Posts tonen met het label progressive. Alle posts tonen
Posts tonen met het label progressive. Alle posts tonen

Vinsky Project - Acquire the Taste

>> woensdag 2 maart 2011

Acquire the Taste is een toepasselijke titel voor dit vierde album van deze Amsterdamse band met internationale wortels. Het is voor mij een kennismaking en Vinsky Project laat direct van zich horen met een explosieve mix van stijlen waarin van alles lijkt te kunnen gebeuren. Sinds Apocalyptica is men wel wat gewend van de cello, maar in Vinsky project lijkt die veelzijdigheid slechts een facet van het geheel. Wie na twee minuten denkt met een creatieve progressive rockband te maken te hebben, heeft het slechts enkele minuten bij het rechte eind.

In plaats van dergelijke rechtlijnigheid schiet Vinsky Project diverse kanten op. De pittige vocalen van Paulina Dubaj sturen aan op een harde aanpak, voordat een temperende tederheid zijn intrede doet. Dat soort omslagen zijn een kenmerkend onderdeel van de begeleiding. Het is zonder meer op die momenten dat Vinsky Project indruk wekt. Schijnbaar moeiteloos buigt de band voortvarende rock om in rustige kamermuziek en speelt niet veel later een gemoedelijke cadans van een folksong. Dat laatste is een voorname rode draad. Vinsky Project heeft weliswaar een Nederlandse basis, maar er maken ook Poolse en Hongaarse muzikanten deel van uit. Die brengen bovendien alternatieve instrumenten met zich mee. Hoewel de Balkan prominent als invloed wordt genoemd, is het effect op Acquire the Taste niet vergelijkbaar met momenteel gehypete Balkanpop. De populaire inslag ligt immers dichter bij indierock dan indiepop. Bovendien geeft de band zelf ook Latijns Amerika als inspiratiebron. Dankzij dit eclecticisme komt het resultaat eerder in de buurt van Rupa & the April Fishes of zelfs Oi Va Voi. Desondanks blijft het concept van Vinsky Project duidelijker dan de anekdotische stijlkeuzes van Rupa. Dat levert over het geheel een evenwichtigere plaat op die in zijn samenstelling blijft fascineren. De onderstroom van het onverwachtse is daarbij een sterke troef. De luisteraar leert de stijl van de band langzamerhand kennen, terwijl Vinsky Project zelf gedurende het album blijft diversifiëren.

Net als het Belgische DAAU ontstijgt Vinsky Project op gedreven wijze de vermoede gimmick. Het feit dat hier het wereldlijke en instrumentbeheersing samensmelten in gecontroleerd rockende songs maakt het bovendien toegankelijker. Een beetje durven moet je wel. De uitdaging ligt per luisteraar wellicht op een ander vlak. Toch is de kans reëel dat Vinsky Project vroeger of later de juiste snaar raakt. The Hollow Tree is daarvoor ongetwijfeld een uitstekend uitgangspunt.

Read more...

Blackbud - Blackbud

>> woensdag 3 februari 2010

Een aantal jaren terug werd het debuut van het Britse Blackbud, From the Sky, hier vrijwel genegeerd. Als Britse band hadden ze te kampen met het negatieve stigma dat op het Amerikaanse emogenre was geplakt. Een eerste indruk van Blackbud werkte een aversie waarschijnlijk in de hand, hetgeen velen ervan weerhield om een anderszins indrukwekkend album te beluisteren. Ondanks deze koele ontvangst is de band gewoonweg voortgegaan en waarom ook niet, want met de muzikaliteit zit het goed en voorman Joe Taylor heeft een gouden strot. Het verleden had echter wel tot gevolg dat enkele maanden terug het nieuwe album ook langs mij heen ging. Deze titelloze opvolger wordt in een dramatische eenvoud gepresenteerd. Wat voor gevolgen heeft dit voor het kenmerkende uitbundige bombast van de emo-invloeden? Blackbud is meer gaan klinken als een stevige indiepopband. Hoewel ze mijn zegen hebben, heeft dit duidelijk mindere kanten. Namelijk, nu drie jaar verder, verliest Blackbud enigszins zijn identiteit. Dat betekent dat ze nog altijd een prima album afleveren dat wonderen kan doen voor diversificatie, maar het is zoeken naar bijblijvende hoogtepunten. Die zijn er in songs als You Can Run, So It Seems, Road to Nowhere zeker. Het stevige randje maakt dat ze goed passen bij zwaardere doch melodische en melancholische indiebands als Leya, Director, Dessaronto, hoewel Blackbud’s huidige album opgewekter klinkt dan hun debuut. Blackbud bewijst dat van een ongeliefd genre mooie dingen kunnen komen, maar zou er goed aan doen hun oorspronkelijke roots niet te vergeten.

