The Acorn - No Ghost
>> donderdag 20 mei 2010
De Canadese Rolf Klausener en zijn eigenzinnige folkgezelschap debuteerden met het elektro-akoestische The Pink Ghosts. Het was een debuut waarop duidelijk gezocht werd naar een eigen identiteit. The Acorn kreeg door het debuut duidelijk zelfvertrouwen en dat had een zeer positieve uitwerking op de vocale groei van Rolf. Op de EP Tin Fists, niet veel later, klonken opeens zes karaktervolle poppy folkliedjes, waarop Glory Hope Mountain bij Bella Union een warm thuis vond.
No Ghost is de opvolger en heeft de zware last de verrassend rijke folkmix van Glory Hope Mountain voort te zetten. Nu had Glory Hope Mountain door het hoog autobiografische concept een aparte status. Het is dus niet verrassend dat No Ghost gevarieerder en zelfs gebalanceerder overkomt dan de idiosyncratische voorganger. Het kent iets meer de indiepopstijl van de nummers op Tin Fist en grijpt niet langer in de uitgesproken Caraïbische snelkookpan. Gelukkig betekent dat niet dat The Acorn zijn eigenwijsheid heeft verloren. Er is eerder sprake van verdere groei waarin de band steeds meer zijn plaats claimt tussen geliefde acts als Yo La Tengo, Le Loup, Fleet Foxes en zelfs Vampire Weekend. No Ghost geeft echter niet langer een hoofdrol aan percussie. Meer dan ooit zijn het semispontane popliedjes die het album zijn karakter geven. Daardoor is No Ghost opgewekter en explosiever. Dat wordt in balans gebracht met rustigere contemplatieve nummers. Wellicht is dit het effect van het tweeledige ontstaanstraject van No Ghost. The Acorn trok eerst een zomer het platteland in om vervolgens het album in een stedelijke studio in Montreal te vervolmaken.
Het resultaat laat een band horen die nu zeker, in volle wasdom, op eigen benen staat. Ze hebben geleerd van het aftasten van diverse sounds en voor verschillende nummers duidelijke keuzes gemaakt. Dat levert een sterk, afgewogen album op dat de kenmerkende fijnzinnigheid en innovativiteit behoudt.
0 reacties:
Een reactie posten