Onder de vleugels van het markante label Erased Tapes heeft componist en pianist Nils Frahm in de loop van slechts twee jaren maar liefst vier platen (albums en EPs) uitgebracht. De eerste drie brachten hem een stortvloed van lof. Stilistisch is hij gemakkelijk onder te brengen in het groeiende genre van de neoklassieke muziek. Omdat genres momenteel als eroderende rotsen tot zand verworden is het wellicht behulpzaam om enkele ijkpunten aan te reiken die neoklassiek kenmerken, met name ten opzichte van modern klassiek. Nils Frahm is immers klassiek geschoold pianist met een educatieve genealogie die is terug te voeren op grootmeester Tsjaikovsky.
Toch is zijn muziek niet uitsluitend te verbinden aan de formele concertzaal met pluche zetels. Zijn vierde collectie composities, Felt, geeft mogelijk zelfs zijn mooiste geheimen prijs door de koptelefoon waarin de innovatieve opnametechniek het best tot zijn recht komt. Dat is moeilijk te repliceren in de concertzaal. Dergelijke benadering van het muzikale ambacht past meer bij de introspectieve ‘slaapkamerpopartiesten’. Neoklassiek in de zin van Nils Frahm slaat dus een duidelijke brug naar genres in de populaire muziek, hetgeen verwantschap oplevert met componisten en muzikanten als Ólafur Arnalds, Peter Broderick, Dustin O’Halloran, Jon Hopkins en Yann Tiersen. Dit wordt nog eens extra bevestigd door zijn label dat zich placht te richten op muziek met uitgesproken beeldende kwaliteit en vernieuwing waarin genres versmelten. Vermelden dat Nils Frahm’s muziek filmisch is lijkt zowel een understatement als een contradictie. Zijn adaptatie van het minimalisme creëert juist een ervaring die meent dat tijd stil staat (luister daarvoor met name naar Wintermusik). De repetitie van dartelende patronen met veelvuldig gebruik van zangerige harmonie vertoont kleinschalig verschuivende modulaties die haast onopgemerkt voorbijgaan, waardoor het verstrijken van de tijd pas bij het bereiken van het ‘segno’ merkbaar wordt, dit in tegenstelling tot de meeste cinema. Het filmische karakter toont zich eerder in de dromerige expressie die een schitterend decor vormt voor alternatieve exposities.
De voorgaande platen The Bells (solopiano) en de samenwerking met Anne Müller (7fingers, een fusie van klassiek en ambients met elektrobeats) gaven een verbreding van zijn oeuvre en stijlontwikkeling aan als pianist en muzikaal pionier. Met Felt wordt voornamelijk teruggegrepen naar Wintermusik, terwijl de toegevoegde waarde van de beleving juist te vinden is in Frahms ontdekkingsdrang. Zoals gezegd, de vernieuwing van Felt zit in de opname techniek. Voor de composities op Felt bracht hij microfoons aan zo dicht mogelijk bij de hamers van de vleugel. Hierdoor zijn details te horen die buiten de klinische omgeving van de studio verloren zouden gaan. Deze vorm van opnemen is een gedurfde stap, omdat de microfoon totaal niet vergevingsgezind kan zijn. Alles, inclusief de fysieke gesteldheid van Frahm zelf, is te horen. Storend is dit echter niet. Het samenspel van bedoelde en onbedoelde klanken is precies wat Frahm zoekt op Felt.
Het experiment is geboren uit de noodzaak om muziek zo stil mogelijk te kunnen spelen en vervolgens heeft hij de techniek uitgebuit in daarvoor bestemde composities. Hierin komt zijn beheersing van pianospel met vederlichte aanslag waaruit met uiterst subtiele nadruk een melodie ontspruit (Wintermusik) uitstekend van pas. De expressievere dynamiek die hij ten gehore bracht op The Bells zou de opnametechniek verzuipen. Nog meer dan op Wintermuziek komt Felt tot leven door de zangerige boventonen en het spontane samenvallen van de golvende harmonische klankkleuren met de bijgeluiden. Een absoluut uitzonderlijke ervaring is het slagwerkkarakter van de aanslag van de hamers die in enkele composities duidelijk hoorbaar is. Het is een ongekende luisterervaring met het effect van een minutieuze canon, dat in die zin gelijkenis vertoont met Antennae van Timothy Andres. Er is een mooie balans van langzaam gespeelde akkoorden die Frahm gedragen laat weerklinken en de vlottere composities die vaak op minimalistische patronen zijn geschoeid. Het betreft niet alleen piano, maar er wordt gebruik gemaakt van enkele alternatieve instrumentale accenten, elektronica en glockenspiel. Gelukkig vergroot dat het rustgevende effect van de muziek in tegenstelling tot de samenwerking met Anne Müller. Frahm put uitgebreid uit de ervaringen van zijn voorgaande werk, maar weet desondanks met Felt een ongekende atmosfeer te creëren waarin techniek, beheersing en emotie op fijnzinnige wijze samenkomen.
Hoewel als criticus men het tegenwoordig vaak moet stellen met de matige kwaliteit van digitale compressies, kan worden gesteld dat voor dit bijzondere klankfeest een ongecomprimeerd formaat een onbetwiste meerwaarde is. Nils Frahm’s Felt blijft het neoklassieke genre uitbreiden en zal wederom liefhebbers van klassieke en populaire muziek aanspreken. Dat neemt echter niet weg dat Frahm zijn grote talent vooral op eigen wijze heeft door ontwikkeld.
Read more...