Alan Lauris - Different Frequency

>> dinsdag 30 juni 2009

Bij dezen ben je gewaarschuwd, Alan Lauris’ muziek is lang niet voor iedereen weggelegd. Naar aanleiding van het openingsnummer moest ik zelf ook mijn hoofd ernaar zetten. Daarna gaat dat echter gauw beter. De retro techno geïnspireerde geeft wel gelijk een rode draad aan, maar wordt op geen enkele manier herhaald. Dat geeft al gelijk de vernieuwingszucht van Alan Lauris aan. De liefde voor elektronica, die vanzelfsprekend in een veelvoud aan vormen aanwezig is op het album, en de singer-songwriter methode heeft een eclectische uitwerking. Dat levert even gemakkelijk kleine pareltjes op als zwaar op humor berustende niemendalletjes, waarin zijn verleden als cabaretier in weerspiegelt. Dat tweede had van mij niet gehoeven, maar de echt inventieve, sfeervolle composities maken het album de moeite waard. Daarin is een groot scala aan geluiden verenigd. Ontleding daarvan draagt eigenlijk weinig bij aan het begrip. De Nederlandse alternatieve pop lijkt in de vorm van Bauer, Mist en Ghost Trucker heel lichtjes aanwezig op Different Frequency. Daarnaast van je soms een verrassende glimp op van populaire genres als hiphop en RnB. Bovendien gaan bij Alan Lauris ‘shredder’ en de Nederlandse evenknie ‘papierversnipperaar’ hand in hand. Hij spitst de oren op de minst voor de hand liggende plaatsen om vervolgens aan het experimenteren en herinterpreteren te slaan. In essentie is hij een studioartiest, maar soms is hij te verleiden voor een optreden in elektronische setting of met de vleugel. Het zijn excentrieke kunststukjes die zowel afkeer als interesse kunnen opwekken.

Read more...

Klerkx - Unleash

Een eerdere EP is enkelen misschien al opgevallen, maar met Unleash is het solodebuut van Rob Klerkx, drummer van de Amsterdamse Moke die bliksemsnel (inter)nationaal succes oogstte, toch eindelijk een feit. Naast zijn bijdragen aan de bands Paulusma en KGB, zwaait hij onder de naam Klerkx nu zelf de scepter. De release belooft ons een plaat vol sferische, melancholische popmuziek. Met het openingsnummer had ik niet het gevoel dat dit bewaarheid ging worden, maar het album bleek zich stilistisch steeds verder te ontwikkelen. De subtiliteiten, in de rijk gevulde arrangementen die de plaat kent, worden dan ook steeds duidelijker. Helaas lijkt het weleens alsof de composities voor spanning louter op deze muzikale versieringen steunen. Daarmee ontstaat er soms een lichte onbalans tussen ambachtelijke, melodische liedjes en avontuurlijke instrumentale uitstapjes. Gelukkig blijven deze momenten beperkt. Als er dan een eenvoudige, maar mooie ballade als City Burns kan volgen, is het weer helemaal goed. In het nummer The Muse meen ik sterk de invloed van Moke met het ongeremde van Franz Ferdinand te horen, Man Without A Head toont een welgemeend en doorleefd gevoel voor drama, terwijl Seasons een heel verslavend gitaarrifje heeft. De wildere nummers lijken Klerkx beter te liggen. Daarin ontstaan mooie momenten en leuke hoogtepunten, waarbij een donker donderende drumpartij onder de huid van de composities niet kan ontbreken. Toch verloopt het album naar het einde toe even vrijwel onopgemerkt, om dan af te sluiten met het sterke, americana-achtige Home. Het album heeft dus ups and downs, maar consumeert in het algemeen makkelijk. Het zal nog even afwachten zijn of Klerkx met Unleash even gemakkelijk furore zal gaan maken als Moke.

Read more...

Tusks - Tusks

>> maandag 29 juni 2009

Betweters, dat is zoals de leden van Tusks omschreven kunnen worden. Ze zijn enorm kritisch op zichzelf en op anderen. Ze denken het altijd beter te weten of anders te kunnen. De leden komen allen uit andere bands, maar ook buiten de muziek verschillen hun achtergronden aanzienlijk. Dat zal eraan hebben bijgedragen dat de songs op een verzameling bij elkaar geraapte, vreemde gedachtes hinkelen die heel wat kopbrekens zullen kosten om te analyseren. Gelukkig hebben ze een gepromoveerd psycholoog in hun midden. Daardoor kan nog eens worden vermoed dat ze eigenlijk zelf een tekstboekscenario verbeelden. Het Canadese Tusks is bijeen gebracht door voorman en zanger/bassist Samir Khan (ex Kepler). Dit minialbum presenteert een veranderlijke vorm van rock-’n-roll. Veranderlijk omdat geen twee songs stilistisch hetzelfde aanvoelen. Dat zal het gevolg zijn van veel gekibbel onderling en geeft wellicht ook uiting aan hun onderlinge onvrede. Door de excentrieke inslag wordt de plaat nooit een traditionele rockplaat. In plaats daarvan kunnen we genieten van een zestal pakkende nummers, die zowel atmosferisch goedgeluimd als voortvarend puntig kunnen klinken; altijd met een groove. Agressief zijn de songs niet, een tikkeltje rauw mag ze gegeven worden. In korte tijd hoor je een hele serie verschillende rocksferen langskomen. Het resultaat is pure en sterke indierock, die misschien te ambigu en zonderling zal zijn om al wat wordt bekritiseerd en verbeterd naar de kroon te steken, maar doorgewinterde muziekliefhebbers zeker stof tot nadenken geeft.

Read more...

Adam Franklin - Spent Bullets

>> zondag 28 juni 2009

Adam Franklin is misschien niet de meest bekende naam, maar deze muzikant gaat al sinds 1990 mee. De eerste acht jaar van zijn carrière zagen hem als zanger, schrijver en gitarist van de Londense band Swervedriver om vervolgens zijn loopbaan voor zeven jaar voort te zetten als Toshack Highway. Waar Swervedriver een moderne en pittige vorm van rock-’n-roll bracht, liet Toshack Highway een zachter, cinematografisch geluid horen dat invloeden gebruikte uit de folk en elektropop. Pas in 2007 werd het nieuwe album van Toshack Highway afgemaakt als de eerste plaat onder de naam Adam Franklin en droeg de titel Bolts of Melody. Om de zaken nog iets complexer te maken is Bolts of Melody nu de naam die wordt gebruikt voor de veranderlijke bezetting van zijn begeleidende band. Intussen is Adam Franklin ook de helft van het nieuw gevormde Magnetic Morning, een samenwerking met Interpol drummer Sam Fogarino.
In dezelfde tijd dat Magnetic Morning hun debuutplaat maakte, ontstond ook Spent Bullets, de tweede plaat onder de naam Adam Franklin. Gezien deze hele geschiedenis kan het nauwelijks een verrassing zijn dat de kwaliteit op Spent Bullets enorm goed is. We vinden een album vol songs die heel subtiel de twee uitersten van Swervedriver en Toshack Highway combineren, hoewel het werk meer in het verlengde ligt van deze laatste. Dit resulteert in warm geproduceerde poprockballades waar de soepele stem van Adam mooi bij kleurt. Er ligt een grote nadruk op nostalgische elementen van gitaarrock, die zich vaak ontpoppen tot spacy gitaarrifs. Het tempo ligt over het algemeen laag, maar deze zomerige loomheid zorgt voor een meeslepende tendens op het album. Deze tendens zou zelfs als bezwerend kunnen worden betiteld. Voor mensen die dit niet aanstaat, is Magnetic Morning een alternatief door een hoger tempo en de nadruk op de drums. Soms lijkt Adam Franklin met Spent Bullets een mix te maken van My Architects’ zweverige indiepop en typische Air melodieën. Luister naar het broeierige Winter Girls en je begrijpt precies wat ik bedoel. De toonzetting van het album is donker, zoals de morbide albumcover in combinatie met de albumtitel al lijkt uit te drukken. Gelukkig is het geluid nergens naargeestig. Luisterend naar Spent Bullets wordt je gehuld in dikke, donkere nevelen en een sterke aanhoudende wind die warme flarden langs je oren blaast. Stilistisch is het absoluut geen avant-garde, maar Adam Franklin staat garant voor hoogwaardigheid.

Read more...

