Brasstronaut - Mt. Chimaera / Old World Lies EP
>> donderdag 3 juni 2010
Een scherpzinnige lezer van Nieuwe Geluiden raadde me deze Canadese band aan, een op dat moment voor mij volstrekt onbekende naam. Mede om te bewijzen dat mijn eigenwijsheid ook grenzen kent en de zoektocht naar mooie muziek gebaat kan zijn bij hulp van buitenaf heb ik de band gecontacteerd. Voorman Edo Van Breemen blijkt dan zowaar Nederlandse wortels te hebben. Zoals de naam Brasstronaut al doet vermoeden, kenmerkt de band zich in ieder geval door koperblazers en het is met groot plezier dat ik nu de loftrompet kan steken over deze opmerkelijke Canadezen.
Ook zonder de begeleidende factsheet is te horen dat Brasstronaut muziek maakt die niet is geboren uit een bepaalde traditie of school. In essentie gedraagt de band zich als een kamerorkest. De zes leden vormen een bonafide gezelschap dat een uitzonderlijke rijkdom aan klanken kan produceren: Bryan Davies (trompet, hoorn, glockenspiel), John Walsh (bass, gitaar), Brennan Saul (percussie), Edo Van Breemen (keyboards, vocalen), Tariq Hussain (lap steel, elektrische gitaar) en Sam Davidson (klarinet, (zeldzame blaasinstrument synthesizer) EWI). De EP die het album voorging, Old World Lies, is al een schaarse traktatie. De jazziness van de trompet is even hartelijk als atypisch in de zich als songs gedragende composities. Zoals nonconformisten betaamt, is de lengte van de nummers niet gelijkvormig, maar ondergeschikt gemaakt aan het spel. Het doet terecht vermoeden dat de titel voor hun debuut album, Mt. Chimaera, uitstekend is gekozen.
De mannen van Brasstronaut blijken ware kunstenaars als het gaat om het bouwen van structuren. De songs bezitten een uitnodigende en emotieve tactiliteit. De bas en koperklanken laten het jazzthema zegevieren zonder gericht jazz te spelen en de opmerkelijke stampende kracht achter enkele nummers geven daarnaast een indierockgevoel. Het scheppen van zichzelf overstijgende sferen bereikt op Mt. Chimaera door een verbeterde productie herhaaldelijk hoogtepunten. Zo schieten de songs van opzwepend en offensief naar apotropaeïsch tot aan nazinderende contemplatieve duisternis. De onmiskenbare groove, die popmuziek zijn aanstekelijke karakter geeft, wordt op fijnzinnige wijze in het creatieve brouwsel verwerkt.
Dit verraadt een visionaire leiding die haaks staat op de improvisatorische uitstraling van de arrangementen. Hierin blijft Brasstronaut eenvoudig verbonden aan populaire genres. Daarmee is de deur op een kier gezet om de onverhoede luisteraar naar binnen te lokken en in te palmen. Het is moeilijk de band ergens op vast te pinnen. Desondanks is er op de EP vocale en sferische gelijkenis met Patrick Watson. De meer voortvarende debuutplaat ontwikkelt het bandgeluid, waardoor er gelijkenis ontstaat met kamerpop als The Miserable Rich en droompop als Mist in een eclectische band als Guillemots, terwijl er compositorische gelijkenis is met bijvoorbeeld Lars Horntveth.
Brasstronaut was de afgelopen tijd voor menigeen de verrassing op diverse festivals. Niet vaak komt er een band langs die zoveel eigenzinnigheid met zoveel talent brengt. Het creëren van een origineel geluid vergt moed en doorzettingsvermogen. Het is niet moeilijk om Brasstronaut daarvoor bewondering terug te geven.
0 reacties:
Een reactie posten