijkenissen. Uiteindelijk blijft E & TC een indieplaatje van Britse bodem en dat bleek in het verleden vaak genoeg een vrijkaartje voor succes. Dat zou hier ook kunnen gebeuren, omdat het album het gevoel eert dat het eclectische knutselwerk uit de akoesmatische en moderne folkmuziek kenmerkt. De bevreemdende geluidjes werken memoriserend en geven de popsongs een vollere klank. Erland & The Carnival onderscheidt zich vervolgens vooral door het uiterst ontspannen spel. Waar vergelijkingsmateriaal heil zoekt in urgente rock en de neiging heeft nodeloos opgejaagd te klinken, heerst op E & TC een plezierige rust die meer ruimte laat aan teksten en melodie.

Hoewel de stijl dat aanvankelijk niet doet vermoeden, blijkt de popballade ten grondslag te liggen aan hun songschrijverschap. Die traditie wordt niet met voeten getreden. Dat geeft Erland & The Carnival zijn gezicht en maakt dit tot een leuk debuut.

Read more...

Nom de Guerre - Love Thy Neighbour

>> donderdag 11 februari 2010

Op de opvolger van het succesvolle debuut van het Duits-Zweedse Nom de Guerre heeft de goedgeluimde band niets aan kracht en potentie ingeboet. De songs zijn allen op zich al een goed popliedje en Love They Neighbour vormt daarmee een overwegend vrolijk gestemd popalbum van formaat. Hoewel de band een iets minder herkenbaar geluid heeft, doet de plaat me wel wat denken aan het energieke debuut van The Hoosiers. Naast de overheersende springerige vrolijkheid is het nummer The Ballad of Harry op zichzelf al het kopen van het album waard. Deze schitterende liefdesballade is een van de weinige rustpunten op de plaat en herbergt klassieke allure in zijn melodie. Daarnaast is Drama Queen mogelijk een instant hit en meer dan singlewaardig. Er heerst een beheerste, eclectische gekte, hoewel kwaliteit telkens weer hoog in het vaandel staat. De muzikaal gelaagde arrangementen geven de songs hun volle klank. Daarin valt vooral de pianopartij op die zo af en toe vervalt in een dwarrelend lijntje dat neigt naar het romanticisme van popkunstenaar Maximilian Hecker. Deze eigentijdse typering bestaat naast een serie verwijzingen naar, vooral Britse, jaren ’60 bands. Hierbij een oproep aan de liefhebbers van de luchtige indiebandjes: laat Nom de Guerre niet verstoffen, zoals bijvoorbeeld The Clientele en Lacrosse. Love Thy Neighbour zal zeker niet in de kast misstaan.

Read more...

Trouble Books - Gathered Tones

Nog niet zo lang geleden berichtte ik over The United Colors of Trouble Books. Nu is het duo Keith Freund en Linda Lejsovka, ditmaal versterkt door Mike Tolan, terug met een nieuwe samenkomst van geluiden, genaamd Gathered Tones.

De albumtitels geven een goede beschrijving van de stijl van deze band uit Akron, Ohio. Voor een groot gedeelte betreft het knip- en plakwerk, lichte noise en electropop met hier en daar wat folkinvloeden. Toch klinkt Gatheren Tones samenhangender dan het erg op de soundscape geschreven The United Colors. Daardoor heeft hun geluid wel wat weg van The Go Find en Broadcast, maar ook labelgenoten TaughtMe en Talons’ passen goed in het rijtje referenties. De contemplatieve, zachte vocalen krijgen minder aandacht dan de daar omheen wervelende etherische klanken. Een pakkend popliedje produceren ze daarom nooit, hoewel Gathered Tones het puur experimentele zeker voorbij is. In de songs gaat het om alledaagse dingen, waardoor de teksten zich net zo min profileren als de muzikale begeleiding. Hun ambient omgeving is niet bedoeld voor specifieke foci. In plaats daarvan wordt de luisteraar uitgenodigd voor luie dwalingen. Daarvoor zijn de composities uitermate geschikt en Gathered Tones zou ook zeker met beelden kunnen worden versterkt. Trouble Books breekt nog altijd geen potten voor de vernieuwing. Dat neemt echter niet weg dat ook Gathered Tones voor de liefhebber van knutselsoundscapes met een poprandje erg geschikt zal zijn.