Kaki King - Dreaming of Revenge

>> zaterdag 27 juni 2009

Er zijn van die platen en artiesten die je onberedeneerd lange tijd naast je neer legt. Als langzamerhand een aanhoudende stroom positieve commentaren je bereikt, wordt de intrige toch te sterk. Voordat je het weet, schaf je zo’n plaat uit nieuwsgierigheid dan maar eens aan. Dreaming of Revenge van Kaki King is zo’n plaat en zo’n muzikant. Het was niet dat ik vermoedde dat er ook maar iets mis mee zou zijn, maar de aantrekkingskracht van de releases was in vergelijking met anderen telkens net niet sterk genoeg. Gelukkig heb ik mezelf zover gekregen dit album aan te laten rukken, want nu kan ik niet anders doen dan concluderen dat ‘men’ al die tijd gelijk had.
Kaki King (oftewel Katherine Elizabeth King), gitariste en singer-songwriter, wordt al vier albums lang geroemd om haar virtuoze gitaarspel en mooie, melodische schoegaze pop(rock) songs. Dat blijkt op Dreaming of Revenge geen moment onterecht. Het gitaarspel heeft inderdaad een idiosyncratische stijl, veroorzaakt door een fijnzinnig gevoel voor het inzetten van een grote diversiteit aan speeltechnieken. Met Kaki King aan het roer zingt de gitaar even makkelijk een zweverige melodie, als dat er pittig ritmisch, staccato spel met een rockend randje uit wordt getoverd. De klankcombinaties die met het instrument worden gemaakt, zijn zeer origineel. De songs zijn laag op laag opgebouwd en kennen een prettig in het gehoor liggende balans. Het werk van Kaki King is even plezierig met als zonder vocalen, en ‘men’ kan zich wel indenken dat om goed en boeiend instrumentaal werk af te leveren in de popmuziek een instrumentbeheersing van zeer hoog niveau nodig is. Wat ook bijdraagt, is de enorme dichtheid van de structuren en de onverwachtse rust of pakkende hooks die daaruit ontstaan. Het fijne van deze nadruk op muziek spélen, is dat de composities veel intrigerender zijn dan de lovende woorden die erover worden geschreven. Van Dreaming of Revenge is gezegd dat het wederom een grote stap voorwaarts in haar muzikale carrière is. Na deze beperkte kennismaking kan ik dat nog niet beamen, maar het is duidelijk dat Kaki King een eigen dimensie aan de term gitaarpop toevoegt. Nu maar gauw op weg naar de EP Mexican Teenagers die eerder dit jaar het levenslicht zag. In Amerika heeft men al enige tijd weinig aansporing meer nodig. Ik hoop dat ook anderen, die nog de kat uit de boom probeerden te kijken, mij nu zullen volgen.

Read more...

SJ Esau & Friends - The Gist

>> woensdag 24 juni 2009

Het voordeel van lang op een plaat moeten wachten, is de bonus die het met zich meebrengt als die eindelijk arriveert. Wachten loonde, in dit geval, in materialistische zin met The Gist. The Gist is een coveralbum dat SJ Esau op bekende wijze met enkele muzikale vrienden in elkaar sleutelde. Dat dit geen oefening was, maar het laten gelden van een lang gekoesterd talent, wordt al snel duidelijk. De collectie songs die voor het album de blauwprint vormde, is weinig voor de hand liggend. Daardoor zullen lang niet alle luisteraars het origineel kunnen plaatsen. Bovendien spiegelt, door het eclectische karakter, de selectie ook de bevreemdende collagestijl die SJ Esau al op Small Vessel liet horen. Dit is zowel confronterend als avontuurlijk. Met The Gist laat SJ Esau merken ook sfeerkunstenaar te zijn. De songs sluiten weliswaar ook goed op elkaar aan, ze kennen ook allemaal een zeer eigen gevoel en smaak. Het doel toont zich telkens anders. De songstijlen worden op een deconstructivistisch ontleed en op een kenmerkende constructivistische wijze uitvergroot en met grote onbestendigheid opgebouwd. Zweempjes van herkenning blijven bestaan, maar de songs lijken tot in de kern te zijn omgebogen. Een goed voorbeeld voor het grote publiek is de originele, folky en gitzwarte cover van Gnarls Barkley’s immens populaire zomerhit Crazy. Het laat goed zien waar SJ Esau en de zijnen toe in staat zijn. Hetzelfde publiek zal er nooit mee gehaald worden, maar dat doet niet af aan de prestatie. Overbodig of niet, daar kunnen de meningen vrijelijk over verschillen. The Gist is geen makkelijk verteerbare plaat. Toch haalt ook deze coverplaat, op eenzelfde betwistbare wijze als Small Vessel, de onwilligen over om uiteindelijk scepsis te laten varen. SJ Esau schrijft duidelijk platen die bedenktijd nodig hebben. Afhankelijk van overtuiging heb je na de rijp de verlenging. Dat kan zijn als potpourri of compost.

Read more...

SJ Esau - Small Vessel

Small Vessel kwam alweer enige tijd geleden tot ons, maar ik had de pech een defecte plaat in de bus te vinden en een vervanging liet lang op zich wachten. Nog steeds bereid niets je echt voor op wat komen gaat. SJ Esau is eigenlijk Samuel Wisternoff. Daar hoeven niet meer woorden aan te worden vuil gemaakt. Daarnaast zijn er nog wat anderen te horen op de plaat. Het belangrijkste is dat de plaat vol staat met aandacht vragende songs, die bij elkaar een krachtig en bevreemdend album vormen. Een ogenschijnlijk allegaartje dat ergens uitkomt tussen groei en vertering. Wrange thema’s worden met een vleugje sarcasme ten gehore gebracht. Die ontstaan uit bijna chaotische of toevallige samenkomsten die maximale impact bereiken als ze omslaan naar rauwe noise vanuit orkestraties van samples en geluidjes. Deze plotse wendingen vinden een rode draad in de lauwwarme productie van de opnames. SJ Esau’s Small Vessel is een collage van allerhande opnames, maar blijft desondanks solide songs presenteren. Deze ontwijken constant behendig definiëring door genres. Uiteindelijk zit daar een keerpunt voor de luisteraar, want ondanks het vakmanschap voelt dit soms als een verplichting. De spontaniteit blijkt toch gepland en dan drukken de songs wat zwaar op het gehoor; drammerig en vermoeiend. Toch geeft Small Vessel je tenslotte het gevoel een bijzondere toeschouwer te zijn. De prettig gestoorde grootsheid van ironische andersoortigheid, de verheven pop van Badly Drawn Boy; de wijzer voor SJ Esau slaat positief uit, maar de liefde blijft afstandelijk.

Read more...

Jæ - The Forming of the Shaping

>> zondag 21 juni 2009

The Forming of the Shaping is de cryptische titel van de in Oslo woonachtige Nederlandse singer-songwriter Jæ. Sobere composities gebaseerd op sfeervolle pianopartijen kenmerken de vijf songs die de EP rijk is. Zowel de Scandinavische als Nederlandse indiepop blijkt een belangrijke inspiratiebron voor haar werk. De liedjes zijn leeg gehouden. De vocalen doen de omgeving direct verstommen. De luisteraar waant zich al gauw in een heel andere wereld. Haar liedjes verbeelden het vervagen van de werkelijkheid vlak voordat je in slaap valt. De inspiratie daarvoor komt eigenlijk door de sociale isolatie die het muzikanten bestaan met zich mee brengt. Ook de migratie naar Noorwegen droeg daaraan bij. De zachtaardige, ingetogen songs kennen soms het stilistische sentiment van traditionele folk. Spaarzaam worden de melodieën met extra vocalen en andere instrumentale elementen opgevuld. Zoals de titel lijkt te suggereren, lijkt The Forming of the Shaping een album in wording te zijn of een muzikaal leerproces. Jæ’s verstilde pracht draagt mooie muzikale vondsten in zich. Met deze EP plaatst ze zich onmiddellijk naast de alternatieve singer-songwriters uit het noorden. De moed die ze opbracht om deze EP op haar eigen label Dansefot de wereld in te sturen, zal zeker gaan leiden tot een album vol roerende slaapliedjes in de nabije toekomst.

Read more...

The Coral Sea - Firelight

Firelight is het tweede album van deze vijfkoppige band uit California en komt hier duidelijk aandacht te kort. Een enkel nummer zal al genoeg zijn om menig criticus de oren doen spitsen en toch blijft het hier nogal stil. Dat zal liggen aan de ondoorgrondelijke wegen van de commercie. The Coral Sea maakt een popsongs die ambient soundscapes combineert met ruwe uitspattingen vanuit de rock. Daarmee willen ze weleens klinken als een rauwe versie van The White Birch en hebben ze bij vlagen iets weg van Sigur Rós. Ook de excentrieke Portland scene of een singer-songwriter als Greg Laswell kan bij vergelijkingen zeker niet worden vergeten. Daarnaast is de Britse indie aanwezig en denk ik zo af en toe een ver geëvolueerde Starsailor te horen. Als de rust hoogtij viert, komt voorzichtig ook de jazzy soundscape pop van The Battle of Land and Sea of Krakow naar boven. The Coral Sea brengt een zekere scherpte in het spel met de ijle vocalen van voorman en producer Rey Villalobos. De tempowisselingen dragen krachtig bij aan het intrigerende geheel dat Firelight ons biedt. De warme, iets wollige productie geeft een prettig donkere en meeslepende ondertoon waartegen de vocale sneren en de noise van het elektrische gitaar geweld sterk afsteken. De lyrische toetsen waarvan de band zich soms bedient kunnen zowel zwaar gedragen zijn als lichtvoetig. Het moet gezegd dat The Coral Sea veel invloeden in zich draagt, maar daar met een uitgesproken eigen gezicht uitstapt. Op deze plaat klinkt een band met een visie, de pijlen naar voren gericht. De balans tussen melodrama, atmosferische pop en bijtende rock is boeiend en oorspronkelijk. Hopelijk gaan we hier ook nog meer van deze groep horen.