Read more...

Saxon Shore - It Doesn't Matter

>> dinsdag 5 januari 2010

It Doesn’t Matter volgt The Exquisite Death of Saxon Shore uit 2005 op. It Doesn’t Matter is daarmee reeds de vijfde release van deze Amerikaanse postrock band. Waarschijnlijk heeft het in de juiste kringen voor het genre de nodige aandacht gekregen, maar als verstokte popliefhebber, zelfs in brede zin, is mijn kennis hierin beperkt. Sprekend over een postrockband als Saxon Shore, die het vooral moet hebben van uitgesponnen soundscape-achtige composities, de nodige ambient trucages en progressive gitaarmuren, vormen de bands die de grenzen enigszins zijn overgetrokken een logisch begin voor recensies. Dan heb ik het natuurlijk over Sickoakes en, in mindere mate toepasselijk, Sigur Rós en volgelingen.

It Doesn’t Matter is in grote mate instrumentaal, maar zo af en toe doen vocalen hun zwevende intrede. Het gaat duidelijk meer om muzikaal gevoel en sfeer dan om teksten. Wanneer de muziek niet de zwaar is kan zelfs nog wel gedacht worden aan British Sea Power’s soundtrack Man of Aran. Aan de andere kant is bij veelvuldig gebruik van een percussief geluid Baltic Fleet een mogelijk aanknopingspunt. Dichter bij huis vinden we ook nog het Utrechtse Sennen. Het is echter verrassend dat Saxon Shore tegelijkertijd ook uitgesproken popkenmerken niet schuwt. Zo kan het zijn dat bepaalde nummers klinken alsof slechts een gezongen partij ontbreekt. Dat houdt het album luchtig en goed beluisterbaar. Het zware gewicht van progressive rock wordt ontweken. It Doesn’t Matter is dus een album dat zelf ook van over de grenzen snoept.

Read more...

Sukilove - Static Moves

>> zondag 3 januari 2010

Wat betreft de Belgische Sukilove loop ik achter de feiten aan. De afgelopen negen jaar maakte deze uitzonderlijke band een flinke opmars die gepaard ging met de nodige schijven. Static Moves is daarvan de meest recente. De band roemt zich om zijn onvatbaarheid. Nu hebben genreomschrijvingen al reeds lange tijd afgedaan. Ze dienen louter nog als gidslijn of indicatie. De grote hoeveelheid genres waaruit door het gros van de nieuwe artiesten wordt geput, maken dat de muzikale 21ste eeuw misschien wel het beste kan worden getypeerd als een tijd van eclecticisme en integratie, hetgeen overigens ook in de wetenschap geen onbekend fenomeen is. Sukilove is dus ontegenzeggelijk een kind van zijn tijd.

Het meest opvallende aan de nummers op Static Moves is de uitgesproken donkere ondertoon die in alles lijkt door te sijpelen en daarmee een constante fundering vormt. Die fundering kan echter wel verschillende vormen aannemen. Een donkere ondertoon voor hedendaagse bands kent men vooral van grote voorbeelden als Interpol en Editors. Vaak ook is er sprake van de nodige jaren ’80 referenties. Dat is bij Sukilove niet echt het geval. Voorbeelden die ook wel raad weten met diepe donkertes zijn Archive en Stateless; beiden in de zin van progressive rock en vooral dance. Dat eerste genre is niet geheel onterecht vaker gebruikt voor de muziek van Sukilove, evenals het mijns inziens minder typerende gothic. Sukilove brengt echter andere kenmerkende factoren ten tonele. Ze houden namen van hetzelfde knip-en-plak en experimenteerwerk als akoesmatische en folktronica georiënteerde acts. Daardoor blijft melodie een wezenlijk onderdeel van de mix. Zodanig zelfs dat deze vrijwel altijd de boventoon blijft voeren ondanks het roestige, knarsende, snerende en noisegeweld op de achtergrond. Na deze analyse borrelt er wel een treffende referentie naar boven, namelijk: Fields. Fields is een band met roots in verschillende landen en we wachten al geruime tijd op een beloofde opvolger van het debuut. Fields toonde zich van de zware kant waar het ruige gitaarrock betreft, hetgeen bij Sukilove alleszins meevalt.

