Agnes Obel - Philharmonics
>> vrijdag 12 november 2010
Er werd halsreikend uitgekeken naar het debuut van de Deense Agnes Obel sinds ze haar EP Riverside uitbracht, hoewel die maar een drietal songs bevatte. Alleen Sons & Daughters vinden we niet op het album terug. Wie denkt dat met de titel Philharmonics de werkwijze van de singer-songwriter wordt aangeduid, heeft het mis. De songs van Agnes Obel zijn uiterst sober opgezet.
Riverside is een perfecte introductie op haar methode. Een subtiele pianopartij, die in eerste instantie uit niet meer bestaat dan een eenvoudige opeenvolging van simpele akkoorden, draagt haar doordringende, geaspireerde stem. De structuur doet enigszins denken aan de puristische basis van Soap & Skin, terwijl het licht wervelende, griezelige refrein uit een totaal uitgeklede Sufjan Stevens songs had kunnen komen. Vocaal ligt de vergelijking met Ane Brun of PJ Harvey ook voor de hand. In contrast blijft Philharmonics echter de essentie van de liedjes naar voren stuwen: een kabbelende structuur met getemperd ritme en een makkelijk te volgen melodielijn. Toch dringt zich nergens het gevoel van herhaling op. Stilistisch is Philharmonics duidelijk op pop geënt, hoewel indrukken uit de folk hoorbaar zijn. De sfeer is melancholisch, maar niet te zwaar. Daardoor behoudt Agnes Obel op het hele album een ontspannende toegankelijkheid. In alle soberheid is wel ruimte voor variatie in de bezetting van de begeleiding. Zo komen gitaar, harp en andere (gesimuleerde) klanken aan bod, die de songs van een veranderlijke klankkleur voorzien, terwijl de basis van piano doorgaans bewaard blijft. Alles steekt met ijzersterke precisie in elkaar. Deze expressieve exactheid wordt geëchood door het evocatieve album artwork, maar gedempt door de ietwat dof sinterende bewerkingen van klanken zelf. De donkere onderstroom die dat veroorzaakt, komt sterk naar voren in de John Cale cover Close Watch, die overigens uitstekend past in het geheel van de plaat die verder uit originele composities bestaat.
Zoals altijd vraagt een sobere aanpak om ontegenzeggelijk talent. Agnes Obel slaagt met vlag en wimpel en levert een uitstekend debuut af. Philharmonics sust en stemt tot nadenken. In de voorzichtig verschuivende emotieve patronen bewaart ze bovendien telkens een intieme schoonheid. Haar pop is met de zorg van kleine composities à la Erik Satie (Wallflower, Over the Hill) gesmeed en dat houdt de aandacht onverslapbaar vast.
0 reacties:
Een reactie posten