Read more...

Robert Gomez - Pine Sticks and Phosphorus

>> vrijdag 19 juni 2009

Met Robert Gomez’s laatste album, Brand New Town, dat verscheen op het vooruitstrevende kwaliteitslabel Bella Union had ik een los-vast relatie. Ik was ervan overtuigd dat het een geweldig album was met zeer origineel singer-songwriter werk en soms werd ik ook op die manier overdonderd als ik luisterde. Op andere momenten kon ik de klik gewoon niet vinden. Pine Sticks and Phosphorus is Roberts derde plaat en laat je een beduidend andere sfeer beleven dan Brand New Towns. Dat album viel op door zijn stevige uithalen en urgente, alarmerende klank. Het huidige album laat, zo lijkt het, veel meer bezinning horen.
De songs zijn nu aangenaam zacht en donker van aard. De dikke, fluwelen arrangementen slepen zich loom voort en de vocalen druipen daar traag en lijzig overheen. De instrumentkeuze is ook een stuk minder scherp. De harmonie wordt benadrukt in plaats van het contrast en maakt dat er een vredelievend geluid volgt, terwijl Brand New Towns best strijdlustig kon zijn. Door het instrumentgebruik hangt de stijl soms tegen de bitterzoete elektropop en psychedelica aan. Daarbij wordt wel altijd een belangrijke rol gereserveerd voor een akoestisch instrumentarium. Waar vestigingsplaats Denton, Texas om bekend is, wordt overigens zeker niet vergeten. De idiosyncratische folkpop van Midlake is niet alleen inspiratiebron, leden van de band spelen ook op het album mee. Ook opkomend talent Sarah Jaffe uit Denton is te bewonderen. Robert Gomez had recentelijk nog hand in het verrassende album van Matthew and the Arrogant Sea. Misschien dat dit treffen verantwoordelijk is voor de huidige rijk georkestreerde aanpak. Daarmee zet de singer-songwriter ook een trend in richting de veel andere orkestrale folkpop op dit moment. Hij doet dit echter op dergelijk bijzondere wijze dat er toch een volstrekt ander geluid ontstaat. Vooral de orgel en synth combineert op eigen wijze met de folkbasis. Op ingetogen kan er vanuit de orkestratie teruggeschakeld worden naar een kamerpop setting. Strijkers lijken tegenwoordig bijna een verplichting te worden als pop een afwijkende lyrische snaar wil raken. Het gebruikt van strijkers en blazers op Pine Sticks and Phosphorus toont echter zoveel gevoel voor compositie dat de diepe dramatiek daarvan weer gemeend wordt. De meeslepende composities krijgen dan wat symfonisch, een gegeven dat we prachtig uitgewerkt hoorden bij Kelli Ali en Alessi’s Ark. Bij beluistering ontvouwt zich een raadselachtig labyrint vol schoonheid, bedroevende dreigingen en troostende hoop.
Er gebeurt op deze plaat eigenlijk teveel om te analyseren. Doe het jezelf niet aan, maar geniet met volle teugen. Alle heisa rondom de release van Grizzly Bear’s Veckatimest in acht genomen, zouden eigenlijk alle mediakanalen ook bol gestaan moeten hebben van dit album. Het blijft echter vooralsnog opvallend stil. Wees vooral niet bang om tegen de stroom in te gaan. Robert Gomez heeft zichzelf overtroffen!

Read more...

Bowerbirds - Upper Air

>> donderdag 18 juni 2009

Vandaag precies een jaar geleden hoorde ik het fantastische Hymns for a Darkhorse. Na dit album zijn er vanzelfsprekend hoge verwachtingen voor opvolger Upper Air. Gelukkig is direct duidelijk dat er weinig veranderd is, behalve dat zowel het liedjesschrijven en de performance naar een nog hoger plan zijn getild. Bowerbirds bestaat in de basis uit het duo Phil Moore en Beth Tacular. Hun stijl inspireert en vindt aansluiting bij artiesten als Department of Eagles, Beach House, The Accidental, Sea Wolf en zeker ook Bon Iver. Met een eclectisch instrumentarium trekken ze direct de aandacht. Voor Upper Air is een nog grotere rijkdom aan muzikale middelen aangetrokken die met strategische effecten zijn geheimen prijsgeeft. Dissonant getokkel zorgt voor originele klankkleur, waardoor regelmatig een zinderend aura om de songs heen komt te hangen. Uit de structuur van de composities spreekt een visionaire devotie; een liefde die soms als zwaar weer op de atmosfeer drukt. Het is allemaal intense ingetogen emotie die op prachtige manieren zijn weg naar buiten kronkelt. Bij tijd en wijle wordt de indruk gewekt dat de mooie samenkomsten van klanken toevallig zijn, dat de muzikale lijntjes spontaan in elkaar haken en dat de noten onbelemmerd dartelend het pad van de melodie vormen. Een luchtig spel dat de hoofdrol van de melodie en ook de albumtitel benadrukt. Anno 2009 heeft Bowerbirds iets van zijn rauwe randjes verloren. Dat geeft echter juist meer ruimte aan de inventieve composities, die wellicht iets doordachter zijn dan op het debuut. Dat zorgt voor een zalig gevoel van berusting. Er lijken dromen van vrijheid bezongen te worden, ten dele overschaduwd door een kleine realistische dreiging. Op andere momenten scheuren de twee zich los van al het aardse om te dansen van genot. We hebben slechts een jaar hoeven wachten, maar met Upper Air bevestigen Bowerbirds hun recht op een plek aan de top van de bloeiende, moderne folkpop.

Read more...

Leaves - We Are Shadows

Positief nieuws uit het noodlijdende IJsland. Leaves brengt hun nieuwe album, We Are Shadows, uit. Hun debuut, Breathe, werd enthousiast ontvangen, maar bekritiseerd omdat de band niet veel meer dan een Coldplay kloon zou zijn. Daarmee is de band zwaar onderschat, want ondanks de gelijkenis op dat eerste album, liet Leaves wel degelijk een eigen sentiment horen. Opvolger The Angela Test maakte dan ook korte metten met die gemakkelijke kritiek, maar bleef ondanks zijn inventiviteit zwaar ondergewaardeerd. Het gevolg is dat ook aan de huidige release helaas weinig ruchtbaarheid wordt gegeven. Hopelijk zet deze recensie een stap in de juiste richting. De band heeft in ieder geval zich altijd met de juiste mensen weten te omringen. Ze deelden het podium met enkele grote, veelal Britse, acts. In hun eigen sound zijn ze echter nooit op zoek gegaan naar hapklare toegankelijkheid. Een vergelijking kan misschien nog het best gemaakt worden met de Britse band Doves. Daar heeft Leaves dan nog postrock invloeden aan toegevoegd. Op We Are Shadows diversifieert de band zich verder en pakt uit met een overwegend opgewekt geluid. Ten opzichte van The Angela Test zeker een behoorlijke omslag. Dit nieuwe gemoed komt zowel terug in krachtig voortstuwende songs als verrassend rustige ballades, zoals titelnummer We Are Shadows. Dit wondermooie nummer alleen al verdient een topnotering! De kenmerkende langgerekte composities krijgen op deze derde plaat veel lucht. Dat geeft extra ruimte aan de vele lagen die hun karakteristieke klank zo mooi opbouwen. Ook het veerkrachtige stemgeluid van de voorman snijdt heerlijk door de arrangementen. Daarnaast valt de signalerende rol van koperblazers en strijkers op. Uit alles spreekt dat de band sterker is dan ooit en dit uitbuit met een hernieuwde balans van inspiratiebronnen. Zoals ook The Angela Test, zal We Are Shadows bij herhaalde beluistering alleen maar groeien. Leaves hoort onbetwist bij de top van de indiescene, dus laten we hopen dat met dit nieuwe attest van hun enorme muzikale vermogen de band eindelijk het ruimhartige eerbetoon krijgt dat vele IJslandse artiesten eerder al ten deel viel.

Read more...

