Wild Beasts - Smother
>> zaterdag 14 mei 2011
Het Britse Wild Beasts, dat zichzelf uitriep tot het intellectuele antwoord op traditionele arbeidersklassebands, is een band die al op het vorige album, Two Dancers, de weg naar volwassenheid inzette. Het tweetal dat aan de basis staat, Hayden Thorpe en Ben Little, hebben zich vanaf het begin van Wild Beasts laten inspireren door de ‘hogere’ kunsten, hetgeen zelfs terugkomt in hun bandnaam (Wild Beasts is een reïncarnatie van het Franse Fauvisme dat kon worden omschreven als een expressieve vorm van het realisme in impressionisme). Wild Beasts zet met Smother hun interessante combinatie van referenties die velen zullen ontgaan en pakkende indiesongs voort.
De regelmatig terugkerende vergelijking (door hun beider Mercury Prize nominaties) met het ondynamische en ongeïnteresseerde geprevel van The XX is misplaatst. Die band lijkt meer de frustratie van de huidige generatie latente jonge honden weer te geven, vervlakt door de ongemeend betrokken emoties in de sociale media van alledag. Wild Beasts daarentegen maakte van hun debuut een epische exclamatie van een frisse theatrale stijlconventie, die de gedoodverfde oppervlakkigheid van de Britse arbeidersbands moest tegenspreken. De literaire interesse van het duo sprankelde in hun songs en is op dit derde album even sterk aanwezig. Natuurlijk heeft het geen zin de oorspronkelijke schreeuw te herhalen en dus deed Wild Beasts dat ook niet op Two Dancers. Het gebeurt evenmin op Smother.
In plaats van hun huidige succes op de spits te drijven, zochten de mannen mogelijkheden om hun sound onderweg met de creatief uitpakkende beperking van elektronica door te vormen. Het resultaat is een understated versie van hun kenmerkende sound. De classificatie ‘understated’ moet dus niet worden verward met vlak. Zodra de vocalen over de monotone glijden is de captiverende dynamiek van de band volledig terug. De meest toepasselijke relatie met The XX is als tegenpool. Smother moet het niet hebben van de onmiddellijk ademstokkende songs van de voorgaande albums. De aard van deze plaat is meer sinister. De krachtige overreding zit in expressieve schakeringen die slim zijn gedoseerd over de solide, van minimalistische patronen doordrenkte, basislagen. De ambiguïteit van de afwisselend diepe vocalen en falset, wordt hier versterkt door de repetitieve tegenstelling van arrangementen en vocalen. Op deze manier krijgt het dubbele gezicht van het Fauvisme een nieuwe lading.
Wederom maakte Wild Beasts een album dat getekend is door charmant, avant-gardistisch iconoclasme. Met dit album vergroot het de afstand tot theatrale alternatieven als The Irrepressibles en zal wellicht beter de weg vinden tot introspectieve shoegazers. Het is opmerkelijk hoe dichtbij Wild Beasts de twee typen bezweringen laat lijken. Ondanks de omvang van hun prestatie, betwijfel ik de kansen op een nog groter publiekssucces. Muzikaal intellect als gevolg van een kleinere aanpak wordt zelden beloond. Aan de andere kant kan de arm van positieve kritieken sterk genoeg blijken. Hoe het ook uitpakt, Wild Beasts doet juist als gewaardeerde underdog hun kunstzinnig eerbetoon recht.
1 reacties:
mooie recensie, ik zal t antwoord wel weer vergeten te checken, maar dit werd nog wel ergens anders gepubliceerd neem ik aan? (hoop ik :) )
Een reactie posten