Dat Sukilove met alle experimenteerdrang en de donkere fundamenten toch relatief plezierig, luchtig klinkende poprock songs aflevert, is waarschijnlijk te danken aan de grote ervaring van voorman Pascal Deweze. In zijn studio werden ook Sukilove’s platen opgenomen. De hechte en melodische grondslag zorgt voor een uitzonderlijk plaatje dat toch in de breedte goed beluisterbaar blijft.

Read more...

On Fillmore - Extended Vacation

>> dinsdag 27 oktober 2009

Degenen die het plezier hadden de afgelopen drie albums van On Fillmore te horen, verwachten wellicht een soort experimentele postrock. Hetgeen te horen is op deze vierde plaat, Extended Vacation, is dat zeker niet. Gelukkig is het ook geenszins minder avontuurlijk. Vanaf de eerste seconden worden de trommelvliezen geprikkeld door soundscapeachtige composities opgebouwd uit mysterieuze klanken, maar met aangename, ontspannen jazzy ritmes van de contrabas. Dat die aanlokkelijke groove zo goed bewaard blijft, is goed te verklaren. On Fillmore is namelijk een duo dat bestaat uit bassist Darin Gray en Wilco drummer Glenn Kotche. Het enigmatische instrumentale album luistert als een goede soundtrack, alleen wordt nooit duidelijk waarvan precies. Het valt te typeren als een combinatie van getalenteerde excentriekelingen als Pram, Psapp, Jon Brion, Benoît Pioulard en Triosk. Waarschijnlijk schudt dit de liefhebbers direct wakker en dat is volledig terecht. Muziek klinkt zelden intrigerender dan de licht repetitieve patronen op Extended Vacation. Het is een wonderlijke tocht door een onbeschrijflijk labyrint dat geen moment verveelt, ondanks het gebrek aan acute spanning. Hoewel On Fillmore duidelijk gedreven wordt door experiment, zoeken de heren nooit een harde confrontatie op. Dat zorgt ervoor dat hun muziek ook luisteraars van terughoudende aard over de drempel kan trekken. Extended Vacation is een knappe plaat van een ietwat bevreemdend duo.

Read more...

Director - I'll Wait for Sound

>> donderdag 8 oktober 2009

Deze Ierse formatie timmert aardig aan de weg en toch is hun debuut, We Thrive On Big Cities, langs mij heen gegaan. Dat is niet terecht, want het succes dat de band heeft, komt voort uit groot talent. Voor I’ll Wait for Sound strikten ze dan ook producer Brad Wood (o.a. Smashing Pumpkins en Placebo). Of het verstandig is om aan de vooravond van de release van Editors’ derde plaat dergelijk stevig indie poprockalbum te maken, is betwistbaar.

Director pakt uit met een overweldigende rocksound waarin ontegenzeggelijk melodische pop verweven is. De basis bestaat uit opeengestapelde dijken van gitaargeluid. Daarin gebeurt van alles met de dynamiek, waardoor de muziek nooit simpelweg hard wordt. Afgezien van Editors is vergelijking te zoeken bij het ondergewaardeerde Leaves, de zware postrock van Minus the Bear en een vleugje pop-emo à la Blackbud en zeker ook de melodieën van landgenoten Leya. Na het succes van het eerste album is de band niet te stoppen. Zo klinken ze ook en dat mist zijn uitwerking op de luisteraar niet. Ook voor degenen die zich normaal minder in de luidere vormen van indierock en prog kunnen vinden is I’ll Wait for Sound een uitzonderlijk avontuurlijke plaat.