The Milk & Honey Band - Dog Eared Moonlight

>> woensdag 17 juni 2009

De Britse groep The Milk & Honey Band bestaat al sinds 1994. Met lange tussenpozen verschenen drie albums en het eerder dit jaar verschenen Dog Eared Moonlight is nummer vier. De voorman en initiator van de groep, Robert White, begon het project oorspronkelijk solo, hetgeen zich uitte in een uitgesproken lo-fi debuut. In de zeven jaar die volgden, verhuisde White naar Brighton en werd met Richard Yale en Michael Tubb (zijn oud medebandlid van Zag and the Coloured Beads) The Milk & Honey Band gecompleteerd. In 2001 zag opvolger Boy From the Moon het levenslicht en werden de muzikale lijnen ingezet die nu leiden naar het bijzonder rijke Dog Eared Moonlight. De wondermooie sound van de band doet mij denken aan Radar Bros. en Ida, twee bands die hier veel te weinig aandacht krijgen. De opening is zo’n heerlijk ontspannen galactisch nummer waar je op weg kan dromen, maar daarmee laat de band slechts één kant van zich zien. Hoewel de muzikale sfeer prat gaat op zijn conceptuele lijn kan de stijl tussen songs enorme verschillen vertonen. Bijna ongemerkt luister je ook naar invloeden uit wat zwaardere rockarrangementen die desondanks prachtig combineren met lichte klanken uit de rest van het instrumentarium. Zodra er met donkere psychedileca ook nog een verslavende refreintjes tegen je trommelvlies kabbelen, ben je helemaal weg. Het geluid is zacht gepolijst zonder dat de organische structuur helemaal is verdwenen. Dog Eared Moonlight omsluit je als een warme, rulle humuslaag. De muziek is zeker avontuurlijk, maar het is alsof je bij de hand genomen wordt. Het album is een grote opeenvolging van verrassende heerlijkheden. Zo doet de band zijn naam eer aan. Je waant je in een betoverend land van melk en honing.

Read more...

John Vanderslice - Romanian Names

John Vanderslice is al ruim tien jaar een gevestigde naam in de Amerikaanse alternatieve muziek, maar voor mij bleef hij tot nu toe onterecht wat onder de radar. Een klein beetje onderzoek naar zijn verleden levert vooral een mooie collectie releases op die geenszins voor elkaar onder doen en allen een herkenbare sfeer herbergen. John Vanderslice is een creatief wonder dat op eigengereide wijze zijn songs in elkaar steekt met gebruik van een scala aan instrumenten en vooral een hoofdrol voor de analoge techniek. De ietwat rauwere afwerking van analoge instrumenten en opnames geeft zijn sound een heel rijk gevoel. Er heerst een zware atmosfeer die vooral heel veel ruimte geeft aan pure melodische schoonheid. Hij heeft ook een goede reputatie als producer. Zo werkte hij aan Spoon’s Gimme Fiction en The Mountain Goats’ Heretic Pride en We Shall Be Heard. Daarnaast valt het op dat hij vaak artiesten op sleeptouw genomen heeft die vervolgens de weg vonden naar een breed publiek en lof kregen van de critici. St. Vincent, Okkervil River en Bishop Allen zijn daar voorbeelden van. Bovendien opende hij in 1997 al een eigen studio in San Francisco, Tiny Telephone genaamd. Dat is echter voor het eerst niet de studio waar zijn nieuwe werk is opgenomen. Dit keer koos hij voor de geborgenheid en beperkingen van zijn kelder thuis. Hierdoor is de nadruk in het bijzonder op structuur komen te liggen en dat hoor je. Vervolgens liet hij de songs en de samenstelling van het album voorzichtig rijpen, wat zorgde voor het coherente geheel. De verhalende lijn is echter een stuk minder nadrukkelijk aanwezig dan voorheen. Romanian Names, zijn debuut voor label Dead Oceans, volgt namelijk twee albums op die duidelijk ook een politieke boodschap in zich droegen: Pixel Revolt en Emerald City. Romanian Names kent aan de ene kant de subtiele complexiteit van geduldige ontwikkeling, maar heeft aan de andere kant een inventieve en associatieve spontaniteit behouden. Al vanaf het begin heeft hij uit vele invloeden een zeer eigen geluid gedestilleerd en sindsdien weet hij daar telkens weer vooruitstrevend mee om te gaan. Ondanks dat Romanian Names een nieuw schrijfproces kent, is het beslist een echte Vanderslice gebleven waarin zachte, lommerrijke composities spaarzaam opgeschrikt worden door ingehouden scherpe randjes. Deze huidige plaat is een must voor kenners, maar net zozeer een prachtig beginpunt.

Read more...

Tara Jane O'Neil - A Ways Away

>> dinsdag 16 juni 2009

Het is altijd een groot plezier een nieuwe plaat van singer-songwriter Tara Jane O’Neil (TJO) te beluisteren. A Ways Away is daarop geen uitzondering, ondanks het nieuwe label. Al vanaf de eerste tonen zet ze weer dat typerende ijle, etherische sfeertje neer dat altijd langer doorzindert dan de eigenlijke speelduur van de muziek. Haar net niet fluisterende stem doet wonderen voor de slepende composities. Echt minimalistisch is het niet, maar het tergend lage tempo en de sobere, vaak op gitaar gebaseerde, arrangementen geven wel een vergelijkbaar gevoel. Als een ijskoude, trage overstroming omsluit TJO de luisteraar zachtjes, totdat het verband steeds zwaarder op je lichaam drukt. Deze onomkeerbare verdoving is niet beangstigend. De bezwering laat je diep in jezelf keren. Het songschrijverschap van TJO brengt ieder album weer een klein, eigengereid universum op de wereld. Ook A Ways Away bestaat uit die heerlijke hallucinogene muziek. De titel doet een goede suggestie, hoewel de muziek onderweg beluisteren het gevaar van wegdromen met zich mee brengt. Het ritme is echter geweldig om op te reizen. Zelf is ze misschien ooit aangestoken door de minimalistische pop van het hier zwaar ondergewaardeerde Ida. Inmiddels vinden anderen zeker inspiratie in haar volstrekt unieke klanksferen. Marissa Nadler, Dévics en The Battle of Land and Sea of in Nederland Audiotransparent appelleren allen bij tijd en wijle aan een vergelijkbaar sentiment. TJO schrijft inspirerende liedjes die als een bedwelmend parfum neerdalen en uiteindelijk langzaam vervliegen.

Read more...

Fink - Sort of Revolution

>> zondag 14 juni 2009

Al direct bij Biscuits for Breakfast was ik volledig overtuigd van de muziek van Fink, aka Fin Greenhall. Dit tweede album noem ik met opzet, want zijn eerste Ninja Tune release was van een heel andere orde; namelijk een relaxte DJ plaat. Tot verbazing van velen ontpopte hij zich met Biscuits for Breakfast tot een begenadigd singer-songwriter. Het betrof een uitgeklede vorm van pop waar zeker zijn interesse in de dance en funk in terug te horen was en zo af en toe een excursie richting folk ondernomen werd. De basis werd gevormd door een prettig gitaarspel met een lichte groove. Zijn getemperde, hese stem kleurde fantastisch bij de frugale arrangementen. Alle composities zaten trefzeker, met uiterste precisie in elkaar, hetgeen het effect tot verrassende niveaus maximaliseerde. Gelukkig bleef het niet bij deze plaat. Hij perfectioneerde die sound zo mogelijk nog verder op Distance and Time, een album dat alsmaar mooier werd. Toch liep het grote publiek nog niet uit. Dat lijkt met Sort of Revolution te veranderen. Plotseling is er veel aandacht, wat mij doet fronsen en afvragen of er iets veranderd zal zijn.
Fink wordt doorgaans bijgestaan door Guy Whittaker (Bas) and Tim Thornton (drums). Slechts op subtiele wijze komen daar nu regelmatig klanken bij van andere instrumenten. Hoewel er bijzonder veel in de muziek gebeurt, misschien ook omdat je als luisteraar de neiging hebt tussen de noten door te luisteren, blijven de meeste songs relatief leeg en op de vlakte. Deze minimalistische soberheid is suggestief en daar zit de kracht. Fink laat ons de vrijheid, waardoor we extra bij zijn songs betrokken raken. Zijn unieke geluid staat erg op zichzelf. Alleen de aanpak van de Nederlandse Hartog (Hartog Eysman) bewoog met zijn zuivere debuut in die richting. Sinds Fink met Biscuits for Breakfast de Rubicon overtrok, voltrekt de evolutie zich op een prettig laag tempo. Anders dan de titel doet vermoeden, brengt Sort of Revolution ons weinig nieuws, maar alle aandacht is meer dan terecht. Het is hoe dan ook raadzaam met Fink te gaan kennismaken.

Read more...