Read more...

Sir Ian - Apathology

>> woensdag 10 februari 2010

Bart Hoevenaar (ex-Mono) is als muzikant voortgegaan in een soloproject genaamd Sir Ian dat met Apathology debuteert. De rock van Mono heeft een belangrijk fundament gelegd voor zijn sound, terwijl een omweg als gitarist bij Fuck the Writer hem de gewenste persoonlijkere vorm van schrijven deed vinden.

Sir Ian’s geluid kan worden omschreven als singer-songwriter pop met een soms opdringerige onderlaag van rock. De songs zijn duidelijk op popwijze verder geharmonieerd. Deze karakteristieken uit de pop ontwikkelen zich regelmatig verder naarmate het album vordert. Gas terug helpt daarbij de openheid en toegankelijkheid van de songstructuren. Op zwaardere momenten verzandt de compositie nog wel eens in wollig instrumentaal geweld. Ook valt op dat Barts relatief lichte stem niet altijd is opgewassen tegen die flinke, vanuit misplaatste bravoure opgeworpen, geluidsmuren. Een goede balans is te vinden in Life of Promise dat start met dergelijk aanstekend rifje dat er misschien nog wel een singletje in zit. In creatieve uitspattingen lijkt het excentrieke van Fuck the Writer zijn sporen te hebben achtergelaten. Echter, net als bij voornoemde band, mis ik regelmatig stilistische focus en scherpte in de uitvoering. Dat juk laat Apathology als album op een zeker niveau steken, terwijl het over de hele linie ijzersterk had kunnen zijn. Door middel van opgeschoond spel en het naar voren halen van de fijnzinnigheid die nu in details zit, kan Sir Ian nog een flinke slag groeien.

Met deze verwachting in het achterhoofd krijg je nieuwe waardering voor de ingenieuze lagen die vaak komen bovendrijven. Op een volgende plaat hoop ik op een iets minder volle rockklank en potentere vocalen. Als singer-songwriterplaat bewijst Apathology dat dit mogelijk is.

Read more...

John Carrie and Moor Green - Clearing Air

Het debuut van de Iers-Amsterdamse groep John Carrie and Moor Green, Folk is not Happy, zit nog vers in het geheugen, al was het alleen vanwege de lovende recensies. Op Clearing Air wordt de ingeslagen weg op engagerende wijze vervolgd. Het liedjes schrijven en muziekspelen zit steeds beter in de vingers. De ietwat rauwe, rockende rootsy ballades van John Carrie and Moor Green boeien ook dit tweede album, waarop een duidelijke ontwikkeling en verbreding van het geluid te horen is. Happy zijn de heren nog altijd niet. In beginsel zorgt de lamenterende stem van John Carrie daar al voor, maar ook de aangesneden onderwerpen zijn alles behalve lichtzinnig. Toch zit er in de volkse cadans altijd een zweempje lichtvoetigheid die de muziek niet tot een diep gitzwart gat laat vervallen. Bij vlagen ligt zelfs enige vrolijkheid op de loer. John Carrie and Moor Green stelt op Clearing Air niet teleur en consolideert het muzikale talent. De stevige rootsy klank zal de liefhebbers van het genre blijven aanspreken, maar is niet overstijgend genoeg om de oversteek naar de bredere pop of folk te maken.

Read more...