Director maakt echt muziekstukken met variëteit en bewogenheid en zoekt niet alleen het spektakel op. Of het Ierse succes met dit album in het buitenland gaat worden geëvenaard, valt te bezien. Ze verdienen het echter wel. Natuurlijk is een vergelijking niets voor puristen, maar doe jezelf een plezier: als je naar de winkel rent voor de ‘grote Britten’, neem voor de verandering dan ook deze Ieren mee.

Read more...

A Mountain of One - Institute of Joy

>> dinsdag 6 oktober 2009

Het debuut album van A Mountain of One droeg de misleidende titel Collected Works. Het betrof een verzameling singles en EP’s die al eerder waren uitgebracht. Dat maakt echter Institute of Joy wel hun tweede album en eigenlijk eerste echte studioplaat. A Mountain of One bestaat uit het tweetal Mo Morris en Zeben Jameson. Hun wereld beslaat een breed spectrum dat een bijzondere stijlmix herbergt.

Op Institue of Joy pakken ze uit met een groots en ruimtelijk geluid. De vocalen doen denken aan David Gahan van Depeche Mode. Aan de andere kant is het ongelofelijk makkelijk om in het universeel aansprekende geluid allerlei oude en overbekende namen terug te horen. Door het redelijk lage tempo en de laid-back composities liggen Air en Zero7 ook voor op de tong. A Mountain of Joy heeft echter een knarsende, donkere ondertoon die het een flink progrock karakter en een minder vriendelijke toonzetting meegeeft. Dan krijg je iets dat wel wat lijkt op het ondergewaardeerde Stateless, zonder de scherpe danceritmes van die band, of Pineapple Thief. Regelmatig ontstaan uitgestrekte soundscapes, maar het resultaat is toch minder beeldend dan bij Anti Atlas en een stuk dansbaarder. Zo kan een goede typering nog veel meer aspecten beschrijven, waarbij opvalt dat er vooral veel Britse namen terugkomen. Hoe kan het ook anders bij een band die uit de Engelse hoofdstad komt? Het fijne van al deze ‘net nietjes’ is dat er een zeer genietbaar geluid ontstaat dat desondanks solide op eigen benen staat.

Institute of Joy is misschien niet opzienbarend, maar maakt A Mountain of One terecht succesvol in zijn soort. In een genre waar men te pas en te onpas allerhande herkenbare genres mixt, komen vele smaakloze missers voor. A Mountain of One ontloopt dit gevaar zeer kundig. Rock, lounge en ambient komen op psychedelische wijze stevig samen, terwijl melodie centraal blijft staan en uiteindelijk voor sfeer gaat.

Read more...

The Most Serene Republic - ...and the Ever Expanding Universe

>> zondag 16 augustus 2009

Dit derde album van de Canadese band The Most Serene Republic zou naar verluidt een omslag in hun muzikale stijl betekenen. Nu moet ik toegeven dat hun vorige albums ook langs mij heen zijn gegaan, maar de sound van dit nieuwe document boeide mij direct. De omslag zou de uitkomst zijn van de zoektocht in de geluidsdichte voorgaande releases. Daarbinnen was weinig ruimte voor muzikale dynamiek. In de woorden van leadzanger Adrian Jewett ademde hun debuut ontkenning, belichaamde de opvolger woede, en is …and the Ever Expanding Universe acceptatie. Een redenering die erg aannemelijk klinkt, want hoewel ook dit album nog altijd een bombastische confrontatie in zich draagt, is de toonzetting uitnodigend. Er komen opgewekte tempo’s langs en verleidelijke melodieën, terwijl de overspoelende arrangementen toch nog barstensvol complexiteit zitten. Deze Canadezen zijn minstens zo origineel als de inventieve melodische pop van landgenoten Young and Sexy en toch blijft hun muziek bijzonder makkelijk toegankelijk. Nu is er ruimte voor het rustig uitwerken van soundscapeachtige popuitzichten waarop met kracht hun muzikale visie wordt gebombardeerd. Ze weten in hun rijke harmonieën meer dan eens te verrassen. Het is dan ook volkomen terecht dat …and the Ever Expanding Universe meer aandacht trekt. The Most Serene Republic heeft nu de poort gebouwd om in een ontdekkingstocht door hun weerbarstige progrock verdediging heen te breken en de diepliggende indiepoppracht te ontbloten. De warme, fascinerende orkestraties, beginnend met het pianotalent van bandlid Ryan Lenssen, komen hier volledig tot hun recht. Ook de productie van Dave Newfield (Broken Social Scene, Super Furry Animals, Los Campesinos!) draagt bij aan de intrigerende texturen. Beter laat dan nooit; The Most Serene Republic mag vanaf nu op ieders verlanglijstje prijken.