Alexander Rybak - Fairytales

>> zaterdag 13 juni 2009

Voordat ik de plaat zelf aandacht geef, zal ik maar direct bekennen dat ik geen fan ben van het Eurovisie songfestival. Zelfs bij diegenen die hun best doen nog slechts zelden om de muziek lijkt te gaan. Toch moest ook ik toegeven dat ik het nummer dat inmiddels geschiedenis schreef, Fairytale van Alexander Rybak, aangenaam vond klinken. In Noorwegen won hij in 2006 al een talentenwedstrijd. Met dit debuutalbum krijgen we een evenwichtiger beeld van de potentie van deze in Wit-Rusland geboren Noor.
Hij speelt al sinds zijn vijfde viool, dus het is niet verwonderlijk dat dit instrument ook op het album aan zijn schouder lijkt te zijn vastgeplakt. In eerste instantie denk je nog te maken te krijgen met ‘popklassiek’, maar al gauw wordt duidelijk dat het zwaartepunt op een universeel herkenbare folkklank ligt; vast de sleutel tot het internationale succes. De minder avontuurlijke muziekliefhebber is verzekerd van houvast aan een simplistische en aanwezige baslijn, ritmisch aangegeven door een fikse beat. Daardoor sneeuwt het niet mis te verstane vioolspel van Alexander soms weg en is de kans op een doorleefd geluid verkeken. De overige nummers overtreffen Fairytale zo af en toe, toch het is overduidelijk waarom juist dit nummer het songfestival plat speelde. Bij het derde nummer Dolphin wordt echter ook de criticus in mij wat inschikkelijker. Tegen de sprookjesachtige folkmelodieën en innemende muzikale versieringen is geen zwartgallig schild opgewassen. Gooi daar bovenop dat Alexander een prettig in het gehoor liggend, iets nasaal stemgeluid heeft, dat lekker met de speelsheid mee dartelt, en het wordt bijna onweerstaanbaar sympathiek. Hij weet de snaar te raken van een klassieke musical en dergelijke sfeer is meestal voorbehouden aan slechts de allergrootste liedjesschrijvers. Bovendien ontstaan hoogtepunten wanneer het muzikale skelet zich blootgeeft en zich een fijnzinnige mix van folk en pop toont. Voor het feestelijke effect zijn die stampende ritmes misschien doeltreffend, de werkelijke muziek doen ze eigenlijk geen recht. Het is een schoonheidsfoutje dat je op een album als Fairytales voor lief neemt. Zeker omdat er zo veel ruimte open gehouden is voor emotie in ingetogen liedjes.
Niet alle nummers zijn overigens van eigen hand. Het slotnummer, Song from a Secret Garden, is van Rolf Løvland, die met zijn Iers-Noorse groep Secret Garden verantwoordelijk was voor de winst op het songfestival van 1995. Het eerste album van die groep heette overigens Songs from a Secret Garden en het derde album Fairytales. Rolf Løvland schreef ook nog eens het winnende lied van het songfestival in 1985. Zo lijkt het songfestival de rode draad en inspiratie te zijn voor Alexander Rybak. Fairytales is een ontwapenend en goed verzorgd album. Het is een kunst om een album te schrijven dat zo gemakkelijk valt bij de internationale massa. Na de verpletterende overwinning is succes voor dit album bij voorbaat al een feit, kwalitatief is Fairytales evenwel ook een opsteker.

Read more...

rinôçérôse - Futurinô

Alsof een naam als rinôçérôse nog niet genoeg aandacht trekt, overtreft dit Franse duo die indruk moeiteloos als je hun nieuwe plaat Futurinô afspeelt. Nu hebben de heren, Patrice Carrié en Jean-Philippe Freu, al sinds 1996 een wereldwijde reputatie hoog te houden. Met fans als Moby, Massive Attack en LCD ligt de lat om te presteren torenhoog. Van een duo bestaande uit een gitarist en basgitarist is rinôçérôse uitgegroeid tot een ruimtelijk, galactisch geluid. Ze houden hun blik moedwillig wijd. Zo hebben ze er een gewoonte van gemaakt om de muzikale kwaliteiten van prestigieuze namen uit te baten. Op Futurinô zijn onder andere Mark Gardener (Ride), Ninja (The GO team!), Luke Paterson (Deaf Stereo) en Franse zangers Anna Muchin en Jessie Chaton in afzonderlijke nummers te bewonderen. Deze stilistische clash wordt voortgezet in de werkwijze van het duo, die met hun muziek de drang voelt diverse kunstdisciplines samen te voegen. Voor hun nieuwe optredens gaan ze een samenwerking aan met de hedendaagse kunstgroep Electronic Shadow die digitaal, visueel werk maken. Futurinô verandert daarmee in een interdisciplinair concept dat wegen zoekt naar een nieuwe expressieve kunstvorm waarin muziek een hoofdrol speelt. De reputatie van rinôçérôse zal zeker niet onder dergelijk spektakel lijden.

Read more...

Amazing Baby - Rewild

De stad New York vertoont de afgelopen jaren steeds vergelijkbaardere trekjes van hetgeen we al jaren met open armen ontvangen uit Groot-Brittannië. Leuke bandjes en alternatieve geluiden schieten er als paddenstoelen de grond uit. Daarvan getuigt ook Amazing Baby uit Brooklyn, die met Rewild een voortvarend debuutalbum neerzetten. Momenteel toeren ze in de VS met het Franse Phoenix, wat vast gaat bijdragen aan hun succes. Er is al het één en ander om de band te doen geweest, zoals de single Headdress en enthousiast ontvangen live optredens. Ze werden daardoor al snel de ‘nieuwe MGMT’ genoemd. Het is echter nog maar de vraag of het flink stevige geluid van Amazing Baby net zo gemakkelijk een publiekslieveling kan worden. Volgens voorman Will Roan tegen 3voor12 snapt men in Europa hun muziek beter dan thuis. Ze stonden dan ook al twee maal op showcase London Calling en laten in hun drammerige poprock songs vele stijlen samensmelten tot een massief geluid. Daarin vallen allerlei drukke lijntjes op die ondanks de solide sound veel dynamische diepte bieden. Ze hebben de wind mee, dus met de juiste kaarten zal groot succes vooral afhangen van navigatiekunst, niet van de hoge kwaliteit van Rewild.

Read more...

White Denim - Fits

Als recensent is het ook wel eens goed geconfronteerd te worden met een genre waar je doorgaans weinig mee op hebt. White Denim is een vuige rockband uit Austin, Texas die opzien baarde met hun onbeschroomde creativiteit op debuutplaat Workout Holiday. In feite bewerkt de onrustige groep de sfeer van pure rock-‘n-roll met invloeden uit (post) punk, progressive rock en garage gitaarbands en een allegaartje aan kenmerkende sounds vanaf de jaren ’60. Fits zet de ingeslagen wegen gewoon voort en de jammerige nummers op de plaat lijken te zijn samengesteld uit een bijeengeraapte collectie ideeën die ik razendsnel tempo worden afgewerkt. De rauwe, ongepolijste vorm van de plaat zou niet doen vermoeden dat er ruimte is voor opengewerkte lagen, maar de groep laat de balans telkens net niet doorslaan. De live reputatie van de band gaat letterlijk als een lopend vuurtje en werd hier gevestigd op London Calling. Voor de liefhebber bevat het ongeremde Fits een directe, snerende rockversie van het eclecticisme die de noughties tekent.

Read more...

Stephaniesid - Warm People

>> donderdag 11 juni 2009

In de bergstad Asheville is Stephaniesid al enkele jaren een gelauwerde en bevreemdende verschijning. Het lokale publiek loopt warm voor de, uit het duo Chuck Lichtenberger (piano) en Stephanie Morgan (zang) gegroeide, band. Stephaniesid mag dan een wake-up call heten voor de plaatselijke scene waar doorgaans de banjo heerst, wij worden regelmatig getrakteerd op dergelijke indierebellie. Dat wil niet zeggen dat de inmiddels volwassen band de moeite niet waard is. Op dit derde album, Warm People, treffen we zeer creatief songschrijverschap en een geëngageerde performance. Door de rijke bezetting kan de band divers klinken, maar ze weten een consistente stijl vast te houden. Ze halen inspiratie bij een uiteenlopende selectie artiesten, waaronder vast Björk, Lamb en Sara Lov, om vervolgens eigenwijze indiepopliedjes op te nemen die zonder probleem een plek tussen het creatievere singer-songwriter werk opeisen. Het betreft hier echter een band die gewoon het oorspronkelijke duo goed aanvoelt. Ze hebben de plezierige neiging om echt mooie muziek te willen maken. Die ligt weliswaar niet altijd even gemakkelijk in het gehoor, maar weet altijd te intrigeren. Op het album is de liefde voor de mens, momenten van ontmoeting en de naïvité van ontdekkingen zeer uitgesproken. Hun muziek imiteert deze houding door de stijlen die als tegenpolen convulsief pulseren. Stephaniesid is soms best aanstekelijk, maar niet alleen vrolijk. Hier zullen ze geen revolutie teweeg brengen. De collage van spiegelende facetten op Warm People is echter een verrassend goede aanvulling op het bestaande indiepop experiment.