Shrink, van Jonas Pate

Regisseur Jonas Pate gaf Shrink een plezierig moderne snit mee. Daarin blijken de mooie fotografie en de lijzige soundtrack kenmerkend. Deze eigenschappen zorgen voor ondersteuning van de semiklinische sfeer in het on-Amerikaans trage tempo. Aangezien het een mozaïekfilm betreft is dat laatste nauwelijks merkbaar. De plot draait om een psychiater van de rich and famous in Hollywood, hetgeen wordt gebruikt als een vehikel om de schaduwkant van de mensen in de filmindustrie centraal te stellen. De hoofdlijn van het verhaal is eigenlijk niet het meest origineel en zelfs beperkt boeiend. Toch biedt Shrink voldoende kwaliteit om een aangename kijkervaring te vormen. In de eerste plaats laat de film de lethargische acteerstijl van Kevin Spacey als psychiater alle ruimte. Voor de liefhebbers van dergelijke typische Spacey rollen maakt Shrink alle beloftes waar. In de bijrollen komen namen als Robin Williams voorbij, maar deze zijn eigenlijk te kort en onderontwikkeld om veel toe te kunnen voegen. Wel bevat de film enkele niet geheel verwachte subplots die uiteindelijk de voorspelbare kant van het centrale verhaal overschaduwen. Daardoor behoudt Shrink tot het eind een atmosfeer van verwachting en weet het verhaal diverse leuke momenten te creëren.

Read more...

Steye & the Ottowanians - Hum & Ears

>> donderdag 4 februari 2010

De bestemming van dit In A Cabin With project was het winterse Canada met een temperatuur van -30. Die onderkoeling is niet terug te vinden op het funky album Hum & Ears dat, met de Nederlandse Steye als creatief middelpunt, werd gerealiseerd. Aan dit creatieve proces is een aflevering van de tv-serie van de NPS rondom IACW gewijd. Steye & the Ottowanians boren voor mij persoonlijk stilistisch niet de juiste bronnen aan, maar ik geef grif toe dat Hum & Ears zeker het meest funky album is dat uit een IACW project voortvloeide. Er worden vriendelijke, wat simpele songs gespeeld in een uitnodigende lo-fi sfeer met een authentieke zwier, waarvoor invloeden uit de soul en funk worden gebruikt om een aantrekkelijk, ritmegevoelig synthpop singer-songwritergeluid te smeden. Naast een veertiental Canadese muzikanten is ook gitarist Alvin Lewis (ex-Zuco103) van de partij. Tezamen vormen ze een grote en kundige groep muzikanten die in tien dagen tijd een prima luisteralbum in elkaar zetten onder toeziend oog van huisproducer Jesse Beuker. Na terugkomst werd van het nummer Wonderful in samenwerking met Adrien Jeanjean en Orientation Travel de eerste interactieve 3D clip opgenomen. Dat benadrukt nog maar eens de atmosfeer van creatieve vrijheid die IACW tot zo’n onweerstaanbaar project maakt. Met Steye & the Ottowanians groeit de diversiteit onder de IACW vlag alleen maar verder en, hoewel het geen persoonlijk favoriet is, blijkt ook Hum & Ears een leuk, speels album.

Read more...

Blackbud - Blackbud

>> woensdag 3 februari 2010

Een aantal jaren terug werd het debuut van het Britse Blackbud, From the Sky, hier vrijwel genegeerd. Als Britse band hadden ze te kampen met het negatieve stigma dat op het Amerikaanse emogenre was geplakt. Een eerste indruk van Blackbud werkte een aversie waarschijnlijk in de hand, hetgeen velen ervan weerhield om een anderszins indrukwekkend album te beluisteren. Ondanks deze koele ontvangst is de band gewoonweg voortgegaan en waarom ook niet, want met de muzikaliteit zit het goed en voorman Joe Taylor heeft een gouden strot. Het verleden had echter wel tot gevolg dat enkele maanden terug het nieuwe album ook langs mij heen ging. Deze titelloze opvolger wordt in een dramatische eenvoud gepresenteerd. Wat voor gevolgen heeft dit voor het kenmerkende uitbundige bombast van de emo-invloeden? Blackbud is meer gaan klinken als een stevige indiepopband. Hoewel ze mijn zegen hebben, heeft dit duidelijk mindere kanten. Namelijk, nu drie jaar verder, verliest Blackbud enigszins zijn identiteit. Dat betekent dat ze nog altijd een prima album afleveren dat wonderen kan doen voor diversificatie, maar het is zoeken naar bijblijvende hoogtepunten. Die zijn er in songs als You Can Run, So It Seems, Road to Nowhere zeker. Het stevige randje maakt dat ze goed passen bij zwaardere doch melodische en melancholische indiebands als Leya, Director, Dessaronto, hoewel Blackbud’s huidige album opgewekter klinkt dan hun debuut. Blackbud bewijst dat van een ongeliefd genre mooie dingen kunnen komen, maar zou er goed aan doen hun oorspronkelijke roots niet te vergeten.