Read more...

Late Night Venture - Illuminations

>> dinsdag 28 juli 2009

Na de goed ontvangen, eponieme debuutplaat ging het de live-carrière van de Deense band Late Night Venture voor de wind. Vandaar dat we na drie jaar wachten vooralsnog slechts een EP in plaats van een album mogen ontvangen. Die EP, Illuminations genaamd, laat echter wel horen hoe goed de band nog altijd is. Ze liften mee op de successen van de postpunk bands van de afgelopen jaren. Stevige, stuwende en vooral donkere composities kenmerken hun muziek waaruit een fascinatie voor iconen uit de jaren ’80 spreekt. Zo sluiten ze aan bij een grote naam als Editors, of Hope of the States. Late Night Ventures is evenwel niet zo gemakkelijk in woorden te vangen, want wat in het bijzonder opvalt is hun cinematografische inslag. Daardoor ontstaan er klanktapijten die bijna hun eigen leven gaan leiden als soundscapes. Daarbinnen is ruimte voor subtiliteiten in het instrumentarium en de melodielijnen. Op deze wijze schuiven ze aan bij een geluid als The British Expeditionary Force, Fields of Kyte. Een mooie en veelbelovende combinatie van stijlen die zal zorgen dat liefhebbers na het horen van deze EP de naam Late Night Ventures extra goed zullen onthouden.

Read more...

Montreal on Fire - Decline & Fall

>> dinsdag 21 juli 2009

Montreal on Fire is van een bescheiden slaapkamerproject uitgegroeid tot een volwaardige band die een spannende vorm van ambient pop en progrock maakt. Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: in de progrock ben ik niet zo thuis en zo’n beetje de enige band die ik kan bedenken die eenzelfde overlap maakte is Sickoakes. Goed, misschien dat het bijzondere Fields ook een overlap maakt, maar dan richting indiepop. Verder ben ik aangewezen op wat ik ken van de ambient pop, zoals Gregor Samsa of slowcore als Audiotransparent en het Belgische Krakow. Decline & Fall begint als een plaat die nog prima in de laatste categorie zou kunnen vallen, zij het dat er een aanzienlijke rol voor gitaar- en industriële noise is weggelegd. Zo lang Montreal on Fire de subtiliteit in de performance hoog houdt, kan ik best genieten. Zeker wanneer er de rust en ruimte genomen wordt om op spaarzame wijze een melodielijn op te bouwen. Wanneer echter de versterkers flink worden opengetrokken verliezen zij me in rauwe luidheid. Toegegeven, de holle, gruizige vocalen kleuren mooi bij rust en geweld. De zware atmosfeer die vooraf gaan aan de heftig stuwende uitbarstingen van Montreal on Fire zijn dan ook een sterke, onvoorspelbare troef. Toch weet Decline & Fall me uiteindelijk niet volledig te raken, maar misschien is dat meer een kwestie van smaak dan kunde.

Read more...

White Denim - Fits

>> zaterdag 13 juni 2009

Als recensent is het ook wel eens goed geconfronteerd te worden met een genre waar je doorgaans weinig mee op hebt. White Denim is een vuige rockband uit Austin, Texas die opzien baarde met hun onbeschroomde creativiteit op debuutplaat Workout Holiday. In feite bewerkt de onrustige groep de sfeer van pure rock-‘n-roll met invloeden uit (post) punk, progressive rock en garage gitaarbands en een allegaartje aan kenmerkende sounds vanaf de jaren ’60. Fits zet de ingeslagen wegen gewoon voort en de jammerige nummers op de plaat lijken te zijn samengesteld uit een bijeengeraapte collectie ideeën die ik razendsnel tempo worden afgewerkt. De rauwe, ongepolijste vorm van de plaat zou niet doen vermoeden dat er ruimte is voor opengewerkte lagen, maar de groep laat de balans telkens net niet doorslaan. De live reputatie van de band gaat letterlijk als een lopend vuurtje en werd hier gevestigd op London Calling. Voor de liefhebber bevat het ongeremde Fits een directe, snerende rockversie van het eclecticisme die de noughties tekent.