Read more...

Airbag - Identity

Met een titel als Identity voor je debuutalbum maak je een boud statement. Dit wordt nog eens kracht bij gezet door het modern abstracte beeldmerk van het artwork dat eigenlijk direct doet denken aan Travis’ Ode to J. Smith. De Noorse band Airbag belooft een hoopt en blaakt van het zelfvertrouwen. De prelude van het album laat al die verwachtingen echter nog in het midden, waarna ze in slechts zeven songs de luisteraar moeten overtuigen. Het wordt algauw duidelijk dat, hoewel Airbag aansluiting zoekt bij de progressive rock, ze weinig absoluut nieuws te bieden hebben. Identity klinkt daarentegen eigenlijk direct vertrouwd. Dat komt omdat ze een veel gehoorde atmosferische rock ten gehore brengen, die in uitgesponnen vorm perfectie nadert. Het gaat er niet ruig, maar ruimtelijk aan toe. Zweverige elektrische gitaren of zingende toetspartijen pakken de melodielijnen gemoedelijk op en dragen de vocalen op gracieuze wijze. Nadat door de pioniersgeest van Pink Floyd, Radiohead en het succes van Coldplay de weg geplaveid was, kwamen al snel Scandinavische verwanten ten tonele. Airbag past in het rijtje van Leaves, Washington, Saybia en Madrugada. Daarbij lijken deze Noren zich vooral te onderscheiden met een typerende jaren ’90 onvloed. Hun slepende songs luisteren lekker ontspannen weg, maar een eigen gezicht heeft deze anderszins fijne plaat nog nauwelijks.

Read more...

Passion Pit - Manners

>> woensdag 10 juni 2009

Nadat op internet de sfeer rondom Passion Pit al flink was opgestookt kwam de niet mis te verstane debuut EP Chunk of Chance, maar de vuurdoop in de echte wereld beleeft de groep pas met dit album. Ze brengen een vlammende, geëngageerde mix van jaren ’80-’90 electropop en trekken die dwingend naar deze tijd. Er is slechts ruimte voor zweverige, lieve melodielijntjes als de puntige, dansbare ritmes hebben ingezet. Daarbovenuit klinken falset vocalen die doen denken aan een mix van Bon Iver en Arcade Fire. Op eerste gehoor een aparte combinatie, maar het past wonderwel en zet die actuele klank nog dikker aan. Dijken van arrangementen geven de energieke composities net dat innemende poprandje dat hun geluid zo multi-inzetbaar maakt. Manners gaat de elektronische knutselpop ver voorbij en blijft de monotone dram van de dance te slim af. Sympathieke geluidjes toveren al gauw een genietende glimlach op je gezicht. In de juiste scene brengt Passion Pit een hitgevoelig geluid. Met voorgangers in eveneens populaire acts als Junior Boys en Hot Chip naast menig andere populaire indie electropopband heeft Passion Pit geduchte concurrentie. Ze tonen genoeg eigen gezicht om dat aan te kunnen. De voortekenen hebben niet teveel beloofd. Plezier is het sleutelwoord!

Read more...

Magic Arm - Make Lists Do Something

Magic Arm is het muzikale alter ego van Marc Rigelsford uit Manchester. Vorig jaar werd die stad plotsklaps de Britse muziekhoofdstad door het definitieve succes van Elbow, na jarenlang te zijn ondergewaardeerd door het grote publiek. Dit geeft direct de lokaal heersende ‘creative spur’ aan. Die onbevangen eclectische scene wordt door Magic Arm vrij letterlijk op Make Lists Do Something vastgelegd. Deze eerste langspeler gaat werkelijk alle kanten op. Experimenteerdrang een los gedefinieerde composities geven de songs een mooie extraverte chaos. Het fingerspitzengefühl toont zich echter in de wijze waarop vanuit de schierspontane lagen van geluid telkens pakkende ritmes en cryptische melodielijnen volgen. Zo weet hij allerlei stijlen aan elkaar te smeden die afwisselend vol vuur of tedere liefde zijn. Zelfs de harmonieuze akoestiek van folk past tussen al het sample en rock geweld. In de vocalen vind je slechts de illusie van thema’s terug. Artiesten die zich op een vergelijkbare lijn begeven zijn er wel, maar hebben gemeen dat ze eigenlijk niet op elkaar lijken. Het label noemt Beck, Beta Band en Adem, ik voeg daar graag de Portland scene aan toe met Lackthereof, Menomena! en recentelijk Forest Fire. Ook de meest ongrijpbare tussen de Engelse singer-songwriters, zoals Jeremy Warmsley of Broadcast 2000 vullen dat beeld aan. Veel woorden om uiteindelijk te moeten toegeven dat het de lading niet dekt. Make Lists Do Something schept een idiosyncratische wereld die in al zijn egocentrische vervreemding ten slotte ook uitnodigend en aanstekelijk blijkt.

Read more...

Joker's Daughter - The Last Laugh

Zodra je weet dat de gerenommeerde artiest en producer Danger Mouse schuilt achter de ene helft van folkpop duo Joker’s Daughter, is The Last Laugh bij voorbaat al een opmerkelijk debuut. Die afwijkende stijl is te danken aan de basis die wordt gevormd door de andere helft van het duo, singer-songwriter Helena Costas. Het was de donkere zijde van de persoonlijkheid van Helena die de naam gaf aan het samenwerkingsproject. De verscheidenheid van de clowneske schelm die de joker is, vormt de rode draad op het album.
De composities die uit de speakers rollen zijn cryptisch, symbolisch en legendarisch van aard. Met een zekere flair en een fascinatie voor eten worden diverse thema’s vertolkt op de ongrijpbare wijze van een droom. Helena werd geboren in London, maar heeft een Grieks Cypriotische achtergrond hetgeen leidde tot haar recente verkenningen op de traditionele bouzouki. Dit instrument speelt ook een rol in de oude Griekse mythologie, waarmee wederom de mystieke basis van Joker’s Daughter wordt aangesproken. Door het aandeel van Danger Mouse krijgt The Last Laugh zijn doordringende kracht en uitgesproken emoties. In de sterke rol van de folk, die zorgt voor de eigenzinnigheid op de plaat, neigt Joker’s Daughter lichtjes naar Lou Rhodes’ solowerk. Aan de andere kant vult de rijke productie van Danger Mouse de open, lyrische structuren in, waarmee het album bruusk verschuift in de richting van de betoverende pop van A Fine Frenzy en zelfs het huidige Goldfrapp. Ze laten zich dus inspireren door een smaakpallet van grote klasse. Hiervan verzekerd lieten zij zich graag assisteren door de hoorns van Scott Spillane (Neutral Milk Hotel) en de strijkers van Daniele Luppi (Danger Mouse). De moderne bewegingen in de folk krijgen met Joker’s Daughter wellicht voet aan de grond bij het grote publiek. The Last Laugh doet echter zeker geen concessies aan creativiteit.

Read more...

The Soundcarriers - Harmonium

>> dinsdag 9 juni 2009

Soms kom je een album tegen waarvan je geen vastomlijnde verwachting hebt en die je daardoor compleet kan overdonderen. Zo’n album is Harmonium, het debuutalbum van The Soundcarriers, een viertal uit Nottingham. Waar slechts enkele jaren terug de inspiratie van nieuwe indiebands vooral afkomstig was uit de jaren ’80 die de basis vormde voor postpunk avonturen, zochten The Soundcarriers hun sound enkele decennia eerder. De experimenteerdrang van de jaren ’50 en ’60 slaat het fundament voor hun moderne reprise. Alles is psychedelisch op deze wonderbaarlijke plaat. Van de albumcover tot aan de analoge productie die de bandleden in eigen studio uitvoerden, omdat de analoge techniek zich laat bespelen als een instrument.
De inspiratie voor deze nostalgische vooruitstrevendheid komt uit de productie en arrangeertechnieken van David Axelrod en Phil Spector. Een complexe stratigrafie aan psychedelische geluidsmuren overspoelt de luisteraar van begin tot eind. Harmonium kwam over een lange periode tot stand, waarin de bandleden hun geluid zodanig meester werden dat basiscomposities vervangen konden worden door losjes gedefinieerde improvisatiesessies. Daardoor kent de plaat bij tijd en wijle een distinctieve jazzy sfeer. De tropicalia en surfinvloeden vormen een dromerige mix met ijle echo’s uit de wereldmuziek. Inmiddels zijn The Soundcarriers zijn inmiddels zeker niet meer de enige band uit de noughties die hun inspiratie wat eerder in de twintigste eeuw vinden. Met een serie namen als The Botticellis, The Loose Salute, The Explorers Club en The Draytones, kom je middels een filter van Broadcast en Seeland bij de lomere sound van Stereolab, Zero 7 en soms het vroege Doves. Het ritme waarmee Calling Me opent brengt mij direct terug naar Air in hun beginjaren. Hiertussen bevinden zich veel artiesten die zich met een eigen kijk profileren in verschillende elektropop, jazzy lounge en indiescenes. Alle liefhebbers van dergelijke eigenwijsheid zullen smullen van Harmonium. De oorspronkelijke wijze waarop The Soundcarriers opnieuw beleving geven aan de experimentele pop van die tijd is van een unieke klasse. Alle topwaarderingen voor dit album tot nu toe zijn volledig terecht!

