Woodpigeon - Die Stadt Muzikanten
>> woensdag 21 april 2010
In 2008 bracht Woodpigeon twee goedgevulde albums uit in enkele maanden. Hoewel het sympathieke Canadese folkorkestje ermee weg kwam, had enige selectie wellicht tot één opvallend album kunnen leiden in plaats van twee onderhoudende. Inmiddels zijn we weer zo’n anderhalf jaar verder en vinden we een nieuwe plaat van het collectief die vijftien nieuwe nummers omvat. Op deze plaat zoekt Mark Andrew, de constante in de samenstelling van Woodpigeon, de inspiratie autobiografisch. Die Stadt Muzikanten (van het Breemse sprookje) hingen bij hem thuis aan de muur ter nagedachtenis aan zijn oma die in Bremen was geboren en trouwde met een Oostenrijkse timmerman. De wereld waarin hij gedeeltelijk opgroeide, verdween plots door de vroege dood van zijn oma en wat later ook zijn opa. Enkele jaren terug kwam hij via zijn ‘day job’ terecht in Berlijn, hetgeen de aanzet gaf voor deze nieuwe collectie songs.
De liedjes gaan niet echt over zijn grootouders of Berlijn, maar wel over het belang van het documenteren van alle plaatsen waar je geweest bent of naar toe gaat. Ondanks het uitgebreide achtergrondverhaal is Die Stadt Muzikanten wederom niet het opvallende album waarop misschien was gehoopt. Het folkorkest kenmerkt zich op het huidige album herhaaldelijk met americana en alt. country structuren. Deze genres geven het album de karakteristieke cadans die het geschikt maakt voor roadtrips, maar tegelijkertijd zich muzikaal regelmatig op de achtergrond plaatst. Het zijn echt enkele losse nummers die de aandacht werkelijk weten te grijpen. Voorbeelden daarvan zijn het uitstekende Empty-Hall Sing Along waar Woodpigeon door het memorabele refrein en het vlokkerig contrasterende couplet opvalt. Ook iets pittigere The Street Noise Gives You Away valt op door rockaccenten en een pakkend lijntje, net als de rijke melodische folk van ...And As The Ship Went Down, You’d Never Looked Finer. Such A Lucky Girl boeit door uitgebreide orkestraties en de volle klank, terwijl het ingetogen Spirehouse weer de dankbare vergelijking met Sufjan Stevens oproept.
In het geheel blijft Woodpigeon vooral een als indieband klinkend folkgezelschap waar weinig op af te dingen valt, maar ook niet tot laaiend enthousiasme stemt. Dat is jammer, want Marks ideeënwereld is duidelijk groot en inventief. Wellicht dat de wisselende samenstelling tot concentratieverlies leidt of dat de wildgroei aan nummers voortdurende verfijning in de weg staat. Die Stadt Muzikanten luistert gemakkelijk en is daarmee wederom een onderhoudende plaat. Met de handvol echt bijzondere songs zingen we het in ieder geval wel uit tot Woodpigeon’s opvolger.
0 reacties:
Een reactie posten