Read more...

Airbag - Identity

>> donderdag 11 juni 2009

Met een titel als Identity voor je debuutalbum maak je een boud statement. Dit wordt nog eens kracht bij gezet door het modern abstracte beeldmerk van het artwork dat eigenlijk direct doet denken aan Travis’ Ode to J. Smith. De Noorse band Airbag belooft een hoopt en blaakt van het zelfvertrouwen. De prelude van het album laat al die verwachtingen echter nog in het midden, waarna ze in slechts zeven songs de luisteraar moeten overtuigen. Het wordt algauw duidelijk dat, hoewel Airbag aansluiting zoekt bij de progressive rock, ze weinig absoluut nieuws te bieden hebben. Identity klinkt daarentegen eigenlijk direct vertrouwd. Dat komt omdat ze een veel gehoorde atmosferische rock ten gehore brengen, die in uitgesponnen vorm perfectie nadert. Het gaat er niet ruig, maar ruimtelijk aan toe. Zweverige elektrische gitaren of zingende toetspartijen pakken de melodielijnen gemoedelijk op en dragen de vocalen op gracieuze wijze. Nadat door de pioniersgeest van Pink Floyd, Radiohead en het succes van Coldplay de weg geplaveid was, kwamen al snel Scandinavische verwanten ten tonele. Airbag past in het rijtje van Leaves, Washington, Saybia en Madrugada. Daarbij lijken deze Noren zich vooral te onderscheiden met een typerende jaren ’90 onvloed. Hun slepende songs luisteren lekker ontspannen weg, maar een eigen gezicht heeft deze anderszins fijne plaat nog nauwelijks.

Read more...

Charge Group - Escaping Mankind

>> maandag 8 juni 2009

Een release van Own Records doet telkens mijn hart weer sneller kloppen. Met een volledig eigengereide visie op de wereld van muziek weten altijd originele geluiden aan het publiek te presenteren. Charge Group is een Australische band uit Sydney en Escape Mankind is hun debuut. Dat oogstte al een aantal lovende kritieken in het thuisland. Volledig terecht, maar niet zozeer omdat Charge Group ons een totaal andere invalshoek op indierock geeft. Het is juist de uitzonderlijk opmerkzame balans tussen verschillende indiestijlen die Escape Mankind een verfrissend en alternatief geluid geeft.
Op het eerste gehoor verkennen ze de geslepenheid van een krachtige rockband. Toch is dat juist niet wat de groep uitbuit. Ze gebruiken wel een dosis elektronische gitaren en voegen daaraan waar nodig een flink stotende bas aan toe. Ja, ze lijken zelfs goed opgelet te hebben toen de emo(core) rock uit de VS het elders niet haalde. Op die basis bouwen ze rustig aan een totaal andere stijl. Door de hoofdrol van vast bandlid en violist Jason Tampake is er ruimte voor aandachtige composities, zoals we ze kennen uit de op folk geënte kamerpop. Daarnaast kunnen de composities onder leiding van de elektrische bas even gemakkelijk omslaan in uitgesponnen soundscaping. Hoewel er hartstochtelijk gezongen wordt, bevinden daardoor de vocalen zich niet altijd op de voorgrond. De instrumentale dynamiek, in hoge en lage registers, dwarrelt luchtig en trilt zinderend door de ruimte. Het album is somber van aard, met een klaaglijke snik in de viool. De luisterervaring is niets minder dan intens. Door een gezonde vernieuwingsdrang achter al deze lagen, sluit Charge Group tegelijkertijd ook goed aan bij de idiosyncratische sound van hun labelgenoten bij Own. Over de gehele linie is ook de Britse indierock een duidelijke inspiratiebron. Naarstig naar vergelijkingsmateriaal op zoek zijnde, ligt de naam Low al snel op de lippen, maar daar zijn ver uiteen liggende bands als Goldrush, The Open, My Latest Novel, Stateless en South in één adem aan toe te voegen. Eigenlijk doet het nooit recht aan de complexiteit op het album. Het valt dan ook te verwachten dat een eclectisch publiek zich aangesproken voelt. De plaat hangt comfortabel op de scheur tussen ingetogenheid en melodrama. Hoe dat voelt, is te beluisteren op Escape Mankind.