Read more...

Het Zesde Metaal - Akattemets

Na o.a. Flip Kowlier, Tom Pintens en De Anale Fase keert Het Zesde Metaal het tij voor hun (of onze) taal in wederom een ander muziekgenre. Dit keer is er namelijk sprake van een onmiskenbaar indiepop bandgeluid. Daarbij hebben ze goed opgelet wat het Europese vaste land, waaronder diverse landgenoten, doet met dit genre dat doorgaans door Engelse bands wordt gedomineerd. Ze bedienen zich van het zware West-Vlaamse dialect, de moedertaal van voorman Wannes Capelle. Voor niet ingewijden is daarom het gissen naar de kwaliteit van de teksten, maar in geschreven vorm wordt het scherpzinnige cynisme wel duidelijk. De klank van de liedjes, vaak ontroerend, soms wrang vrolijk, krijgt door de tekstuele humor een troostende en berustende natuur. Daarbij passen eenvoudige melodieën. Dit kan niet worden gezegd van de rijke en creatieve arrangementen die hier het indiegenre loven. Erg aangenaam is onder andere het gebruik van de contrabas, die een norse diepte geeft aan de composities. In de productie van Peter Vermeersch (dEUS, Flath Earth Society) komen deze klankkleuren mooi uit. Dikwijls blijft de emotie ingetogen en beschouwend. Die rustige inborst maakt donkere droompop van de ballades op de plaat. Kennelijk dienen we voor vooruitstrevendheid en experiment in het Nederlandstalige lied momenteel naar onze zuiderburen te togen. Wellicht zijn ze onbewust geïnspireerd door de dankbare muzikale aard van de nabije Franse taal die ook ametrisch kan worden gezongen. In Oost-Azië weet men al tijden raad met de westerse muziekstijl. Waarom is dan de relatie met het Nederlands heden ten dage zo moeizaam? Hopelijk zien we hier het begin van een trendbreuk, want met een plaat als Akattemets ga ik weer van de muziek in onze taal houden.

Read more...

Magic Wands - Magic, Love and Dreams EP

>> maandag 8 juni 2009

Wat is er betere reclame voor je sterallures dan een voorproefje van je kunnen alvast aan het publiek voor te stellen? Het formaat van de EP voorziet in die behoefte en het uitbrengen van dergelijk visitekaartje legt de meeste artiesten geen windeieren. Na wat songs is Magic, Love and Dreams de eerste release van dit nieuwbakken duo. We hebben opnieuw te maken met een spruit van Myspace, hoewel op een iets andere manier dan gebruikelijk. Dit keer was het niet zozeer het publiek dat als een blok viel voor het duo, maar het tweetal vond elkaar via Myspace, werd verliefd, trouwde en bezegelt dit met de muzikale uitspatting: Magic Wands. Daarmee is de titel direct verklaard. Het mag gezegd dat het resultaat van deze samenkomst een stuk beroerder had kunnen uitpakken. De stijl die de echtelieden zich eigen maakten, is een combinatie van ‘80s techno en discobeats, een synthpop deken en een postpunk punch. Dat resulteert onder andere in het zeer pakkende ritme van Black Magic en het retro geluid van Teenage Love. Met een wat minder rauw, doch minstens zo energiek geluid als duo John & Jehn eerder dit jaar, ligt succes op de loer.

Read more...

Charge Group - Escaping Mankind

Een release van Own Records doet telkens mijn hart weer sneller kloppen. Met een volledig eigengereide visie op de wereld van muziek weten altijd originele geluiden aan het publiek te presenteren. Charge Group is een Australische band uit Sydney en Escape Mankind is hun debuut. Dat oogstte al een aantal lovende kritieken in het thuisland. Volledig terecht, maar niet zozeer omdat Charge Group ons een totaal andere invalshoek op indierock geeft. Het is juist de uitzonderlijk opmerkzame balans tussen verschillende indiestijlen die Escape Mankind een verfrissend en alternatief geluid geeft.
Op het eerste gehoor verkennen ze de geslepenheid van een krachtige rockband. Toch is dat juist niet wat de groep uitbuit. Ze gebruiken wel een dosis elektronische gitaren en voegen daaraan waar nodig een flink stotende bas aan toe. Ja, ze lijken zelfs goed opgelet te hebben toen de emo(core) rock uit de VS het elders niet haalde. Op die basis bouwen ze rustig aan een totaal andere stijl. Door de hoofdrol van vast bandlid en violist Jason Tampake is er ruimte voor aandachtige composities, zoals we ze kennen uit de op folk geënte kamerpop. Daarnaast kunnen de composities onder leiding van de elektrische bas even gemakkelijk omslaan in uitgesponnen soundscaping. Hoewel er hartstochtelijk gezongen wordt, bevinden daardoor de vocalen zich niet altijd op de voorgrond. De instrumentale dynamiek, in hoge en lage registers, dwarrelt luchtig en trilt zinderend door de ruimte. Het album is somber van aard, met een klaaglijke snik in de viool. De luisterervaring is niets minder dan intens. Door een gezonde vernieuwingsdrang achter al deze lagen, sluit Charge Group tegelijkertijd ook goed aan bij de idiosyncratische sound van hun labelgenoten bij Own. Over de gehele linie is ook de Britse indierock een duidelijke inspiratiebron. Naarstig naar vergelijkingsmateriaal op zoek zijnde, ligt de naam Low al snel op de lippen, maar daar zijn ver uiteen liggende bands als Goldrush, The Open, My Latest Novel, Stateless en South in één adem aan toe te voegen. Eigenlijk doet het nooit recht aan de complexiteit op het album. Het valt dan ook te verwachten dat een eclectisch publiek zich aangesproken voelt. De plaat hangt comfortabel op de scheur tussen ingetogenheid en melodrama. Hoe dat voelt, is te beluisteren op Escape Mankind.

Read more...

Minco Eggersman/Jaap van Heusden - Ooit

Ware het niet voor het verzoek van regisseur Jaap van Heusden om een soundtrack bij zijn film Ooit te maken, was er van een opvolger van Minco Eggersman’s debuut, The Wagon Fair uit 2004, misschien wel nooit wat gekomen. Alleen al daarom is Ooit een toepasselijke titel. Naast de muziek die hij maakt onder eigen naam, runt hij de labels VOLKOREN en Sally Forth Records, drumt hij bij The Spirit that Guides Us, is hij producer en zanger/drummer van At the Close of Every Day. Van de drukte in zijn dagelijks leven is weinig te vinden in zijn fijnzinnige soundtrack. Vooral de invloed van At the Close of Every Day lijkt nog zijn sporen te hebben nagelaten, maar ten opzichte van zijn solodebuut wordt popmuziek nu tot op het bot ontbloot. Daarbij zijn stijlkenmerken herkenbaar uit het modern klassieke minimalisme en de recente fusies met elektronica van onder andere Max Richter. Dit vloeit moeiteloos samen met het popgeluid waarvan bijvoorbeeld The White Birch zich bedient. Ook is de Nederlandse pop een duidelijke inspiratiebron met namen als labelgenoot Brown Feather Sparrow en de ingetogen droompop van Mist.
Het detaillisme waarmee de muzikale miniaturen zijn uitgevoerd, komt overeen met het minutieuze detail in de film. De film betreft het kleine drama van de geestelijk gehandicapte Jos die op een dag ruw uit de dagelijkse sleur van herhalingen wordt gerukt. De manier waarop hij daarmee omgaat, doet door zijn simplistische aanpak denken aan de kleine menselijkheid van Castaway. De grauwe en desolate enscenering draagt krachtig bij aan de persoonlijke beleving van Jos’ trauma. Ooit behoud een zekere afstand, maar blijft niet louter beschouwend. De mooi geschoten beelden vormden ook de basis voor het prachtig uitgevoerde digipack waarin de twee schijfjes de koper bereiken. In combinatie met de film, krijgen Eggersmans composities nog meer betekenis. Daarentegen weet hij de door van Heusden opgeroepen sfeer ook te vertalen naar uitgebreidere composities die het album completeren. Ooit zoekt de grenzen van de popmuziek op en komt met een bijzonder stap naar volwaardige filmmuziek. Met name door de ijselijk consistente, sobere precisie waaruit dit is opgebouwd, weet de muziek ook op zichzelf de weg te vinden naar het hart.

Read more...