Read more...

Blaudzun - Seadrift Soundmachine

>> dinsdag 2 februari 2010

Het eponieme debuut van Blaudzun (gegeven naam Johannes Sigmond) maakte bijna twee jaar geleden diepe indruk. Het snijdende sentiment en de desolate americana-invloeden maakten Blaudzun direct tot één van de grote Nederlandse vondsten van dat jaar. Seadrift Soundmachine heeft dus een verleden te overtreffen. De beste remedie daarvoor is het laten horen van duidelijke ontwikkelingen.

Op Seadrift Soundmachine vallen twee verschillende richtingen al snel op. In de eerste plaats is het album met meer middelen tot stand gekomen. Dat uit zich in een uitgebreider instrumentarium en productie. In de tweede plaats doet een terugkerende cadans zijn intrede die Bluadzuns geluid bij vlagen een volkser tintje geeft. Gecombineerd zorgen deze twee ontwikkelingen ervoor dat de desolate eigenschappen naar de achtergrond verdwijnen en er een iets luchtiger sfeer voor in de plaats komt. Desondanks vormen de elementen die de karakteristieke schoonheid van Blaudzun tekenden nogal altijd de grondslag voor de huidige plaat. De dromerige flarden en het sentiment zijn nu makkelijker te verkroppen en komen vlotter voorbij. Johannes’ stem voert daarin telkens weer de boventoon. Zijn vocalen staan garant voor het vastgrijpen en absorberen van de aandacht van de luisteraar. Stilistisch is americana definitief niet meer uit de songs weg te denken, maar dat wordt op zodanig internationale, zo niet Nederlandse, wijze ingezet dat dit label an sich beperkend werkt. Illustratieve vergelijkingen met de vocalen van Dez Mona, Starsailor’s James Walsh (bijv. Quiet German Girls) en Scott Matthew (bijv. Wolf’s Behind the Glass) houden wat mij betreft stand, hoewel Blaudzun als band wel degelijk afwijkende bronnen aanboort. De verstilde, sobere momenten zijn er om te koesteren, terwijl de vollere klank van andere songs (zoals de toegevoegde Praagse versie van het zwierige Midnight Room) er zijn om in te zwelgen. Dit levert een gebalanceerd album op dat op geen enkele wijze onderdoet voor het al prachtige debuut.

Blaudzun heeft hun muzikale spectrum op Seadrift Soundmachine behoudens hun authenticiteit uitgebreid. Een potenter opvolger was nauwelijks denkbaar. Seadrift Soundmachine zou zo maar een vrijgeleide over ’s lands grenzen kunnen zijn.

Read more...

Doelstelling van deze blog

Meer aandacht voor het (nog) onbekende. In tenui labor of toch niet?

Mededelingen

Donderdag 1 juli: deze week weer een frisse herstart verwacht.
Kort reces tot 13-05-10.
Na een kort reces vandaag (24-02-10) weer aan de post. Inmiddels is deze blog twee jaar geworden!
Gedurende december zullen er minder recensies worden geschreven
21-31 augustus: tijdelijk even geen recensies ivm een kort reces
Zondag 14 juni: Creative Commons licentie BY NC ND van toepassing op alle inhoud
Woensdag 3 juni: zoekfunctie en auteursrechtenonderdeel toegevoegd
Dinsdag 19 mei: template aangepast, hopelijk verbeterd
Vrijdag 15 mei: nieuw template; ontwikkeld door Ourblogtemplates.com, 2008

Auteursrechten

© Copyright Benjamin N. Vis

Uitgezonderd waar anders vermeld, is op alle inhoud van deze blog een Creative Commons Attribution 3.0 License van toepassing. Deze is hieronder gespecificeerd als CC BY NC ND. Voor meer informatie klik op de links aldaar.

  © Blogger templates Inspiration by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP  

Creative Commons License
werk van Benjamin N. Vis, Nieuwe Geluiden is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Geen Afgeleide werken 3.0 Nederland licentie.