Read more...

Codes in the Clouds - Paper Canyon

>> maandag 1 juni 2009

Dit indrukwekkende debuut van Codes in the Clouds is volledig in stijl met wat we al snel zijn gaan herkennen als de trademarks van het progressieve Erased Tapes label. In korte tijd bood het label een buitengewone groep vooruitstrevende muzikanten onderdak, waardoor ze nu in rap tempo de wereld overspoelen met echt nieuwe geluiden. Een stilistisch thema dat in vrijwel alle muzikale gelederen doorsijpelt, is een sterk cinematografische tendens. Zo ook Codes in the Clouds, een quintet uit Kent, dat zich ferm plaatst in de recente opleving van instrumentale (post) rockmuziek die Groot-Brittannië doormaakt. Met songstructuren die samenhangender zijn dan Sickoakes en minder pop dan bijvoorbeeld Engineers. Gitaarlijnen spelen een grotere rol dan bij Baltic Fleet en de groep heeft minder op met ambient of klassiek dan enkele van hun labelgenoten. Rock ligt duidelijk aan de basis, maar ze gebruiken dat slechts als een springplank. Er wordt geïnspireerd en met gevoel invulling gegeven aan de getrapte ruimtes van weidse horizonten. Anders dan bij veel bands die als postrock door het leven gaan, is er bij Codes in the Clouds veel aandacht voor opbouw en compositie. Het gezelschap geeft zich zeker niet direct prijs. Paper Canyon kent een rijke textuur die dramatische spanning geeft zonder zwartgallig te worden. Daarmee gaan ze gemakkelijk voorbij aan het vaak betreurde verlies van vocalen. Dit hebben we ongetwijfeld gedeeltelijk te danken aan de productie van Justin Lockey (Bloc Party/Yourcodenameis: Milo/ Enter Shakari). Paper Canyon is een album dat de liefhebbers van progressieve muziek bedient, maar ook ruimte geeft om publiek bij andere genres te bereiken.

Read more...

The British Expeditionary Force - Chapter One: a long way from home

>> zaterdag 31 januari 2009

Erased Tapes strikes again. OK het is eigenlijk al een tijdje terug dat dit album bij hen verscheen, maar dat neemt niet weg dat nog veel meer mensen moeten gaan luisteren. Recentelijk met Finn. en ook met bijvoorbeeld een groot talent als Olafur Arnalds weten ze telkens de krenten uit de pap te pikken. The British Expeditionary Force heeft inmiddels Chapter Two in de startblokken staan. Hoog tijd dus om wat woorden vuil te maken aan Chapter One. BEF bestaat uit producer Justin Lockey en de fragile lyrics en vocalen van Aid Burrows (My Architects), die zonder fysieke samenkomst zijn samengesmolten op deze plaat. De langslepende soundscapestructuren van hun composities zuigen je direct naar de kern van de muziek. Hierbij valt op dat de band een mooie balans weet te vinden tussen popliedjes en een ambient vorm van progressieve rock. Hierin combineren ze iets van de sound van My Architects, met name natuurlijk in de vocalen, en de gelaagde drives in Sickoakes en Engineers. Maak echter niet de vergissing dat het geluid op Chapter One eentonig zal zijn, want de diversiteit is groot. Instrumentale middelen worden zorgvuldig en soms spaarzaam ingezet om grotere effecten te bereiken. Ze zetten met hun eerste album een gedurfde muzikale stap en ik hoop dat deze band hogere ogen gaat gooien dan de genoemde namen tot nu toe. Wellicht dat Chapter Two dit gaat bewerkstelligen.