Kris Drever, John McCusker, Roddy Woomble - Before the Ruin

>> woensdag 3 juni 2009

Voor deze gelegenheid kwamen drie gevierde, Schotse muzikanten, Kris Drever (Lau), John McCusker (Under One Sky) en Roddy Woomble (Idlewild), bij elkaar. Daarmee combineerden ze invloeden uit hun indrukwekkende carieres. Misschien minder uitgebreid dan de folksuite Under One Sky van John McCusker die ik hier recentelijk nog besprak, maar zeker voldoende om bij voorbaat al een flinke dosis aandacht te trekken. Het smaakvolle resultaat laat zich situeren tussen het traditionelere hedendaagse folkgeluid van bijvoorbeeld Karine Polwart en het aansprekende solowerk van ex-rocker Justin Currie, beide eveneens Schots. Hoewel die folk tradities op Before the Ruin wederom zegevieren, hebben de muzikanten de invloeden van moderne stijlen op een mooie manier meegenomen in de songs. Zo ontstaat een solide album met een aangenaam fijnzinnig geluid. Er is veel diversiteit en klinkt nergens zo stoffig als ouderwetse Britse folk. Integendeel, op een gemoedelijke manier wordt een tiental prachtballades gespeeld. Al die ervaring heeft duidelijk recht van spreke. Bovendien, niemand twijfelt tegenwoordig nog aan de positieve invloed die de Schotse afkomst op zovele artiesten lijkt te hebben. Bij voorbaat kon deze samenkomst eigenlijk al niet tegenvallen, daarentegen is Before the Ruin een sfeervolle plaat gedreven door inspiratie en perfectie.

Read more...

The Maccabees - Wall of Arms

Dat er in Brighton ook heel andere muziek gemaakt wordt dan de sfeervolle kamerpop die ons regelmatig bereikt, werd scherp aangetekend door het debuut van The Maccabees. De stijl van deze typische Britse indie poprock vinden we in het populaire genre van de postpunk. Daarmee gingen ze al voortvarende de concurrentie aan met de flinke stroom gitaarpop bandjes die uit andere Britse steden de oversteek maken. Ook deze tweede daagt, om er ‘lukraak’ drie te noemen, Goldrush, Guillemots en Mystery Jets, lekker uit. Wall of Arms laat een gegroeide band horen. De humor en gekte die op Colour It In zo kenmerkend was, is subtiel afgezwakt waardoor de puntige nummers hun volle wasdom tonen. Een stevige echo en een gejaagd vibrato in de stem geeft de songs een natuurlijke urgentie, waarmee ze wederom de aandacht moeiteloos opeisen. Er is veel meer ruimte voor compositie. De songstructuren leggen speelse baslijntjes en pakkende rifs bloot. Zo wordt je al gauw gevangen in het sympathieke geluid van Wall of Arms. Door de ontwikkeling zijn The Maccabees iets donkerder gaan klinken, hetgeen plaats maakt voor een extraverte melancholie. Met de productie van Markus Dravs (Coldplay, Arcade Fire, Björk) bevindt de band zich direct in de upper class. Het doortastende Wall of Arms bevestigt wat velen al vermoede: The Maccabees bieden niet alleen volwaardig alternatief, ze kunnen het op eigen kracht nog ver gaan schoppen.

Read more...

Cortney Tidwell - Boys

>> dinsdag 2 juni 2009

Het opmerkelijke debuut van Cortney Tidwell uit 2006, Don’t Let Stars Keep Us Tangled Up, stond bol van de experimentele lust en liefde voor het popliedje. Cortney bleek, misschien door jeugdige onstuimigheid gedreven, een toonaangevend singer-songwritertalent. Geen genre liet ze onbenut om de vooruitstrevende basis van americana en elektronica een bijzondere glans te geven. Een aantal jaren later is de spanning op die eerste plaat nog net zo fris als toen en dat daagt de huidige opvolger uit. De titel, Boys, eert haar gezin en muzikale collaborateurs. De plaat belooft echter door te gaan waar het debuut ophield, dus dat betekent niet de wellicht vermoede consolidatie of behoud. Hoewel Cortney uit een familie komt waar muziek de leidraad vormde, werd dit door haar psychotische moeders vroege dood ook onherroepelijk geassocieerd met ellende. Dit dreef Cortney in een isolement, maar uitgerekend muziek redde haar daar ook uit. Hiervan was haar debuut getuige. Stilistisch grijpt ze daar met enkele songs (Being Crosby of Oslo) ook op terug. Haar werk is op zijn minst eigenzinnig te noemen en doet weleens denken aan de bezwerende folktronica mixen die we vinden bij Own Records, zoals Uzi & Ari; even soepel overschakelend van dreigend naar mysterieus met een zeker avantgardisme (Oh, China). De meest treffende gelijkenis is echter te vinden in het werk van Björk (vooral Son & Moon) van enkele jaren terug. Ook op Boys is de productie van de songs is nog altijd diep, rijk en donker van geest. Een belangrijke troef bevindt zich in de onconventionele melodielijnen en klankstructuren. Haar karaktervolle stem lokt je in het ongemakkelijke labyrint van de muziek. Als ze elektronica ter hand neemt, kunnen vurige trekjes komen bovendrijven die songs scherpe accenten meegeven (Watusii), herkenbaar van de opzwepende experimentele electropop van Venus Hum, ook uit Nashville. Boys is misschien niet opnieuw één van de opmerkelijkste singer-songwriterplaten. We zijn inmiddels heel wat gewend (denk aan Kellarissa recentelijk). Wel zet Cortney schrijdt deze plaat met vastberaden stappen voort.

Read more...

Codes in the Clouds - Paper Canyon

>> maandag 1 juni 2009

Dit indrukwekkende debuut van Codes in the Clouds is volledig in stijl met wat we al snel zijn gaan herkennen als de trademarks van het progressieve Erased Tapes label. In korte tijd bood het label een buitengewone groep vooruitstrevende muzikanten onderdak, waardoor ze nu in rap tempo de wereld overspoelen met echt nieuwe geluiden. Een stilistisch thema dat in vrijwel alle muzikale gelederen doorsijpelt, is een sterk cinematografische tendens. Zo ook Codes in the Clouds, een quintet uit Kent, dat zich ferm plaatst in de recente opleving van instrumentale (post) rockmuziek die Groot-Brittannië doormaakt. Met songstructuren die samenhangender zijn dan Sickoakes en minder pop dan bijvoorbeeld Engineers. Gitaarlijnen spelen een grotere rol dan bij Baltic Fleet en de groep heeft minder op met ambient of klassiek dan enkele van hun labelgenoten. Rock ligt duidelijk aan de basis, maar ze gebruiken dat slechts als een springplank. Er wordt geïnspireerd en met gevoel invulling gegeven aan de getrapte ruimtes van weidse horizonten. Anders dan bij veel bands die als postrock door het leven gaan, is er bij Codes in the Clouds veel aandacht voor opbouw en compositie. Het gezelschap geeft zich zeker niet direct prijs. Paper Canyon kent een rijke textuur die dramatische spanning geeft zonder zwartgallig te worden. Daarmee gaan ze gemakkelijk voorbij aan het vaak betreurde verlies van vocalen. Dit hebben we ongetwijfeld gedeeltelijk te danken aan de productie van Justin Lockey (Bloc Party/Yourcodenameis: Milo/ Enter Shakari). Paper Canyon is een album dat de liefhebbers van progressieve muziek bedient, maar ook ruimte geeft om publiek bij andere genres te bereiken.

Read more...

Doelstelling van deze blog

Meer aandacht voor het (nog) onbekende. In tenui labor of toch niet?

Mededelingen

Donderdag 1 juli: deze week weer een frisse herstart verwacht.
Kort reces tot 13-05-10.
Na een kort reces vandaag (24-02-10) weer aan de post. Inmiddels is deze blog twee jaar geworden!
Gedurende december zullen er minder recensies worden geschreven
21-31 augustus: tijdelijk even geen recensies ivm een kort reces
Zondag 14 juni: Creative Commons licentie BY NC ND van toepassing op alle inhoud
Woensdag 3 juni: zoekfunctie en auteursrechtenonderdeel toegevoegd
Dinsdag 19 mei: template aangepast, hopelijk verbeterd
Vrijdag 15 mei: nieuw template; ontwikkeld door Ourblogtemplates.com, 2008

Auteursrechten

© Copyright Benjamin N. Vis

Uitgezonderd waar anders vermeld, is op alle inhoud van deze blog een Creative Commons Attribution 3.0 License van toepassing. Deze is hieronder gespecificeerd als CC BY NC ND. Voor meer informatie klik op de links aldaar.

  © Blogger templates Inspiration by Ourblogtemplates.com 2008

Back to TOP  

Creative Commons License
werk van Benjamin N. Vis, Nieuwe Geluiden is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-Niet-commercieel-Geen Afgeleide werken 3.0 Nederland licentie.