Read more...

The Stills - Oceans Will Rise

>> vrijdag 19 september 2008

Het glimmende Oceans Will Rise start je vanaf de hoes aan met lege ogen. Leeg is het derde album van The Stills uit Montreal allerminst. De songs zijn breed, warm en vol geproduceerd met vele onderliggende lagen die de composities net even kracht bij zetten. Slechts bij vlagen is het te veel van het goede. Er hangt een zekere strijdbare mysterie om het album, gecombineerd met epische aspiraties en zo af en toe een retro beat en de vergelijking kan gezocht worden in bands als Interpol, Appartment, Editors en Muse. Hun alternatieve rock is lang niet zo zwaar als het uiterlijk doet vermoeden. Ondanks de diepe bassen met ijselijke kreten en pakkende songstructuren, lijken The Stills net dat beetje extra te missen. Het is in strakke nummers als Don´t Talk Down, Everything I Build en Panic dat ze misschien een doorbraak beslechten.

Read more...

People in Planes - Beyond the Horizon

>> zaterdag 6 september 2008

De zwaardere muziek is meestal niet aan mij besteed, maar zoals People In Planes debuteerde doet waarschijnlijk geen enkele band ze na. Dat schept extreme verwachtingen voor het vervolg en eigenlijk daagt ook gelijk het besef dat de originaliteit niet geëvenaard gaat worden. Het is in ieder geval vanaf het begin duidelijk dat de Welshmen op geen enkele wijze aan kracht hebben ingeboet. Ze willen gehoord worden en schuwen geen enkel middel om hard en direct binnen te komen. Alle sluizen zijn constant geopend; wat een gedrevenheid. Waar op het debuut ieder nummer een totaal ander karakter had op hetzelfde torenhoge niveau, is het geluid op Beyond the Horizon constanter. Dus geen stuiterende Red Hot Chili Peppersachtige uitstapjes meer, maar een stijl die in het verlengde ligt van Absenstar, Film School en Pineapple Thief, hoewel minder ruimtelijk dan deze laatste. De invloeden rollen dan ook niet meer zo over elkaar heen. Gelukkig is er ook nog genoeg herkenning. De opbouw van de songs komt bekend over, zo-ook het gebruik van gitaren, vooral in songs als Pretty Buildings. Toch is het allemaal wat minder catchy dan het overal boeiende debuut. Een basis van hard scheurende rock trekt de ritmische en groovy eigenaardigheden van eerder werk recht. Dat is echter juist de zwakheid van de plaat, die daardoor een minder avontuurlijke fanbase zal vormen. Alleen bij Flesh and Blood leeft de excentriciteit weer op. Beyond the Horizon is een erg goede plaat, maar zal altijd in de schaduw staan van As Far as the Eye Can See. De explosieve energie maakt echter veel goed.

Read more...

Doelstelling van deze blog

Meer aandacht voor het (nog) onbekende. In tenui labor of toch niet?

Mededelingen

Donderdag 1 juli: deze week weer een frisse herstart verwacht.
Kort reces tot 13-05-10.
Na een kort reces vandaag (24-02-10) weer aan de post. Inmiddels is deze blog twee jaar geworden!
Gedurende december zullen er minder recensies worden geschreven
21-31 augustus: tijdelijk even geen recensies ivm een kort reces
Zondag 14 juni: Creative Commons licentie BY NC ND van toepassing op alle inhoud
Woensdag 3 juni: zoekfunctie en auteursrechtenonderdeel toegevoegd
Dinsdag 19 mei: template aangepast, hopelijk verbeterd
Vrijdag 15 mei: nieuw template; ontwikkeld door Ourblogtemplates.com, 2008

Auteursrechten

© Copyright Benjamin N. Vis

Uitgezonderd waar anders vermeld, is op alle inhoud van deze blog een Creative Commons Attribution 3.0 License van toepassing. Deze is hieronder gespecificeerd als CC BY NC ND. Voor meer informatie klik op de links aldaar.

  © Blogger templates Inspiration by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP  

Creative Commons License
werk van Benjamin N. Vis, Nieuwe Geluiden is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Geen Afgeleide werken 3.0 Nederland licentie.